Europese Dag van 112

VOICE-OVER: Slechts een op de vier Europeanen weet dat je in alle EU-landen met alarmnummer 112 kunt bellen voor de hulpdiensten. Daarom is er de Europese dag van 112 op 11 februari. Op de Paschalisschool in Den Haag kwamen hulpverleners van politie, brandweer en ambulance langs om te vertellen wanneer je 112 moet bellen en wat er met de melding gebeurt. VERSLAGGEVER: Wanneer bel je 112? TESSEL: Bijvoorbeeld als iemand een hartstilstand heeft gekregen of als er brand is. WIJKAGENT KÄUDERER: Als je 112 belt, krijg je een collega van mij of in ieder geval een centralist aan de telefoon. De centralist maakt een inschatting: is er een hulpdienst nodig en zo ja, welke hulpdienst? Dus dat kan de brandweer, ambulance of politie zijn. Je belt 112 als er echt spoed is. Dus als het huis in brand staat of als er een aanrijding is gebeurd waar gewonden bij zijn. Dat soort zaken. Inbraak. Je belt het niet als een paar kinderen ruziemaken om een partijtje knikkeren of wat dan ook. Daar is het niet voor. VOICE-OVER: Ook voor de uitleg van de brandweer was grote belangstelling. MARJOLIJN ERNST: Kinderen vinden hun eigen veiligheid heel belangrijk. Het voordeel daarvan is dat ze het verhaal mee naar huis nemen en op die manier ook de ouders bereiken en de mensen om de kinderen heen de leefwereld van de kinderen. Dus dat is heel prettig. VOICE-OVER: Na de presentaties van politie en brandweer konden leerlingen plaatsnemen in een echte ambulancesimulator en er was een snelcursus reanimatie. MARK-JAN VIDELER: Zeker die basisvaardigheden hebben ze snel door het ritme hebben ze door, ze weten wat ze moeten doen en ook waarom ze het doen. Dat is ook erg belangrijk en dat ging best goed. VERSLAGGEVER: Weet je nu hoe dat moet, reanimatie? Ja, maar ik denk dat als ik niet alleen ben, dat ik het een volwassene laat doen. VERSLAGGEVER: Wat was de belangrijkste les die je hebt meegekregen? BAS: Nooit voor de grap 112 bellen. VERSLAGGEVER: Waarom niet? Want straks komen ze en dan is er nog een dringendere zaak en dan kunnen ze daar niet komen. Het viel me trouwens op dat de kinderen best wel wisten wanneer het nodig was en wanneer je geen 112 belde. Ja, ze weten eigenlijk meer dan ik dacht. VERSLAGGEVER: Dat is een goed teken. Ja, dat is heel goed. Ja.
(Het Nederlandse wapenschild op een blauwe achtergrond. Beeldtekst: Dit was een productie van de Rijksoverheid.)