In actie tegen overgewicht jongeren
Eén op de zeven jongeren is te zwaar, in bepaalde wijken zelfs één op de drie. Staatssecretaris Martin van Rijn wil dat alle betrokken partijen samenwerken om dit probleem tegen te gaan. Tijdens de Nationale Balans Top onderstreepte hij dat het kabinet jaarlijks 26 miljoen euro extra uitgeeft aan de bestrijding van overgewicht onder jongeren.
Dames en heren,
Dit is voor mij een mooie gelegenheid om kennis te maken met gedreven mensen die zich in Nederland dag in dag uit sterk maken voor onze jeugd op gezond gewicht. Ik vind dat een enorm belangrijk thema.
En ik denk de we op een nieuwe manier beleid moeten maken. Er ligt een stevige uitdaging. Eén op de zeven jongeren is te zwaar en in sommige wijken is dat zelfs een op de drie. Dan heb je wel een probleem. Hoe kunnen we nou iets verzinnen om hier succesvol aan de slag te gaan?
Dat probleem kun je op de traditionele manier aanpakken, bijvoorbeeld door er extra geld voor uit te trekken. Dat is ook gebeurd. Ik wil eraan herinneren dat het kabinet – op basis van het Lenteakkoord en overleg met de Kamer - maar liefst 26 miljoen euro per jaar extra ter beschikking stelt om overgewicht bij kinderen te bestrijden en om een gezonde leefstijl te bevorderen. Dus geen loze woorden, maar boter bij de vis. Dat was niet eenvoudig. Ik kan u verzekeren dat dat in een tijd dat we dubbeltjes zitten om te draaien een llein huzarenstukje is.
Dat geld wordt onder meer besteed aan onder meer:
- het JOGG- onderdeel van convenant Gezond Gewicht (Jongeren Op Gezond Gewicht);
- Gezonde School, een gezonde schoolaanpak en een gezonde schoolomgeving;
- de sportimpuls gericht op kinderen met overgewicht.
Ik kom even kort terug op deze thema’s.
JOGG
U weet JOGG is een methode om overgewicht in de wijk aan te pakken. Vanuit Frankrijk weten we dat het effectief is en ook Nederland kent al mooie voorbeelden. En als je op dit vlak, op dit beleidterrein succes wilt hebben, vier pijlers met elkaar moet verbinden:
- Politiek bestuurlijk draagvlak;
- Samenwerking met de verschillende partijen;
- Sociale marketing - gezondheid slim verkopen. Hoe kun je nu verleiden en werken aan verlangen;
- Kijken wat er gebeurt en leer daarvan;
Voor Nederland komt daar nog belangrijke vijfde pijler bij: het verbinden van preventie aan zorg.
En dan kom je al gauw bij de vraag, wat voor beleid is er voor de bestrijding van overgewicht bij jongeren? Dan zie je dat er overal al veel gebeurt. Er zijn allerlei projecten en allerlei subsidies. Kijk eens wat we allemaal aan het doen zijn. Maar een van de lessen van het JOGG-programma is nou juist dat het in samenhang moet, structureel en in samenwerking met alle partijen die gezamenlijk één doel hebben: gezondheidswinst.
En dat kan zich vertalen in grote dingen en in kleine dingen. Denk aan aandacht voor gezonde lunches en traktaties op school. Of wat betekent het voor het eten in de sportkantines. Of dat je tijdens de avondvierdaagse geen snoep uitdeelt aan de kinderen, maar dat zij een bidon krijgen van het lokale waterbedrijf of een stappenteller. Bedrijven zetten hun kennis, communicatiekanalen en netwerk in om aan te sluiten bij de lokale gezonde ontwikkeling. Of wat betekent het dat je bij de Sinterklaasintocht fruit uitdeelt. Wat betekent het dat je kennis van netwerken, marketing, commercie, financiën en gezondheid slim inzet bij jongeren op gezond gewicht.
De ambitie was van 23 JOGG-gemeenten nu – en ik hoor net dat het er inmiddels 24 zijn - naar 75 in 2015. Hartstikke belangrijk dat we dat halen. Maar zou eigenlijk niet zo moeten zijn dat het een normaal onderdeel is van lokaal beleid dat alle 400 gemeentes JOGG-gemeentes worden. Dat heel Nederland bijdraagt aan de strijd tegen overgewicht onder jongeren. Dat zou pas een uitdaging zijn.
Dat zou een nieuwe aanpak van gezondheidsbeleid zijn. Dat zijn we nog niet zo gewend. We hebben hier vaak een onderscheid tussen cure, care, jeugdbeleid. Maar zouden we dat niet beter inhoudelijk aan elkaar kunnen koppelen. Dat is niet een zaak van de overheid alleen. Denk aan de gemeente, de school, welzijnsorganisaties.
Gezonde School
In onze verkenning naar een gezondere schoolomgeving en school kwamen we tot de conclusie dat we eigenlijk één aspect over het hoofd zagen. Zeg maar de peuters en kleuters.
Ik vind het belangrijk om ook aan hen aandacht te besteden. Ook voor die doelgroep moet aandacht zijn voor gezond eten en bewegen. De begeleiders staan, zo blijkt, ongelooflijk open voor dit onderwerp. En zij zijn zelf al plannen aan het ontwikkelen. Zij willen graag met de kinderen en hun ouders aan de slag om gezond gedrag te bevorderen ook in de verdere schoolcarrière.
Over vier jaar willen we dat een kwart van alle scholen een Gezonde Schoolbeleid heeft: 850 scholen.
Dat alles vereist ook iets van de rijksoverheid. Het mooie is dat we hier samen optrekken met het ministerie van Onderwijs en de onderwijsraden. Het betekent wel dat alle partijen aan de bak moeten. Niet alleen de rijksoverheid.
