Extra inzet Opstelten en Teeven op opsporing veroordeelden
Minister Opstelten en staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) nemen extra maatregelen om het aantal personen dat hun straf ontloopt terug te dringen. Binnen elke eenheid van de Nationale Politie wordt een team coördinatie executietaken ingericht. Daarbij gaat de politie extra inzetten op voortvluchtigen met vrijheidsstraffen van 90 dagen of meer en voor zeden- en geweldsmisdrijven. Ook komen er meer mogelijkheden om paspoorten van voortvluchtigen vervallen te verklaren of afgifte van het paspoort te weigeren. Tevens wordt de detentiefasering afgeschaft.
Deze maatregelen staan in een brief die de minister en staatssecretaris vandaag naar de Tweede Kamer hebben gestuurd over de opsporing van veroordeelden. Een wetsvoorstel is inmiddels al ingediend bij de Tweede Kamer die het mogelijk moet maken verdachten of veroordeelden eerder in het strafproces vast te zetten, zodat wordt voorkomen dat ze gedurende het proces de benen nemen.
In de brief gaan de bewindspersonen ook in op de omvang en aard van de onherroepelijke vrijheidsstraffen die momenteel nog niet (volledig) ten uitvoer zijn gelegd. Openstaande vrijheidsstraffen ontstaan, omdat mensen hun proces in vrijheid mogen afwachten en zich vervolgens bewust onvindbaar maken voor politie en justitie. Ook personen die niet terugkeren van verlof vallen bijvoorbeeld onder deze groep.
De afgelopen periode is ingezet op meer inzicht in het aantal en het soort openstaande vrijheidsstraffen. Het gaat om 12.936 zaken, en nog eens 2760 zaken die gezien kunnen worden als ‘werkvoorraad’. Deze 12.936 zaken zijn opgenomen in het Opsporingsregister (OPS). De grootste groep wordt gevormd door personen veroordeeld voor diefstal of inbraak (35,5 procent). In drieënveertig procent van de 15.696 zaken gaat het om een openstaande vrijheidsstraf van minder dan één maand, in tachtig procent om een vrijheidsstraf van minder dan drie maanden en in vier procent om een straf van één jaar of meer.
De extra maatregelen komen bovenop maatregelen die de afgelopen jaren al zijn genomen om voortvluchtigen alsnog op te sporen. Zo zet het Team Executie Strafvonnissen van het Openbaar Ministerie zich sinds2008 inom veroordeelden met een onherroepelijke vrijheidsstraf van meer dan 120 dagen die onvindbaar zijn in Nederland alsnog op te sporen. Daarnaast is in 2011 gestart met het opnieuw doorlopen van de zaken van 6500 veroordeelden om te kijken of zij alsnog konden worden opgespoord. Inmiddels zijn 344 straffen alsnog ten uitvoer gelegd. Ook is het sinds 1 januari 2011 wettelijk mogelijk om van voortvluchtigen hun uitkering te beëindigen. Van 1200 personen is inmiddels de uitkering stopgezet.
De bewindslieden verwachten de komende tijd de pakkans te vergroten van voortvluchtigen. Vooral ook omdat door de komst van de Nationale Politie efficiënter gewerkt kan worden. Om structureel meer inzicht te krijgen in de prestaties op het terrein van tenuitvoerlegging van straffen zijn bovendien zogenoemde ketenprestatie-indicatoren ontwikkeld.