Energiesamenwerking Duitsland en Nederland: een impuls voor de Noordwest-Europese energiemarkt

Speech van Minister van Economische Zaken, Henk Kamp, tijdens 11e Klausurtagung Energie und Umweltpolitik van de CDU Wirtschaftsrat, vrijdag 1 februari 2013, Berlijn

Excellentie(s),

Dames en heren,

Als één beleidsveld typisch internationaal is dan is het wel het klimaat- en energiebeleid. Nederland, deels gelegen beneden de zeespiegel en zowel grote importeur als grote exporteur van energiedragers, realiseert zich dat als geen ander land.

Klimaatbeleid en energiebeleid zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het resultaat daarvan is het streven naar duurzame energie. Daarvoor wil ik graag hier vandaag bij u een realistisch Nederlands scenario schetsen. Een scenario gericht op samenwerking, met onze goed buur Duitsland, binnen het Europese verband.

Wij willen de Europese interne energiemarkt voltooien om van daaruit de transitie naar een duurzame Europese energiehuishouding in 2050 te kunnen realiseren.

De nieuwe Nederlandse regering – zoals u weet deze keer zonder onze christendemocratische vrienden – heeft deze doelstelling ondubbelzinnig in het regeerakkoord vastgelegd. En dan doel ik niet op het buiten de regering houden van onze christendemocratische vrienden, maar op de transitie naar een duurzame energiehuishouding in 2050!

Duitsland is een ambitieus en indrukwekkende koers gevaren met de Energiewende. Daar heb je politici voor nodig die daarvoor gaan staan, zoals Bondskanselier Merkel doet. Ik bewonder haar aanpak en gedrevenheid.

Van nauwere samenwerking tussen Duitsland en Nederland kunnen nieuwe impulsen uitgaan voor het Europese duurzame energiebeleid. Ik wil u graag zo meteen schetsen waar ik kansen voor samenwerking zie. Maar laat ons eerst bekijken waarom het urgent is om de Europese energiemarkt te voltooien.

Europese interne markt

Dames en heren,

We staan aan het begin van een fundamentele verschuiving in het energielandschap. Want nadat we ruim 10 jaar aan één Europese interne energiemarkt hebben gewerkt, zijn we nu bezig met de transitie naar een duurzame energiehuishouding. Hier zien we grote verschillen in aanpak tussen de lidstaten om dit doel in 2050 te bereiken.

Ondernemen we niets om die verschillen recht te trekken dan kan dat leiden tot fragmentatie van de al bereikte interne markt op energiegebied. Als iedere lidstaat zijn eigen systeem behoudt en nieuwe barrières opwerpt, dan breken we de interne markt langzaam af. Dat is precies wat we in ons eigen en in ons gezamenlijk belang moeten voorkomen.

Nederland is net als Duitsland nauw verbonden met de energiemarkten van Noordwest-Europa. Nederland is de grootste gasproducent en gasexporteur van Europa. Dankzij de Rotterdamse haven, de gasproductie, gasexport en de infrastructuurverbindingen met landen als het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, België en Noorwegen vormen wij een belangrijk energieknooppunt in Europa.

We hebben 10 jaar geleden bewust gekozen voor een strategie van liberaliseren en investeren in meer verbindingen en marktkoppeling met omliggende landen. Dit heeft ertoe bijgedragen dat er enorm is geïnvesteerd in de productiecapaciteit en gasopslag in Nederland.

Onze verwevenheid met de buurlanden maakt onze landen tegelijkertijd kwetsbaar voor verstoringen of inefficiënties. Dit geldt met name voor de verschillen in stimulering en marktordening van duurzame energie.

