Russische olieterminal in Rotterdamse haven
Het Russische bedrijf Summa en het Nederlandse opslagbedrijf VTTI gaan definitief een nieuwe olieterminal bouwen in de Rotterdamse haven. Hun joint-venture ‘Shtandart’ heeft de daarvoor benodigde grondovereenkomst getekend met het Havenbedrijf Rotterdam (HbR). Dat maakte minister Kamp van Economische Zaken (EZ) vandaag bekend bij het televisieprogramma ‘Jinek op Zondag’.
'Het tekenen van de grondovereenkomst betekent een serieuze investering voor Rotterdam en Nederland. Dit levert hier inkomsten en banen op,' aldus Kamp. 'Daarnaast is de deal een illustratie van de vruchtbare handelsrelatie tussen Rusland en Nederland.'
De bouw van de terminal betekent een investering van ongeveer 800 miljoen euro. De bouw start in 2014 en de terminal is naar verwachting in 2016 klaar. Nu al komt dertig procent van de ruwe olie en 45 procent van de olieproducten in Rotterdam uit Rusland. Rusland is daarmee verreweg de belangrijkste leverancier.
Al in 2011 maakte Shtandart en het Havenbedrijf hun plannen bekend. Onder meer door problemen bij het verkrijgen van de benodigde vergunningen dreigde het project vast te lopen. Minister Kamp van Economische Zaken heeft onlangs in een gesprek met de Russische vicepremier Dvorkovich de belemmeringen voor de investering weten weg te nemen.
Nederland heeft een sterke internationale positie en een goede positie als handels- en investeringspartner van Rusland. In 2011 bedroeg de Nederlandse import uit Rusland 16,6 miljard euro en de export naar Rusland 6,4 miljard euro. Daarmee was Rusland na Amerika en China de derde exportbestemming voor Nederland buiten Europa.
Maandag 8 april spreekt minister Kamp, in aanwezigheid van de Russische President Poetin, tijdens een bijeenkomst met Russische en Nederlandse ondernemers. Internationaal opererende bedrijven als Shell, Gasunie, Van Oord en Boskalis blijven geïnteresseerd in het verder uitbreiden van hun handelsrelatie met Rusland.