Gebruik gewasbeschermingsmiddelen beperken vanwege risico voor bijen
Staatssecretaris Sharon Dijksma van Economische Zaken wil bepaalde toepassingen van gewasbeschermingsmiddelen uit de neonicotinoïdegroep beperken vanwege risico voor bijen. Zij wil die inperking bij voorkeur Europees regelen omdat dat het meest effectief is.
Maar als de Europese Commissie niet met maatregelen komt, wil zij dat het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) nationale maatregelen neemt. Dat schrijft ze in een brief aan de Tweede Kamer.
Hoog risico voor bijen niet uitgesloten
De Europese Voedselveiligheidsautoriteit (EFSA) heeft een herbeoordeling uitgevoerd van de effecten op bijen van 3 werkzame stoffen uit de neonicotinoïdegroep. De EFSA concludeert dat een hoog risico voor bijen bij toepassing op sommige gewassen is geïdentificeerd of niet kan worden uitgesloten. Dit geldt voor 2 Nederlandse toepassingen voor gebruik bij maïs. Het Ctgb adviseert de staatssecretaris op die 2 toepassingen er bij de Europese Commissie op aan te dringen actie te ondernemen en datzelfde te doen voor toepassing bij erwten.
Onvoldoende gegevens
Voor alle beoordeelde werkzame stoffen is volgens het EFSA rapport sprake van onvoldoende gegevens om het risico voor bijen goed te kunnen beoordelen. De belangrijkste reden voor dit gebrek aan gegevens is, dat de EFSA nu beoordeeld heeft op basis van een nieuw toetsingskader.
Voor 19 toepassingen van deze middelen in Nederland valt daarom niet vast te stellen of de risico’s voor bijen aanvaardbaar of onaanvaardbaar zijn. Het Ctgb is van oordeel dat voor deze toepassingen er vooralsnog geen reden is tot maatregelen. Staatssecretaris Dijksma heeft het Ctgb opdracht gegeven voor deze toepassingen op basis van de huidige kennis te naar de risico’s te kijken. Ze wacht deze quickscan af. Daarnaast dringt staatssecretaris Dijksma erop aan dat de ontbrekende gegevens zo snel mogelijk worden opgeleverd zodat op basis daarvan eventuele aanvullende maatregelen kunnen worden genomen.