Ploumen roept grondstofrijke landen op aan te sluiten bij mensenrechten initiatief
Minister Lilianne Ploumen voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking roept grondstofrijke landen op lid te worden van de Voluntary Principles on security and Human Rights (VP’s). Dat zei ze woensdag in Den Haag bij de jaarvergadering van dit samenwerkingsverband van landen, ngo’s en bedrijven uit de gas-, olie- en mijnbouw. Met hun lidmaatschap beloven leden mensenrechten te eerbiedigen bij het beschermen van energie- en grondstoffenbedrijven tegen aanvallen en diefstal.
‘Laten we zorgen dat ook de landen waar de problemen met het delven van grondstoffen zich het vaakst voordoen zich bij dit initiatief aansluiten’, was de oproep van de minister. Ploumen constateerde verheugd dat het aantal leden groeit. ‘Vrijwel alle grote multinationals uit de olie-, gas- en grondstoffenindustrie zijn lid. En dat in een sector die voor grote uitdagingen staat als het gaat om maatschappelijk verantwoord ondernemen en mensenrechten.’
En marge van de jaarvergadering sprak Ploumen met professor John Ruggie over de implementatie van het nieuwe mensenrechtenhoofdstuk in de OESO-richtlijnen voor multinationals. Hij is de naamgever van het Ruggie-Framework dat de basis vormde voor het nieuwe mensenrechtenhoofdstuk in deze richtlijnen. Volgens Ploumen zijn de Voluntary Principles een voorbeeld van het in de praktijk brengen van die richtlijnen.
Tijdens de jaarvergadering van de Voluntary Principles droeg Nederland het voorzitterschap van de vereniging over aan Zwitserland. Onder de huidige leden zijn landen als Colombia, Verenigde Staten, Verenigd Koninkrijk en Canada. Australië is afgelopen maand toegetreden. Tevens zijn ngo’s als Human Rights Watch, Oxfam en IKV Pax Christi lid.