Kaders voor verantwoord ondernemen met ontwikkelingsgeld geformaliseerd
Minister Lilianne Ploumen voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft de kaders voor internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO) geformaliseerd voor bedrijven die met subsidie zakendoen in ontwikkelingslanden. Dat liet zij de Tweede Kamer woensdag weten. De kaders zijn vastgesteld na consultaties met bedrijven, maatschappelijke organisaties en uitvoeringsorganisaties.
‘Bedrijven weten nu beter waar ze aan toe zijn. Door de omstandigheden in ontwikkelingslanden kunnen zij niet altijd van meet af aan helemaal voldoen aan alle IMVO-standaarden. Er moet sprake zijn van een verbetertraject; daar doen we het immers voor. De voorwaarden en administratieve lasten moeten proportioneel blijven. We leggen bedrijven dus niet op voorhand allerlei nieuwe verplichtingen op. Wel vragen we om een goede risicoanalyse en om maatregelen wanneer de risico’s te groot worden’, aldus Ploumen.
De nieuwe kaders gelden voor regelingen als PSI, ORIO, Initiatief Duurzame Handel en diverse publiek-private partnerschappen en zijn te vinden op de websites van de uitvoerende organisaties. De geformaliseerde kaders schrijven onder meer voor dat bedrijven moeten verklaren te zullen handelen conform de OESO-richtlijnen voor IMVO, een risicoanalyse in de productieketen uitvoeren en geconstateerde schendingen melden.
De OESO-richtlijnen voor IMVO zijn internationale afspraken waar de overheden van OESO-landen bedrijven aan houden. Een geschillenbeslechtingsysteem vormt daarbij de stok achter de deur. Het internationale karakter van de richtlijnen beoogt een level playing field voor internationale handel te creëren.