Werk van Hoge Commissaris inzake Nationale Minderheden blijft nodig
Het werk van de Hoge Commissaris inzake Nationale Minderheden blijft waarschijnlijk ook de komende twintig jaar nodig. Dit zei minister Timmermans (Buitenlandse Zaken) bij de opening van de viering van het 20-jarig jubileum van de Hoge Commissaris. Koningin Beatrix en vele buitenlandse gasten woonden de viering in Den Haag bij.
Timmermans: ‘Als we terugkijken op de afgelopen twintig jaar zijn veel etnische spanningen opgelost. Landen waar die plaatsvonden zijn stabiele lidstaten van de Europese Unie geworden. In andere landen zijn problemen nog niet opgelost. Omdat het in de aard van de mens zit om minderheden de schuld te geven van problemen, zullen er altijd spanningen blijven bestaan. Daarom blijft het werk van de Hoge Commissaris waarschijnlijk ook de komende twintig jaar nodig.'
Taak van de Hoge Commissaris is het zo vroeg mogelijk signaleren van spanningen in het gebied van de 55 landen van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE), en het vinden van oplossingen door middel van stille diplomatie.
De afgelopen twintig jaar hielp de Hoge Commissaris onder andere bij het oplossen van spanningen tussen Hongarije en Slowakije, en tussen Polen en Litouwen. In Georgië hielp hij de overheid bij de integratie van minderheden door middel van taaltrainingen, meertalig onderwijs en radio- en tv-uitzendingen in talen van minderheden.
De eerste Hoge Commissaris was de Nederlander Max van der Stoel (1993-2001). Hij werd opgevolgd door de Zweed Rolf Ekeus (2001-2007). Huidig voorzitter is de Noor Knut Vollebaek. Het kantoor van de Hoge Commissaris is gevestigd in Den Haag.
Tijdens een conferentie op vrijdag 8 maart wordt teruggeblikt op de resultaten van de afgelopen twintig jaar en vooruitgeblikt naar de toekomst.
Voorafgaand aan de jubileumviering had minister Timmermans ontmoetingen met zijn collega ministers van Buitenlandse Zaken van Zweden, Slowakije en Oekraïne. Onder meer over de ontwikkelingen in Europa en het Midden-Oosten.