Zo heeft Duitsland deze Kerst elektriciteit geëxporteerd naar Nederland en andere buurlanden tegen negatieve prijzen – u heeft dus de afnemers betaald, in plaats van andersom! Dat kon gebeuren omdat het Duitse systeem om duurzame energie te stimuleren de marktprikkels wegneemt, waardoor producenten duurzame stroom blijven leveren, ongeacht de prijs. Dat is voor niemand goed. Niet voor Duitsland, want uw consumenten en bedrijven betalen uiteindelijk de prijs. En niet voor uw buurlanden, want bij negatieve prijzen komen onze elektriciteitscentrales stil te liggen. We moeten dus niet met overheidsinstrumenten met elkaar concurreren, maar bedrijven laten concurreren op een echte markt. Dan versterken we elkaar. Daarom is voor alle lidstaten de verdere vervolmaking van de interne energiemarkt van essentieel belang.

Ik doe dan ook een oproep aan alle lidstaten om de Europese energiesystemen verder te integreren en de energiemarkt verder te openen. Alleen dán zijn we in staat om in Europa tot een schone en betrouwbare energiehuishouding te komen en uiteindelijk tot een duurzame energievoorziening in 2050.

Meer Europese samenwerking maakt het ook mogelijk optimaal de kostenvoordelen te benutten die sommige lidstaten hebben bij de productie van duurzame energie.

Zo is zonne-energie in Zuid-Europa 2 keer zo efficiënt als in Duitsland en Nederland, simpelweg omdat de zon daar meer en intensiever schijnt. En in Ierland, Denemarken en het Verenigd Koninkrijk is wind op land relatief goedkoop.

Wind op land is in Ierland door de harde wind een derde tot de helft goedkoper dan in Nederland en Duitsland. Dergelijke kostprijsverschillen compenseren we nu in subsidiebedragen.

Volgens de Europese Commissie kan jaarlijks tien miljard euro aan subsidies worden bespaard als er een gezamenlijke Europese markt voor duurzame energie zou zijn, in plaats van verschillende nationale stimuleringsregimes. Want dan verplaatst de productie van duurzame energie zich vanzelf naar de landen waar dat het meest efficiënt is.

En ik weet, het jaar 2050 klinkt ver weg, maar we hebben nog slechts 37 jaar om de doelstellingen te realiseren. Ter vergelijking: het is nog maar 37 jaar geleden dat Helmut Kohl fractievoorzitter van uw CDU in de Bondsdag werd. Het begin van een carrière die zou uitmonden in het kanselierschap van een verenigd Duitsland. Ik ben één van de velen die dat nog helder op hun netvlies hebben staan. De tijd vliegt voorbij!

Verwevenheid Duitse en Nederlandse energiemarkt

Dames en heren,

Des te meer reden om de samenwerking tussen Nederland en Duitsland op energiegebied te intensiveren. Want daarmee kunnen we ook een impuls geven aan de voltooiing en verduurzaming van de Europese energiemarkt.

Duitsland en Nederland bevinden zich daartoe in een goede uitgangspositie. Onze landen zijn al nauw met elkaar verbonden op het terrein van energie. Energieproducenten, leveranciers en netbeheerders werken al grensoverschrijdend als het gaat om energievoorzieningszekerheid en duurzame energie.

Het Duitse RWE is een van de grootste investeerders in Nederlandse energiecentrales en ook Eon is een grote speler op onze markt. Zij leveren een belangrijke bijdrage aan de integratie van de regionale markt en aan de voorzieningszekerheid. Voor deze bedrijven is de Noordwest-Europese regio hun thuismarkt.

Andersom zijn de Nederlandse TenneT en Gasunie niet meer weg te denken uit Duitsland. Zij zijn centrale spelers bij de uitbreiding van de Duitse energie-infrastructuur. TenneT is daarbij met een investering van 6 miljard euro in de pijplijn – en hier komt nog meer bij - tot en met 2022 een van de grootste investeerders in de Duitse energietransitie. En in de koude wintermaanden vorig jaar konden we dankzij Gasunie zien dat de interne markt ook werkt op het moment dat het er echt op aan komt. Gasunie transporteerde toen een grote hoeveelheid extra aardgas voor Duitse huishoudens.

