Uitwerking leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs
De extra ondersteuning aan vmbo-leerlingen (lwoo) en aan leerlingen in het praktijkonderwijs wordt in het schooljaar 2015-2016 ondergebracht in de systematiek van passend onderwijs. De ondersteuning wordt daarmee slimmer en efficiënter, waardoor bespaard kan worden op bureaucratie. Bij de invulling van de in het regeerakkoord aangekondigde efficiencykorting van €50 miljoen vanaf 2016 worden zo de leerlingen zoveel mogelijk ontzien.
Dat staat in de hoofdlijnenbrief leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) en praktijkonderwijs (pro). De ministerraad heeft daarmee ingestemd op voorstel van staatssecretaris Dekker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Dekker: "Bezuinigen is altijd pijnlijk. Het belangrijkste is dat de leerling in de klas er zo min mogelijk van merkt. Dat laatste is voor mij leidend."
Leerling centraal
Vanaf 2014, als de Wet passend onderwijs ingaat, wordt de extra ondersteuning aan leerlingen dichter bij het kind in de klas georganiseerd. Regionale samenwerkingsverbanden van scholen krijgen dan de regie, inclusief zeggenschap over de aan passend onderwijs verbonden budgetten. Scholen kunnen zo zelf beter bepalen welk kind welke ondersteuning nodig heeft. Mede op advies van de Raad van State, de Onderwijsraad en de Evaluatie en adviescommissie passend onderwijs worden lwoo en pro nu geïntegreerd in de systematiek van passend onderwijs.
Leerlingen ontzien
Door het lwoo en het pro onder te brengen in de systematiek van het passend onderwijs, wordt het proces doelmatiger. Regionale verwijzingscommissies zijn niet meer nodig omdat samenwerkingsverbanden de indicatie zelf ter hand nemen. Bij de invulling van de in het regeerakkoord opgenomen bezuiniging van €50 miljoen wordt in lijn met de wens van de Tweede Kamer de leerling in de klas zoveel mogelijk ontzien.