Speech minister Schultz van Haegen, congres Metropoolregio Amsterdam
‘Het beste verkeer- en vervoerbeleid is ruimtelijk beleid.’ Dat zei minister Schultz van Haegen op 7 februari 2013 op het congres van de Metropoolregio Amsterdam. ‘En daar voeg ik dan aan toe dat het beste waterveiligheidsbeleid ook ruimtelijk beleid is.’
Ze noemde de ontwikkeling van de regio een van haar topprioriteiten. ‘U zult het straks in de deelsessies zien: in deze regio komt alles samen. Wonen, werken en recreëren; bedenken, produceren en vervoeren; maar ook waterbeheer, natuur en recreatie. De potentie van de regio is groot. De noodzaak tot ontwikkelen echter ook. We moeten dus nu aan de slag. Als u met die conclusie naar de deelsessies gaat, wordt het een zeer inspirerende en productieve middag.’
Monsieur le maire, Burgemeester Van der Laan, Dames en heren,
Allereerst wil ik burgemeester Delanoë danken voor zijn boeiende lezing. Een stad als Parijs spreekt natuurlijk tot onze verbeelding. En misschien denkt u nu wel: daar kunnen wij in ons kleine landje niet aan tippen. Dat klopt wel een beetje, als je Parijs en Amsterdam globaal vergelijkt.De metropoolregio Amsterdam telt ruim 2,2 miljoen inwoners. De regio Parijs maar liefst 12 miljoen. Dat is bijna zes keer zoveel.
En ook binnen de stad zijn er grote verschillen. Binnen de Ring A10 wonen in Amsterdam zo’n half miljoen mensen. Binnen de Parijse Périphérique zijn dat er ruim 2 miljoen.
Dat is ruim vier keer zoveel. En dat terwijl de oppervlakte van beide gebieden bijna gelijk is.
Maar behalve verschillen is er een fundamentele overeenkomst tussen beide metropolen. Zoals Parijs het economische hart van Frankrijk is, is Amsterdam dat voor Nederland. Amsterdam heeft de vierde zeehaven en de vierde luchthaven van Europa. Amsterdam is de grootste internet hub ter wereld. En Amsterdam is een van de tien populairste Europese steden als het gaat om beurzen, congressen en toerisme. Het potentieel van deze regio is dus gigantisch.
Ik vertel u daarmee natuurlijk niets nieuws. Maar het zegt ons wel dat de ontwikkeling van dit gebied een van onze topprioriteiten moet zijn.
Dat kan alleen als we gezamenlijk gericht zijn op de toekomst. Een blijvend ‘Eye on the future’.
Voor mij als minister zijn er voor de Metropoolregio Amsterdam twee uitgangspunten: ten eerste is dit gebied is zo belangrijk, dat ik het grote prioriteit geef in mijn beleid. Ten tweede wil ook zoveel mogelijk ruimte geven aan alle betrokkenen om zelf over eigen gebied te gaan. Zowel die prioriteit als die vrijheid zijn het uitgangspunt van de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte. Dat is de ruggengraat van mijn beleid.
Het klinkt misschien als een paradox, maar dat is het zeker niet. Ik leg inderdaad de verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van gebieden zo dicht mogelijk bij de mensen die er wonen, werken en recreëren.
Dat betekent dat ik bewust verantwoordelijkheden loslaat. Provincies en gemeenten krijgen meer zeggenschap.
Daarbij stel ik wel een klein aantal nationale belangen. Een ervan is de ontwikkeling van stedelijke regio’s, zodat ze internationaal kunnen concurreren. En daarom zijn we vandaag hier.
In termen van woningbouw hebben we het in de noordelijke Randstad over ruim 120.000 nieuwe woningen. En als we naar 2040 kijken, gaat het zelfs over 300.000 woningen. Maar dat is maar een deel van het verhaal. Behalve verstedelijking en ruimte voor groei gaat het over water en natuur. Over veiligheid en kwaliteit. Alles komt hier bij elkaar. We moeten de komende jaren een aantal belangrijke knopen doorhakken. Natuurlijk doen we dat, zoals we gewend zijn, in nauwe samenwerking met de regio.
Zoals rond Almere, waar wonen, natuur en infrastructuur nauw verbonden zijn. Het gezamenlijke programma van Rijk en regio is een stevig proces. Velen van u zijn daarbij betrokken. Dit voorjaar hoop ik dat we de Rijksstructuurvisie op dit gebied kunnen presenteren.
En met betrekking tot de bereikbaarheid zijn al knopen doorgehakt. Zo wordt er de komende jaren keihard gewerkt aan de wegverbreding tussen Schiphol, Amsterdam en Almere, de bereikbaarheid in de stad Almere en naar OV-SAAL.
