In reactie op de aanbevelingen van de commissie Samson merkt staatssecretaris Martin van Rijn (VWS) het volgende op:
- VWS zal bijna alle aanbevelingen van Samson uitvoeren – zie brief aan de Kamer op 21 december 2012.
- het ministerie ziet er nauw op toe dat de aanbevelingen die aan de jeugdzorginstellingen gericht zijn, door de sector zullen worden uitgevoerd.
- Jeugdzorg Nederland heeft zich hieraan met de commissie Rouvoet namens de instellingen gecommitteerd.
Het beleid van de ministeries van VWS en VenJ steunt op twee pijlers:
1. Hulp aan slachtoffers in het verleden.
2. Het voorkomen van slachtoffers in de toekomst.
Hulp aan slachtoffers in het verleden
De ministeries bekijken hoe zo goed mogelijk tegemoet te komen aan de verschillende behoeften aan hulp en ondersteuning van de slachtoffers. Uit gesprekken met de lotgenotenorganisaties blijkt dat slachtoffers van seksueel misbruik vooral behoefte hebben aan erkenning en hulp.
Voor financiële tegemoetkoming worden door VWS en VenJ twee regelingen opgesteld:
1. de Samsonregeling (voluit Tijdelijke regeling uitkeringen seksueel misbruik minderjarigen in instellingen en pleeggezinnen)
2. de regeling civiele vordering tot schadevergoeding (voluit het Statuut ten behoeve van de commissie voor buitengerechtelijke afhandeling van civiele vorderingen tot schadevergoeding).
In overleg met de lotgenotenorganisaties en andere betrokken instanties als Jeugdzorg Nederland en Slachtofferhulp Nederland werken de ministeries uit hoe we hieraan vorm kunnen geven. De hulpvraag van het slachtoffer staat daarbij centraal.
Het voorkomen van slachtoffers in de toekomst
Het belangrijkste middel om de veiligheid van kinderen in de jeugdzorg te vergroten (en daarmee seksueel misbruik te voorkomen) is verdere professionalisering van de sector. VWS zet zich daarvoor op de volgende wijze in: is er behoefte aan lotgenotencontact, aan slachtoffer-dader-bemiddeling, aan professionele hulpverlening of (ook) aan schadevergoeding.
Wetgeving
- Door Tweede Kamer aangenomen wetsvoorstel meldcode.
Door te werken met een meldcode weten professionals hoe zij moeten handelen bij een vermoeden van kindermishandeling. Door de meldcode en de scholing die in het wetsvoorstel wordt voorgeschreven, wordt de professional alerter op signalen van mishandeling en seksueel misbruik en kan hij daarop adequaat reageren. Met het wetsvoorstel worden zes sectoren, waaronder de gezondheidszorg, het onderwijs en de jeugdzorg, verplicht tot het werken met een meldcode. - wetsvoorstel professionalisering: registratie van twee belangrijke beroepsgroepen om de jeugdzorg, te weten HBO- jeugdzorgwerker en WO-gedragswetenschapper, met register en tuchtrecht.
Aansturing van het veld Jeugdzorg Nederland
- onder leiding van Andre Rouvoet stelt Jeugdzorg Nederland samen met de jeugdzorginstellingen het kwaliteitskader voorkomen seksueel misbruik op. De afspraak is dat dit kader op 1 mei 2013 gereed is.
- het professionaliseringstraject: beroepsgroepen werken aan verbetering opleiding en professionaliteit, met aandacht voor seksueel misbruik in opleiding en op de werkvloer.
Toezicht door Inspectie Jeugdzorg
- versterking rol Inspectie Jeugdzorg: IJZ houdt risico gestuurd toezicht op de kwaliteit van de instellingen en de jeugdzorg, draagt bij aan ontwikkeling veldnormen door de sector, wordt betrokken bij het kwaliteitskader aanpak seksueel misbruik van Jeugdzorg Nederland en gaat daar toezicht op houden.