Toespraak Dijksma bij voorjaarsforum Natuurmonumenten

Speech van de staatssecretaris van Economische Zaken, Sharon Dijksma, bij het voorjaarsforum van Natuurmonumenten, Amersfoort, 12 april 2013.

Dames en heren,

Een teug frisse lucht. Een roepende oehoe in de vroege ochtend. U heeft vast ook van die momenten waarop natuur heel even heel erg genieten is. En niets daar lijkt te zijn zonder doel. 

Natuur is vaak het synoniem voor dat genieten. Maar ook, en meestal wordt dat in één adem genoemd, voor kwetsbaarheid.
En we weten, diep van binnen, dat onze natuur ook een beetje een zelfgemaakte mix is. Er was een mensenhand nodig om een landschap te krijgen mét weidevogels, mét knotwilgen die echt knotwilgen zijn, mét al die mooie plaatjes van akkers en rivierenlandschap.

Ik wil u vragen dit oude complex van gedachten even helemaal los te laten. Met alles wat daar bij hoort:

Vergeet de traditionele definities van natuur. Vergeet blauwdrukken en de natuurdoeltypen. Vergeet de hokjesgeest, de typeringen van natuur: gebruiksnatuur, recreatienatuur, groenstroken of wilde natuur.

Reset.

Natuur heeft waarde in zichzelf. Die waarde is ons natuurlijk kapitaal. Dat kapitaal valt ons ongeroepen ten deel. Soms duidelijk verstaanbaar - denkt u even aan de merel - soms onverstaanbaar en onnavolgbaar. Soms met indirecte winst, soms met mogelijkheden die voor je voeten liggen. We kunnen dit kapitaal niet helemaal naar onze hand zetten, maar we kunnen het wel degelijk doen groeien. Door het duurzaam, met respect te benutten.

Ik wil u in mijn bijdrage laten zien dat deze modernere kijk op natuur breder in de samenleving leeft dan we denken. Het zijn niet alleen maar mooie woorden of wensbeelden. Ik zal vandaag dan ook niet definitief aanwijzen, mijnheer Van den Tweel, of de groene kansen er vooral zijn voor mij, de provincie, de boer, de stedeling, of de natuurbeheerder. In de nieuwe kijk zijn er geen kampen of elkaar uitsluitende activiteiten. Daar zijn de kansen inclusief, niet exclusief.

Dames en heren,

Ik heb redenen om te denken dat we midden in een echte ommekeer zitten.
Het is om te beginnen lente. Dé tijd voor een nieuw geluid.
We hebben een nieuwe directeur van Natuurmonumenten die boordevol ambities en plannen is. We hebben een relatief nieuwe voorzitter van Natuurmonumenten. Er zit een nieuw kabinet, er is een nieuwe Kamer. En ik ben zelf ook nog niet zo lang geleden aangetreden als staatssecretaris met Natuur in portefeuille.
Nieuw is ook, dat de provincies nu de volle verantwoordelijkheid nemen voor natuur en landschap. Daarmee zijn ze in feite verantwoordelijk voor de hele fysieke ruimte in hun eigen gebied.
En last but not least zijn er in de samenleving allerlei mensen en groepen mensen die de natuur tot zijn recht willen laten komen. Dit waait niet over. We snappen de laatste jaren beter hoe natuur bijdraagt aan onze welvaart en ons welzijn. We danken die inzichten aan veel nieuw onderzoek. Groene inrichting, parkinrichtingsplannen en andere groene en duurzame thema’s krijgen een vaste plek op de lokale politieke en maatschappelijke agenda’s.

Want een gemeentebestuur kan iets met de wetenschap dat mensen zich veiliger voelen in een groene buurt, en de criminaliteit er afneemt.
Een schoolbestuur kan in actie komen als het weet dat kinderen minder ruzie maken op een met groen omgeven schoolplein.
Ziekenhuizen kunnen iets met het gegeven dat patiënten sneller herstellen van bijvoorbeeld een blindedarmoperatie als hun kamer uitziet op bomen, in plaats van een muur. Dat is pure winst, zeker als ze dan ook nog eens minder om pijnstillers blijken te vragen. Ondernemers komen op ideeën zodra ze merken dat natuur een groeimarkt wordt. Gert van der Steen bijvoorbeeld, realiseerde de Veluwse Bron, een wellnesscentrum met daaromheen een prachtig stuk natuur.

Burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties hebben al heel goed in de gaten hoe waardevol natuur is. Ze hebben de groene afslag al genomen. Ze maken groene en duurzame plannen voor hun streek, wijk, dorp of stad. Met bedrijven, overheden en organisaties die ze kennen. Vanuit hun eigen hart.

Dat gebeurt op dit moment onder andere in Almere Oosterwold. Daar verkennen Almere, Staatsbosbeheer, provincie Flevoland, Zeewolde, Waterschap Zuiderzeeland en heel veel andere betrokkenen de kansen voor natuur, landschap, landbouw, leefomgeving en stad. Ik noem dit via-via denken: via stedelijke ontwikkeling kun je meer natuur realiseren. Via natuurontwikkeling kun je werken aan een betere stad. Heel goed dat de mensen in dat gebied niet bij de pakken neer blijven zitten. Dat ze niet blijven hameren op de merites van een oud plan, maar werken aan een alternatief.