De Energiewende en onze eigen ambities op het gebied van duurzaamheid bieden volop aanknoping voor verdere samenwerking. De Nederlandse regering heeft de Europese doelstelling voor duurzame energie voor zichzelf vrijwillig verhoogd van 14 naar 16 procent in 2020. Wij willen en moeten beter aansluiten bij de huidige koplopers in Europa. En dan kijken wij vanzelf naar onze Oosterburen. Want u kent in Duitsland al een veel groter aandeel duurzame energie in uw energiemix. Dat inspireert ons. U kunt bijdragen aan de realisatie van onze ambities.

Zoals wij ook kunnen bijdragen aan het succes van de Duitse Energiewende. Een indrukwekkend en inspirerend project met grote consequenties voor de regionale energiemarkt van Noordwest-Europa.

Gelet op de onderlinge afhankelijkheid in Noordwest-Europa is het ook voor Duitsland van belang om de Energiewende vanaf de beginfase te integreren binnen de regionale energiemarkt. Immers, de verschillen in stimulering en marktordening van duurzame energie stellen het gehele energiesysteem en de leveringszekerheid in beide landen en de regio op de proef. Nederland wil daarom samen met Duitsland in partnerschap initiatieven nemen om vorm te geven aan een robuuste en duurzame energiehuishouding in onze regio.

Intensievere samenwerking op 3 terreinen

Dames en heren,

De Nederlandse regering denkt dat intensivering van de samenwerking in het bijzonder op drie terreinen wenselijk is.

  1. Versterking van de leveringszekerheid
  2. De inpassing van infrastructuur
  3. De stimulering van duurzame energie en innovatie

Ik loop ze graag met u langs.

Leveringszekerheid

Bij de versterking van de leveringszekerheid denk ik aan gezamenlijke afspraken om hernieuwbare energie volledig deel te laten uitmaken van de markt. De podiumdiscussie vanmiddag Mehr markt und Systemverantwortung für erneurbare Energien gaat hier hopelijk ook op in. Het is ook goed om te onderzoeken hoe de Nederlandse energiecentrales kunnen worden ingezet als in Duitsland de wind niet waait of de zon niet schijnt.

Dat elk land zich wil verzekeren van voldoende energie, is volstrekt legitiem. Tegelijkertijd moeten we samen in Noordwest-Europa de beste manier vinden om die leveringszekerheid veilig te stellen, en niet elk land voor zich. Want dan knippen we de interne markt in stukjes op en zijn consumenten en bedrijven uiteindelijk duurder uit.

Infrastructuur

Een tweede punt voor intensievere samenwerking is de inpassing van de infrastructuur in het landschap.  De transitie gaat gepaard met enorme investeringen in infrastructuur. Duitsland zorgt met zijn Netzentwicklungsplan Strom 2012 voor drie grote Noord-Zuid verbindingen. En in Nederland zijn we bezig met de aanleg van elektriciteitstransport in het Westen, Zuiden en Noorden van ons land. Zowel Duitsland als Nederland staat daarmee voor de uitdaging om een breed maatschappelijk draagvlak te creëren voor deze infrastructuur, maar ook om de realisatietijd van projecten te verkorten. Denk aan de weerstand die de aanleg van hoogspanningslijnen oproept bij de bevolking. Dit geldt overigens ook bij de inpassing van bijvoorbeeld windparken.

Ik onderzoek graag wat we hier van elkaar kunnen leren en hoe we dit samen kunnen aanpakken. Duitsland heeft bijvoorbeeld hele innovatieve ideeën als het gaat om burgerparticipatie. En Nederland heeft de realisatietijd van grote projecten aanzienlijk weten te verkorten dankzij vereenvoudigde procedures.

Duurzame energie en innovatie

Dan ons derde punt voor intensievere samenwerking: de stimulering van duurzame energie en innovatie.