Samenwerking met private partijen is hierbij een essentieel onderdeel. Daarbij denk ik onder meer aan producenten van voedingsmiddelen, supermarkten, de groothandel en de automatenbranche. Maar er is meer.
Je zou ook kunnen denken aan meer groene schoolpleinen. Veel scholen zijn enthousiast en hebben aangegeven dat zoiets bijdraagt aan gezond gedrag. Zou het niet mooi zijn te streven naar 100 procent gezonde schoolpleinen.
En dan de gezonde schoolkantine, onderdeel van het Convenant Gezond Gewicht. Sinds 2006 zijn er 400 scholen met het project aan de slag gegaan.
Inmiddels hebben ook 36 private partijen, denk aan cateraars, en producenten van levensmiddelen, dat handvest ondertekend.
Tot mijn genoegen staat het concept met de gezonde kantine al stevig op de rails. Dat is echt een prestatie. Want het is natuurlijk een prima ontwikkeling dat leerlingen in een ‘hippe’ kantine tegen normale prijzen gezonde producten kunnen kopen. Trouwens, uit onderzoek komt naar voren dat veel kinderen het helemaal niet gek vinden als juist géén frituur in de kantine staat. Zij vinden dat de school een voorbeeldfunctie heeft. We streven ernaar dat over twee jaar 1200 schoollocaties werk maken van een gezonde kantine.
We leggen opnieuw de lat hoog, maar het is fijn om te zien dat veel partijen er goed aan meewerken.
Eén kanttekening. Het is wel raar dat gemeenten die afspraken maken met scholen en buurtsupers over een gezond aanbod, tegelijk een snackkar een vergunning geven om pal voor de school Vietnamese loempia’s of patat te verkopen. Of een kapsalon. En daar wordt je haar niet geknipt, hoor. Het is een populaire snack van maar liefst 1800 kilocalorieën (Kcal). Welke boodschap geef je daarmee af aan kinderen? Het is belangrijk dat gemeenten slim kijken en doordenken over alle onderdelen van hun beleid.
Sportimpuls Kinderen op Sportief Gewicht
Als onderdeel van het programma Sport en Bewegen in de Buurt stellen we geld beschikbaar voor een passend aanbod sport en bewegen voor kinderen met overgewicht. Dat is nu onvoldoende. Je wilt natuurlijk dat kinderen met flink overgewicht na verloop van tijd kunnen meedoen met ‘gewone’ sportclubjes.
Maar het is wel belangrijk om die kinderen daar een beetje op voor te bereiden door ze op maat te leren hoe je veilig en bewust kan bewegen en hoe je gezond maar ook lekker kan eten.
Hoe werkt in dit geval die specifieke sportimpuls? Het is niet aan VWS om te bepalen welk lokaal aanbod er moet komen en wie daarbij wordt ingezet, maar we stellen er wel geld voor beschikbaar.
Dat klinkt een beetje vaag, dat begrijp ik. We denken hierbij bijvoorbeeld aan een zwemclub die zich actief richt op jongeren die wat kilo’s te veel meetorsen. Of een speciaal balletclubje, een praktijk voor fysiotherapie of een voetbalclub.
Ze kunnen dat op allerlei manieren invullen. Dat om te voorkomen dat jongens of meisjes, die door hun overgewicht niet meteen mee kunnen komen, fysiek of emotioneel buiten de boot vallen. Want kinderen kunnen vaak heel hard voor elkaar zijn, waarbij ook kinderen met overgewicht soms het mikpunt zijn. Bij die jongens en meisjes moet misschien eerst wat aan het zelfvertrouwen worden gewerkt.
Het is aan het veld om goede voorstellen op dit vlak in te dienen En als kwaliteit en belang van die voorstellen gunstig wordt beoordeeld, krijgt een lokaal idee geld om daar twee jaar mee aan de slag te gaan. Ik hoop dat bestaande en nieuwe JOGG-gemeenten gebruik zullen maken van deze subsidies.
Op die manier wordt het lokale beleid gestimuleerd en iets moois georganiseerd voor de doelgroep met overgewicht.
Tenslotte werk ik samen met de minister aan een Nationaal Programma Preventie. We kiezen voor een sterkere nadruk op gezondheid, mede in het licht van een beheersbaar en toegankelijk zorgstelsel. Van ziekte en zorg naar gezondheid en gedrag, zou je kunnen zeggen.
De sleutel tot meer gezondheid ligt ook hier niet in de eerste plaats bij de overheid. Die sleutel ligt bij mensen zelf en bij partijen, zoals scholen, werkgevers, gemeenten en sportverenigingen. Het gaat ons als samenleving allemaal aan. Ieder van ons heeft daarin een verantwoordelijkheid. We willen alle partijen betrekken bij het bereiken van meer gezondheid en minder ziekte.
Beste mensen,
Mijn collega’s en ik zitten niet stil in Den Haag. Ik wil ook mijn schouders eronder zetten om een gezonde jeugd te ondersteunen. En ik verwacht dat u ook niet stil zit. De stelselherziening jeugd, waar momenteel hard aan wordt gewerkt, zal ook van een aantal aanwezigen hier veel vergen.
Maar we doen het wel ergens voor. We willen dat ieder kind of jongere de kans krijgt veilig op te groeien en iets van het leven te maken.
Sport en bewegen en een gezond gewicht – en dus gezondheid - maken die kans alleen maar groter. Natuurlijk maken mensen zelf de keuzes, maar voor kinderen ligt dat anders: die moeten nog leren op een verantwoorde manier te kiezen. En daar speelt u allemaal een belangrijke rol bij.
Ik draag uw inspanningen een warm hart toe en wens u veel succes bij al onze uitdagingen.