Ruimte voor investeringen door financieel akkoord Rijk en medeoverheden
Het kabinet heeft met de voorzitters van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Unie van Waterschappen (UvW) een onderhandelaarsakkoord bereikt over diverse financiële maatregelen en ambities die voortvloeien uit het Regeerakkoord. Hiermee blijft er de komende jaren ruimte voor lokale investeringen. Het akkoord omvat de bijdrage van de decentrale overheden aan het terugdringen van het begrotingstekort, de introductie van verplicht schatkistbankieren en het in stand houden van het BTW-compensatiefonds.
“Het overbruggen van de verschillen geeft een impuls aan het op orde brengen van de overheidsfinanciën en het sterker maken van de Nederlandse economie. Dit financieel akkoord is dan ook een grote stap voorwaarts”, stelt minister Dijsselbloem (Financiën). Minister Plasterk (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties): “Iedereen weet nu precies waar hij aan toe is, en we hebben een passend antwoord gevonden op zorgen van gemeenten, provincies en waterschappen over hun investeringsruimte." Ook staatssecretaris Weekers (Financiën) is tevreden met het akkoord, dat VNG-voorzitter Jorritsma, IPO-voorzitter Remkes en UvW-voorzitter Glas met een positief advies voorleggen aan hun achterban.
Terugdringen begrotingstekort
Bij het op orde brengen van de schatkist trekt het Rijk samen op met de gemeenten, provincies en waterschappen. Op basis van het wetsvoorstel Houdbare Overheidsfinanciën (wet HOF) en de geldende begrotingsregels leveren het Rijk en de decentrale overheden de komende jaren een gelijkwaardige inspanning bij het terugdringen van het begrotingstekort. Dit principe is aan de hand van de doorrekening van het Regeerakkoord (raming EMU-saldo, Startnota) vertaald naar een concrete doelstelling voor de medeoverheden. De koepelorganisaties hebben de ambitie om deze kabinetsperiode het gezamenlijke aandeel van gemeenten, provincies en waterschappen in het Nederlandse begrotingstekort geleidelijk terug te brengen van 0,5% van het bruto binnenlands product (bbp) in 2013, naar 0,2% bbp in 2017. Het kabinet begrijpt tegelijkertijd de zorgen van decentrale overheden over de investeringsruimte. De wettelijke tekortnorm wordt daarom voor de periode 2013 tot en met 2015 gesteld op maximaal 0,5% bbp. In 2016 en 2017 gaat de tekortnorm naar respectievelijk 0,4% bbp en 0,3% bbp. Eind 2015 volgt een evaluatie, aan de hand waarvan wordt bezien of de beoogde norm voor de jaren 2016 en 2017 verantwoord en mogelijk is.
Schatkistbankieren
Alle gemeenten, provincies en waterschappen worden verplicht om geld dat ze opzij zetten onder te brengen bij het Rijk. Deze tegoeden, die eigendom blijven van de decentrale overheden, worden aangehouden in de schatkist. Gemeenten, provincies en waterschappen ontvangen hiervoor een rente die gelijk is aan het rentepercentage dat de Staat betaalt over leningen op de geld- en kapitaalmarkt. Met dit zogeheten ‘schatkistbankieren’ worden risico’s van beleggingen van gemeenten en provincies tot een minimum beperkt. Bovendien leidt het ertoe dat de overheidsschuld eind dit jaar naar verwachting € 6 miljard (1%-punt bbp) lager uitvalt. Op langere termijn, als de huidige meerjarige beleggingen van de decentrale overheden geleidelijk aflopen, groeit het effect tot naar verwachting € 17 à € 20 miljard (ongeveer 3%-punt bbp schuldreductie). Deze ontwikkeling is door het Centraal Planbureau meegenomen in de doorrekening van het regeerakkoord.
Het verplicht schatkistbankieren wordt geregeld via de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido). Minister Dijsselbloem stuurt het voorstel tot wetswijziging zo snel mogelijk aan de Kamer. Op verzoek van VNG, IPO en UvW wordt in het voorstel een extra bepaling opgenomen waardoor decentrale overheden hun tegoeden onder bepaalde voorwaarden ook aan elkaar kunnen uitlenen. Ook de eerder beoogde ‘roodstandfaciliteit’ is op verzoek van de medeoverheden geschrapt. Bovendien is afgesproken dat kleine tegoeden worden vrijgesteld van het verplicht schatkistbankieren en dat de rente op geld in de schatkist nooit negatief kan zijn.
BTW-compensatiefonds blijft
Op aandringen van VNG, IPO en UvW ziet het kabinet af van afschaffing van het BTW-compensatiefonds. De beoogde bezuiniging (€ 550 miljoen per jaar) wordt gerealiseerd via een structurele korting op het Gemeente- en Provinciefonds. Ook zal het BTW-compensatiefonds, dat de afgelopen tien jaar verdubbelde en waarbij het Rijk een steeds groter deel moest bijpassen, worden gemaximeerd.