Een efficiënte inzet van publieke middelen is zowel in Duitsland als Nederland van groot belang. Zeker nu overheden moeten bezuinigen. En ook bedrijven en consumenten willen zeker weten dat hun belastinggeld goed wordt besteed.

Wij hebben in Nederland de afgelopen jaren de stimulering van duurzame energie efficiënter gemaakt. Het stimuleren van marktwerking onder duurzame energieproducenten heeft ons vorig jaar drie miljard euro aan besparingen opgeleverd. Ik ben ervan overtuigd dat afstemming van het Nederlandse en Duitse beleid kan leiden tot nog meer kostenbesparingen en nieuwe impulsen voor hernieuwbare energie. Dat is goed nieuws voor de consumenten die uiteindelijk de rekeningen betalen.

Het laatste wat we moeten willen is concurrentie op subsidies tussen lidstaten. Door de verschillende hoogtes van subsidies gelijk te trekken kan er een level playing field ontstaan tussen Duitsland, Nederland en de rest van Europa.

Ik zou ook graag gezamenlijk optrekken op het gebied van CCS: Carbon Capture and Storage. Energiescenario's van het IEA, de Wereldbank en de Europese Commissie gaan allemaal uit van een blijvende rol van fossiele energie in de brandstofmix, ook na 2050. CCS is de enige technologie die CO2-emissies van fossiele brandstoffen kan verminderen. We hebben CCS daarom op grote schaal en voor de nabije toekomst nodig om onze klimaatdoelstellingen te halen. Ik weet dat er vanuit de Duitse industrie belangstelling is voor de Nederlandse ontwikkelingen op dit gebied.

In Nederland hebben we één grootschalige CCS-demonstratieproject: het ROAD-project van EON & GDF/SUEZ in het Rotterdamse havengebied. EON is dus een belangrijke Duitse partner. Dat project is ook in breder perspectief in het belang van Duitsland. Het ROAD-project is bedoeld de opmaat te zijn naar de ontwikkeling van een Rotterdams CO-2 knooppunt. Het is zeker voor te stellen dat op termijn Duits CO2 zal worden getransporteerd naar Rotterdam en via deze CO-2 hub opgeslagen zal worden in de Noordzee. Betrokkenheid van de Duitse overheid bij het ROAD-project zou de Nederlandse inspanningen versterken en in Duitsland het CCS perspectief weer openen.

Ten slotte kunnen we innovatie en duurzame energie stimuleren door de samenwerking tussen Duitse en Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen nog actiever op te zoeken. Op het gebied van bio-energie, smart grids, wind op zee en gas. Het gebruik van LNG als brandstof voor de binnenvaart op de Rijn en de Wadden, die we met elkaar delen, is een ander voorbeeld. Dat dit onderwerp al de bijzondere aandacht heeft van minister Rösler is alvast een goed begin. Laten we zulke kansen vooral benutten! Ook omdat het concrete mogelijkheden biedt voor bedrijven in onze beide landen.

Slot

Dames en heren,

U heeft het gehoord: Duitsland en Nederland bundelen hun energie al op een aantal terreinen. Maar er is tegelijkertijd nog veel meer mogelijk. De tijd is rijp om onze kansrijke ideeën in de praktijk de brengen en om de interne energiemarkt te vervolmaken. Willen we een duurzame energiehuishouding in 2050 dan moeten we nu aan de slag. Laat ons samen in onze Europese regio de voortrekkers zijn en vandaag nog beginnen met het geven van impulsen voor intensievere samenwerking op het gebied van leveringszekerheid, infrastructuur, duurzaamheid en innovatie. Dat maakt de Noordwest-Europese energiemarkt van morgen competitiever, innovatiever en betrouwbaarder.

Dames en heren,

Het is voor mij een genoegen te mogen participeren in deze Klausurtagung van de CDU Wirtschaftsrat. Ik wens u als onze Duitse christendemocratische vrienden het allerbeste toe!