Loon van ministers per persoon openbaar
De salarissen van individuele ministers en staatssecretarissen worden openbaar. Alleen gegevens die kunnen wijzen op hun beveiliging blijven geheim. Minister Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties stuurt hierover een brief aan de Tweede Kamer. De ministerraad heeft daarmee ingestemd.
Standaard al openbaar
Het standaard-salaris van ministers is al jarenlang openbaar. Dat is nu €144.108 bruto per jaar voor alle ministers, inclusief vakantiegeld en eindejaarsuitkering. Verder hebben alle ministers een vaste, belaste onkostenvergoeding van €8.215,75 per jaar. Alleen de minister-president en de minister van Buitenlandse Zaken krijgen een iets hogere onkostenvergoeding omdat zij vaker verplichtingen in het buitenland hebben.
Individuele verschillen
Op individueel niveau kunnen er kleine verschillen tussen ministers ontstaan. Alle bewindslieden betalen bij hun belasting een bijtelling voor hun dienstauto. Daarvoor krijgen ze een vergoeding omdat ze verplicht zijn hun dienstauto ook privé te gebruiken. Enkele bewindslieden hebben een duurdere dienstauto doordat die extra beveiligd is; hun bijtelling en de vergoeding daarvoor is dus ook hoger. Om te voorkomen dat informatie over hun beveiliging bekend wordt, worden in de salarisopgave van de bewindslieden de gegevens over de dienstauto weggelaten. Verder kunnen in een bepaald kalenderjaar verschillen tussen ministers ontstaan door het moment van uitbetaling van het vakantiegeld en de eindejaarsuitkering.
Vorige wet
Tot en met 2012 gold de Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (Wopt). In 2011 gold daarbij een grens van €193.000. Een hoger inkomen moest openbaar worden gemaakt. De grens van €193.000 is gebaseerd op het gemiddelde belastbaar inkomen van de ministers: salaris, onkostenvergoeding, vergoeding dienstauto (een fictief vast bedrag van €17.600) plus pensioenbijdrage (een fictief vast bedrag van €30.977,26).
Het salaris van ministers varieerde in 2011 van €190.490 tot €199.102, met een gemiddelde van €193.000.
In 2007 hebben kabinet, Tweede Kamer en Eerste Kamer er met een wetswijziging voor gekozen de dienstauto-bijtelling van ministers en de compensatie daarvoor niet openbaar te maken. Dit om via de gegevens over de dienstauto's niet te laten blijken welke ministers extra beveiliging krijgen.
Nieuwe wet
Sinds 1 januari 2013 geldt de Wet normering topinkomens (WNT). In de (semi)publieke sector ligt de grens voor bestuurders op 130% van het ministerssalaris: €187.340 (€144.000 x 130%). Inclusief een vaste onkostenvergoeding van €8.069 en de pensioenbijdrage van de werkgever komt dit op €228.599 per jaar. Uiteraard zitten alle ministers daar ruim onder. In het regeerakkoord staat het plan om deze grens te verlagen naar 100% van het ministerssalaris.