Maar ook de natuur profiteert van onze ambities. Twee weken geleden hebben we besloten tot de aanleg van de Marker Wadden. Dat zijn nieuwe moeraseilanden in het Markermeer, die ruimte bieden aan vogels en recreatie. Ze zorgen bovendien voor minder slib in het water.
De Marker Wadden zijn een prachtig voorbeeld van samenwerking: Natuurmonumenten bedacht het project en regelde ook een bijdrage van 15 miljoen euro door de Postcode Loterij.
De provincie en het Rijk dragen ook gezamenlijk 30 miljoen euro bij. Het project bewijst dat overheden echt niet altijd meer alleen het antwoord op alle vragen hebben. Ik juich dit soort initiatieven dus ook van harte toe.
Bij de ontwikkeling van Schiphol en de Amsterdamse haven staan economische kansen centraal.
Beide moeten de ruimte krijgen om te groeien.
Maar natuurlijk staat dat doel niet op zich. Zowel in de haven als rond Schiphol gaat het om de balans met een prettige leefomgeving.
Voor het deel rond Schiphol hoop ik dit jaar de concept Structuurvisie gereed te hebben. Bij het Noordzeekanaalgebied is de regio met enthousiasme zelf aan de slag. In en om de stad Amsterdam is verstedelijking de uitdaging. Zoals rond de Zuidas, waarvoer we ook vorig jaar al belangrijke besluiten hebben genomen. En ook hier kijken we naar de balans tussen verschillende functies.We gaan verder dan de driedeling van weg, spoor en kantoor.De meeste van deze projecten zult u straks in de deelsessies ook tegenkomen.
En u zult zien dat alles met alles samenhangt. Wonen, werken en recreëren; bedenken, produceren en vervoeren; maar ook waterbeheer, natuur en recreatie.
‘Het beste verkeer- en vervoerbeleid is ruimtelijk beleid’, zegt een van de sprekers straks. Ik kan het niet beter verwoorden.
En daar voeg ik dan aan toe dat het beste waterveiligheidsbeleid ook ruimtelijk beleid is.Amsterdam is, samen met Rotterdam, al koploper in verstedelijking die rekening houdt met een veranderend klimaat.
Gemeente, provincie, woningcorporaties en het waterbedrijf zullen daarop moeten blijven inspelen.Door slim te bouwen en het water ruimte te geven waar dat nodig is.Dat biedt ons bovendien de kans om te innoveren op een terrein waarin we al uitblinken.Zoals bij de Noord/Zuidlijn.Die prikt dwars door dijkring 14, een van onze belangrijkste verdedigingslinies tegen het water. De twee waterkeringen die in de metrotunnel zijn ingebouwd, zijn een knap staaltje Dutch Design.
Als je alles bij elkaar optelt, werken we met elkaar aan razend complexe vraagstukken. We lossen die vraagstukken echter alleen op als we consequent het hele gebied als uitgangspunt nemen.
Als Metropoolregio Amsterdam doet u dat al zes jaar in deze vorm. Dat is twee jaar langer dan uw Parijse collega’s van ‘Paris Métropole’. Parijs kan dus ook leren van Amsterdam.En u toont aan dat de ontwikkeling van de regio niet afhankelijk is van mij, maar vooral van u. Welke rol kunt u dan wel van mij verwachten?
In een aantal gevallen die van project- of procesleider of die van landschapsarchitect. Maar u kunt mij ook aanspreken op het leveren van goed gereedschap.Zodat de ontwikkeling efficiënter en effectiever wordt. Dit jaar stuur ik de Omgevingswet naar de Tweede Kamer. Een wet waarin we alle wetten en regels over de leefomgeving bundelen en eenvoudiger maken.Bevoegdheden worden duidelijker en het proces minder stroperig.Initiatieven kunnen dus beter van de grond komen.
De Omgevingswet biedt gemeenten bijvoorbeeld veel meer ruimte om bestuurlijke afwegingen te maken. Daarmee kunnen ze makkelijker inspelen op veranderende omstandigheden. Het resultaat is flexibiliteit en maatwerk. De wet wordt een kist met vernieuwd gereedschap, waar iedereen iets aan heeft.
Dames en heren, er is in deze regio de komende jaren heel veel te doen. Iedereen zal aan de ontwikkeling van de Metropoolregio zijn steentje moeten bijdragen.Bestuurders en bedrijven. Bouwers en bewoners. Ambtenaren en ontwerpers.De potentie van de regio is groot.De noodzaak tot ontwikkelen echter ook.Amsterdam heeft een mooie plaats op de wereldkaart. Willen we dat zo houden, dan moeten we nu aan de slag. Als u met die conclusie naar de deelsessies gaat, wordt het een zeer inspirerende en productieve middag.
Dank u wel.