Bewoners van Kolham, Groningen, doen het ook zelf. Ze richten zelf een dorpspark in. Dat park is een symfonie van ecologische, cultuurhistorische, sociologische en gezondheidswaarden die harmonisch samen gaan. Wat te denken van:

  •  een trimbaan om aan je conditie te werken
  • een hangplek
  • een natuurspeelplaats
  • avontuurlijke speelplekken
  • er loopt een kleine kudde Exmoorpony’s rond die de nodige begrazing voor hun rekening nemen. De pony’s zijn van Staatsbosbeheer, die een oogje in het zeil houdt en bijspringt indien nodig.
  • er zijn vrijwilligers actief
  • boeren in de omgeving springen ook bij als er specifieke kennis of materialen nodig zijn

Dit is echt het gebied van en door de bewoners. 

Ik wil, dames en heren, dit zelforganiserend vermogen heel graag de ruimte geven. Want dit is pas echt natuurbeleid met drie onmisbare B’s. Zo kunnen we natuur beschermen, beleven en benutten.
En daarmee beantwoord ik meteen even de tweede vraag van mijnheer Van den Tweel. Wat betekent dit voor natuurorganisaties als Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer?

U voelt ‘m misschien al aankomen en u gaf het zelf al een beetje aan. U kijkt niet naar mij. U wilt handelen in termen van cocreatie en draagvlak. Vanuit uw kracht. Dat zie ik als een levende bevestiging van de nieuwe kijk op natuur. En laten we realistisch zijn: u hééft uw leden. U heeft laten zien dat u slimme verbanden met de samenleving kunt leggen. U hééft draagvlak. Net als Staatsbosbeheer zijn draagvlak heeft. Ook die dienst doet mooi werk. Het gaat er dus niet meer om waar u subsidie of handjes kunt regelen, wat vooral telt is úw meerwaarde. Die moet u zelf toevoegen, in kleine en grote verbanden, die organisch en zonder blauwdruk ontstaan. En misschien moet u die verbanden wel zelf opnieuw uitvinden.

U kunt nog veel moois neerzetten als u redeneert vanuit kracht om te scheppen, in plaats vanuit de angst te verliezen. Ik wil graag met alle betrokkenen die nieuwe start maken, op de vleugels van het elan van nu. Ik heb er heel veel vertrouwen in dat burgers en bedrijven een grote plek kunnen inruimen voor natuur en natuur zo opnieuw betekenis kunnen geven.

Ik wil dat optimisme graag mobiliseren. 
Onder andere met de natuurvisie, die ik samen met u en heel veel maatschappelijke partijen ga ontwikkelen. En mocht de nacht van 21 op 22 juni nog niet in uw agenda staan, schrijft u hem er dan in. Dan geef ik namelijk het startsein voor een ’24 uur van de natuur’. Die dag zal in het teken staan van de natuur als ons kapitaal. Door het hele land. Ik nodig u uit om u dan te laten zien. Met een natuuractiviteit, met heel veel leden en bezoekers die zelf ook weer activiteiten ondernemen.
Tijdens die 24 uur is er ook een Natuurtop. Natuurorganisaties, bedrijfsleven, provincies, overheden, burgers gaan elkaar voeden met ideeën en praktijkervaring. Heel goed dat Natuurmonumenten daar ook aan deel neemt. Ik hanteer een breed uitnodigingenbeleid, en ik kijk heel nadrukkelijk over de grenzen van de traditionele stakeholders heen. 

Maar je kunt natuurlijk geen nieuwe natuurbenadering volgen, zonder ook zelf in de spiegel te kijken. Dit betekent ook wat voor mij. De hoofdtaak van het Rijk verandert niet: we moeten de balans tussen natuur en maatschappij, en ecologie en economie bewaken. En zorgen dat Nederland zich aan de internationale afspraken houdt. Op dat punt is de brief die ik daarover aan de Tweede Kamer heb gestuurd niet mis te verstaan.

Ik wil, naar u toe, helder maken wat onze nieuwe rol is. U zult mij dan ook veel tegen komen in het hart van de polder. Omdat ik daar richting en sturing wil geven. En daar met u wil zoeken naar de beste manier om krachten te bundelen.

Verder vraagt deze ommekeer om lucht en ruimte in de wetgeving. Dat ga ik doen! Er komt een nieuwe, toegankelijke natuurwet.

Dames en heren,

Wij geven de natuur vorm, de natuur vormt ons. Via haar intrinsieke waarde, de waarde die ze van zichzelf heeft. Dat vormt het kapitaal van mens, economie en samenleving. Als we goed voor haar zorgen, haar de centrale plek geven die ze verdient, haar met respect benutten, kunnen we dat kapitaal nog veel doen groeien. 

Ik wil dat graag met u doen door het zelforganiserend vermogen in de samenleving aan te spreken. Waar we niemand van uitsluiten. Want natuur is er voor iedereen, voor u, voor de ondernemers, en voor de mensen die actief zijn in de wijken, de streken, de regio. Onze natuur is van zestien miljoen Nederlanders.

Dank u wel.