Interview Ridder Militaire Willems-Orde Hakkenberg
Ik ben geboren in Soerabaja op 6 december 1923. Mijn moeder is een dochter van een Duitse militair in KNIL-dienst. Mijn vader was geboren uit een Hollandse vader en een Indische moeder. Ik ben op mijn zeventiende jaar in dienst gekomen en op mijn achttiende jaar werd mijn schip getorpedeerd in de zeeslag in de Javazee. En mijn broer is ook getorpedeerd in die zeeslag in de Javazee maar mijn broer en zes neven zijn erin gebleven. Van de acht mensen ben ik de enige overlevende. En daar waren we krijgsgevangenen. In Japan heb ik moeten werken in steenkoolmijnen. Toen ben ik stiekem met een vliegtuig meegegaan naar Soerabaja en ben ik in Soerabaja gebleven. Toen kwamen de politionele acties. Op een moment kreeg ik bericht: er zijn drie of vier man gesignaleerd. Ik was namelijk ordercommandant van een eenheid. Ik had een chauffeur met een jeep en die heb ik ook maar meegenomen. Ik dacht: ach, dat is zo gebeurd. Toen zijn we rustig ernaartoe gegaan, mijn chauffeur en ik. Mijn chauffeur maakte de deur open en ik zag zo'n dertig, veertig mensen in dat huis, helemaal bewapend. Even schrok ik, maar die lui schrokken nog erger dan ik en die gaven zich over, ongelooflijk. Die hadden mitrailleurs en alles bij zich. En wij hebben deze lui toen naar het hoofdkwartier afgevoerd. Niemand kon het geloven. En toen ik dus onderweg was naar Curaçao met de compagnie mariniers en toen werd er voorgelezen dat ik de Militaire Willems-Orde kreeg. Ik was al blij met die Bronzen Leeuw en toen kreeg ik ineens de Militaire Willems-Orde. Maar ben ik dan werkelijk een held, zit ik me af te vragen. Ik moet toch niet anders doen? Ik ga mijn jongens toch niet zomaar ten prooi geven aan de dood? Ik ben als matroos in dienst gekomen en ik ben als kapitein bij de mariniers eruit gegaan. Alleen dat ik dus het laatste moment van mijn leven nog getroffen ben door een hersenbloeding en een aorta-operatie tegelijk dat had ik nooit verwacht.