Reactie minister Schultz van Haegen op rapportage verbreding A27
Minister Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) heeft vandaag het onderzoek van de commissie Schoof naar de verbreding van de A27 in ontvangst genomen. In een brief aan de Tweede Kamer meldt de minister dat de rapportage een goede basis is voor de verdere uitwerking van de plannen om de bereikbaarheid in de regio Utrecht te verbeteren.
Minister Schultz van Haegen: “De belangrijkste conclusies van de commissie Schoof zijn voor mij dat in algemene zin een zorgvuldig en uitgebreid besluitvormings- en participatieproces is gevolgd en dat varianten met 2x6 binnen de bestaande Bak in Amelisweerd niet verkeersveilig uitgevoerd kunnen worden. Beide conclusies zie ik als een belangrijke ondersteuning van het gevolgde proces en de genomen besluiten.”
De minister meldt aan de Tweede Kamer dat zij in lijn met de aanbeveling van de commissie na overleg met de betrokken regiopartijen (gemeente Utrecht, provincie Utrecht, BRU) nogmaals het besluit zal nemen dat de varianten met 2x6 rijstroken binnen de bestaande Bak in Amelisweerd definitief afvallen.
De minister neemt de constatering van de commissie dat bij het eerdere besluit om de varianten 2x6 binnen de bestaande bak af te laten vallen de verkeersveiligheidsinformatie niet op orde was ter harte. “Dit betekent dat ik er bij toekomstige projecten en besluiten op zal toezien dat de relevante beslisinformatie explicieter in beeld wordt gebracht, zowel voorafgaand aan het te nemen besluit als achteraf bij de uitleg waarom varianten en alternatieven zijn afgevallen.”
Ook neemt de minister de aanbeveling over om voor het uitgewerkte tracé van de gekozen variant met 2x7 rijstroken een maatschappelijke kosten-baten analyse (MKBA) te laten maken. “De commissie is van mening dat er vooraf een MKBA uitgevoerd had horen te worden, hoewel dat destijds niet verplicht was. Volgens de Commissie had dit kunnen bijdragen aan het draagvlak voor de plannen. Zoals steeds al de bedoeling was, laat ik een MKBA maken gebaseerd op de voorkeursbeslissing. Ik voer daarmee ook de aanbeveling van de commissie uit.”