Kabinet vraagt SER-advies over discriminatie op de arbeidsmarkt
Het kabinet wil weten wat sociale partners kunnen doen om discriminatie op de arbeidsmarkt te voorkomen en te bestrijden. Niet elke groep heeft dezelfde kansen op de arbeidsmarkt. Dit verschil in kansen wordt grotendeels verklaard door kenmerken zoals opleidingsniveau en werkniveau. Soms is het verschil in kansen echter het gevolg van discriminatie.
De ministerraad heeft op voorstel van staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ingestemd met een adviesaanvraag hierover aan de Sociaal-Economische Raad.
Uit onderzoek van het SCP en het CBS in de afgelopen jaren blijkt dat er nog steeds aanwijzingen zijn voor discriminatie op de arbeidsmarkt. Ook bestaan er nog altijd beloningsverschillen tussen mannen en vrouwen in gelijksoortige functies en zijn maar weinig vrouwen in topfuncties te vinden.
De verantwoordelijkheid voor het voorkomen en bestrijden van discriminatie op de arbeidsmarkt ligt in de eerste plaats bij werkgevers en werknemers. De overheid schept (rand)voorwaarden om discriminatie tegen te gaan.
Het kabinet vraagt de SER nu welke aanvullende acties mogelijk zijn om discriminatie op de arbeidsmarkt te voorkomen en te bestrijden. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gekeken naar maatregelen die in andere landen succes hebben. Tevens wil het kabinet weten hoe andere organisaties zoals het College voor de Rechten van de Mens en de overheid daar behulpzaam bij kunnen zijn.
Tot slot wil het kabinet weten welke maatregelen kunnen bijdragen aan een hogere vertegenwoordiging van vrouwen in topposities en het tegengaan van onterechte beloningsverschillen.