Internationale aanpak grensoverschrijdende criminaliteit in Limburg
Nederlandse, Belgische en Duitse opsporingsdiensten gaan in de Euregio’s Maas-Rijn en Rijn-Maas-Noord nog intensiever samenwerken in de bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit. De Nederlandse Minister van Veiligheid en Justitie, de heer Opstelten, de Belgische Minister van Justitie, mevrouw Turtelboom, en de Minister van Justitie van Noordrijn-Westfalen, de heer Kutschaty, hebben hierover maandag afspraken gemaakt in Maastricht.
In deze grensregio wordt door de politie- en justitiediensten van de drie landen al samengewerkt, mede dankzij het Bureau voor Euregionale Samenwerking (BES) dat op Nederlands initiatief is ingericht in Maastricht. Opstelten, Turtelboom en Kutschaty hebben nu afgesproken deze samenwerking verder te optimaliseren.
Met behulp van het BES kan op locatie intensiever met elkaar worden afgestemd, informatie en ervaringen gedeeld, zodat men sneller in staat om grensoverschrijdende criminaliteit aan te pakken. Nederlandse, Belgische en Duitse politie- en justitiemensen werken hierin nauw samen op grensoverschrijdende terreinen. De gezamenlijke prioriteiten die in de aanpak zijn vastgesteld, zijn: rondtrekkende criminele groepen, woninginbraken, drugscriminaliteit, mensenhandel, ‘car- and homejacking’ en criminele motorbendes.
De ministers hebben ook afgesproken te beginnen met het digitaliseren van de rechtshulp in de grensregio tussen de drie landen; in aansluiting op projecten die al binnen de EU gaande zijn. Dit kan veel tijd- en efficiencywinst opleveren. Er gaan in de regio jaarlijks vele duizenden rechtshulpverzoeken rond. Deze worden nu - ook in dit digitale tijdperk - nog steeds per post verstuurd, waarbij zowel bij de versturende als de ontvangende instantie een uitgebreide registratie dient plaats te vinden. Voorwaarde is wel dat deze post via de email over beveiligde (internet)lijnen kan worden verstuurd.
De regio leent zich volgens de ministers bij uitstek als de ideale proeftuin voor verdere grensoverschrijdende samenwerking. Dit vanwege het bestaande netwerk met goede contacten in de Euregio. Op basis van de ervaringen in Limburg zal kunnen worden bezien of de werkwijze over het hele grensgebied met België en Duitsland kan worden uitgerold.