Duits-Nederlandse samenwerking weer stap verder

Nederland en Duitsland ondertekenen op 24 april een overeenkomst die uitbreiding van militaire samenwerking mogelijk maakt. Internationale samenwerking vormt een belangrijk uitgangspunt voor de Toekomstvisie Defensie,  zei minister Jeanine Hennis-Plasschaert vandaag in de Tweede Kamer.

De Vaste Commissie voor Defensie (VCD) sprak vanmiddag uitgebreid over initiatieven en projecten voor defensiesamenwerking waarbij Nederland en andere Europese landen zijn betrokken. “Samenwerking is al lang meer dan gezamenlijk een missie uitvoeren en is niet alleen gedreven door budgettaire krapte. Bezuinigingen zijn een verkeerde drijfveer”, aldus Hennis.

Grote stappen

Samen met België en Luxemburg staan er volgens de minister “grote stappen” op het programma. “Denk daarbij aan een gezamenlijke officiersopleiding, een gecombineerd Helikoptercommando en één trainingscentrum voor paratroepen.”
De VCD vindt dat ons land een voortrekkersrol moet blijven spelen bij de totstandkoming van Defensiesamenwerking in Europa.

De volgende stap in de relatie met Duitsland past daar prima in.  Wat de plannen met Duitsland inhouden, is nog niet bekend. Hennis zei wel dat de intentieverklaring die zij ondertekent met haar ambtgenoot Thomas de Maizière “verder gaat dan wat er nu al in de steigers staat.”

Souvereiniteit

De minster gaat ook met de Kamer nadenken over een andere vorm van het soevereiniteitsbegrip, dat ook in Europees verband moet gaan leven. Minister Hennis: “Landen met een gedeeld veiligheidsbelang kunnen hun waarden samen beter verdedigen dan ieder afzonderlijk.”