Bussemaker draagt deel dossier Amarantis over aan Openbaar Ministerie
Minister Jet Bussemaker (OCW) heeft een deel van het dossier Amarantis overgedragen aan het Openbaar Ministerie. Dat schrijft ze vandaag aan de Tweede Kamer in een reactie op het vervolgonderzoek ‘‘Niet onwettig, wel onwenselijk” van de Commissie Onderzoek Financiële Problematiek Amarantis. De commissie concludeert dat bij zeven van de acht onderzochte signalen geen sprake is van een vermoeden van strafbare feiten. Bij één signaal, een betaling van € 210.000, heeft de commissie dit op basis van het haar beschikbare onderzoeksmateriaal niet kunnen vaststellen omdat ze niet beschikt over voldoende bevoegdheden om dit volledig uit te zoeken. Dit is voor minister Bussemaker aanleiding om dit dossier over te dragen aan het Openbaar Ministerie.
Bussemaker gaf de commissie, onder leiding van Femke Halsema, eind vorig jaar opdracht vervolgonderzoek te doen naar mogelijke persoonlijke bevoordeling, bovenmatig persoonlijk gebruik van faciliteiten of bevoordeling van derden door bestuurders en leidinggevenden van Amarantis. De commissie onderzocht hoe het handelen van betrokkenen zich verhoudt tot normen ten aanzien van behoorlijk bestuurlijk gedrag en een doelmatige inzet van publiek geld.
Kwaliteitseisen
Eerder kondigde minister Bussemaker hogere eisen te gaan stellen aan de kwaliteit en mentaliteit van bestuurders en toezichthouders in het onderwijs. Niet alleen moeten de procedures voor (her-)benoeming van leden van het college van bestuur en van de raad van toezicht transparanter en moet de medezeggenschap betrokken worden. Ook wil Bussemaker de benoemingstermijn van leden van het college van bestuur maximeren. Bovendien moeten leden van de raad van toezicht gaan beschikken over vastgestelde competenties. De bewindsvrouw wil daarnaast steviger kunnen ingrijpen wanneer sprake is van wanbeheer van één of meer bestuurders of toezichthouders. Daarnaast wil zij scholen verplichten om voorgenomen grote financiële investeringen, bijvoorbeeld op het terrein van huisvesting, vooraf te toetsen. Ook gaat de Inspectie van het Onderwijs bij het toezicht werken op basis van meer integraal opgestelde risicoprofielen van instellingen, waarin onderwijskwaliteit, financiële resultaten én ook de te verwachten (financiële) toekomst van de instelling betrokken worden.
Meer regels niet de oplossing
Het is volgens Bussemaker echt zaak dat scholen transparantie en kritisch vermogen zelf beter organiseren. In haar reactie aan de Tweede Kamer schrijft de bewindsvrouw dat ze daarbij vooral een rol ziet voor het onderwijs zelf: “Op meer regels zit niemand te wachten, daar zit de oplossing ook niet. Vraag die iedereen die werkzaam is in de publieke sector zich moet blijven stellen is of alles wat wettig is toegestaan, ook even wenselijk is. Publiek geld vraagt om publieke verantwoording”. Ook de commissie benadrukt dat ongewenst gedrag in het onderwijs alleen terug te dringen is door het versterken van een gedeeld moreel bewustzijn. Volgens de commissie moet in het onderwijs meer met elkaar gesproken worden over wenselijk bestuurlijk gedrag.