Nieuwjaarsreceptie van VNG International
Toespraak van minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, Lilianne Ploumen, op de nieuwjaarsreceptie van VNG International, Den Haag, 18 januari 2013.
Dames en heren,
Wat als burgemeesters de wereld zouden besturen?
Onder deze titel werkt de bekende politicoloog Benjamin Barber aan een boek.
Hij zegt dat lokale bestuurders de toekomst hebben.
Ze beslissen sneller.
Hebben beter contact met burgers.
En ze werken makkelijker samen – omdat ze beter weten wat belangrijk is.
Barber wil een wereldpolitiek van steden – die pakken de problemen van vandaag beter aan dan staten.
Burgemeesters op zetels van de Verenigde Naties, de Wereldhandelsorganisatie en het Internationaal Monetair Fonds: ik zie het nog niet zo snel gebeuren.
Toch heeft Barber een punt: lokale bestuurders zijn uitermate belangrijk.
Zij moeten betrokken worden – bij het bestuur van hun land en bij de wereldpolitiek.
Zelf zag ik de kracht van lokaal bestuur in Amsterdam – het bepaalde mijn politieke loopbaan.
Stadsdeel Slotervaart, waar ik woon, had veel problemen.
Allochtonen en autochtonen leefden gescheiden.
De Amsterdamse middenklasse in het groen,
Marokkaanse families in arme, slechte wijken.
Daar was veel armoede en achterstand.
Ik was toen nog lid van GroenLinks, een partij waarvan ik vond dat die de problemen eigenlijk niet op loste.
De PvdA, een volkspartij met contacten in de wijk, deed dat wel.
Die had mensen die op zoek gingen naar oplossingen – pragmatisch dus.
Die gewoon van dag tot dag keken wat nodig was.
Dat gaf de doorslag: ik stapte over naar de PvdA.
Wat ik maar wil zeggen: goed lokaal bestuur kan het verschil maken.
Dat mogen landelijke bestuurders nooit vergeten.
Voor mij als minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking geldt dat dubbel.
Want ik heb niet alleen te maken met lokale bestuurders in Nederland, met u, maar ook lokale bestuurders in ontwikkelingslanden.
Lokaal bestuur heeft daar invloed op kansen voor ontwikkeling en kansen op investering – op hulp en handel.
Gemeenten scheppen vaak zelf voorwaarden die nodig zijn voor ontwikkeling.
Door het aanleggen van wegen,
het aantrekken van bedrijven,
en het aanwakkeren van handel – door regels te maken voor de lokale markt.
Zo sprak ik in Bamako, in Mali, met districtsburgemeester Moussa Mara over het tegengaan van jeugdwerkloosheid.
Gemeenten scheppen ook de voorwaarden voor menswaardig bestaan.
Van het ophalen van vuilnis tot brandveiligheid – en vaak nog veel meer.
In Mali hoorde ik dat lokale bestuurders daar verantwoordelijk zijn voor onderwijs, ziekenzorg en watervoorziening.
Het mooie is dat burgers heel goed weten wat de taak van de gemeente is.
Ze kennen de beleidsmakers en bestuurders daar.
Ze spreken hen aan als het misgaat.
En ze roepen hen ter verantwoording als het niet beter wordt.
Zichtbaarheid, effectiviteit en verantwoordelijkheid – dat zijn de sterke principes van lokaal bestuur.
Zelfs in landen waar de centrale overheid niet, of nog niet, goed functioneert – zelfs in landen in overgang, wederopbouw of met een falende overheid.
Ook daar wordt soms lokaal bereikt wat nationaal niet lukt: veiligheid, vredesopbouw en geschillenbeslechting.
Goed lokaal bestuur maakt dus het verschil – in allerlei omstandigheden.
Bestuur op basis van gelijkheid, transparantie en rechtszekerheid.
In gemeenten, districten en waterschappen.
Dat is een voorwaarde voor zelfredzaamheid.
En een voorwaarde voor ontwikkeling.
Dat is waarom ik werk aan goed bestuur in ontwikkelingslanden.
Dames en heren, u weet alles van lokaal bestuur; u bent het lokaal bestuur – uw kennis en connecties zijn waardevol.
Uw kennis van het ontwikkelen van wet- en regelgeving,
Uw jarenlange contacten – ook dankzij stedenbanden,
en uw ervaring met het stimuleren van de lokale economische ontwikkeling.
Dat is van belang voor alles wat wij over de grens doen.
Neem nou het LGCP-programma in Benin.
Daar helpt VNG International districten met de lokale economische ontwikkeling.
Met advies over hoe zij de landbouw kunnen versterken.
Met training in thema’s als belastingheffing, landregistratie of promotie van streekproducten.
En door samen te werken aan betere wegen, slachthuizen, en magazijnen voor de opslag van vlees en groente.
Allemaal inspanningen voor voedselzekerheid op lokaal niveau.
En laat voedselzekerheid nou net een speerpunt in de Nederlandse relatie met Benin zijn.
Natuurlijk is dat geen toeval maar coördinatie.
Zo kunnen VNG International, gemeenten en ambassade elkaar versterken.
Zo doen alle partijen waar ze goed in zijn.
En zo vult het lokaal bestuur het regeringsbeleid aan.
Daarom blijf ik lokale bestuurders betrekken.
VNG International is daarvoor een belangrijke partner – al jaren.
Ook werken we met ngo’s en betrekken we zelf districten en gemeenten bij onze eigen programma’s.
Samen werkt u voor ontwikkeling,
voor kansen en mogelijkheden daar.
Dus voor hulp en voor handel wereldwijd.
Laten we daarom de samenwerking tussen lokaal en nationaal nog verder optimaliseren.
Daar begon het vorige kabinet al mee.
We hebben nu een strategische reisagenda.
Zo coördineren we onze bezigheden in het buitenland – zowel lokaal, provinciaal als nationaal.
Ook verbeterden we de samenwerking in het Local Government Capacity Programme van VNG International.
De landenprogramma’s zijn nu vraaggestuurd, doelgericht en sluiten aan op mijn beleid.
Maar de succesvolle collega-tot-collega benadering, die blijft.
Blijft u vooral investeren in de coördinatie met andere partijen.
En blijft u vooral zorgen dat burgers betrokken blijven.
Burgers moeten betrokken zijn bij het lokale bestuur – of dat nou is in Bamako of in Slotervaart, Amsterdam.
Want zij roepen u en mij ter verantwoording als het mis gaat.
U houdt burgers ook betrokken bij de wereld.
Vroeger brachten stedenbanden eigenlijk de wereld de gemeente binnen.
Nu gaat dat ook via tv, skype en internet.
Maar de persoonlijke benadering blijft onverminderd belangrijk.
Straks horen we welke gemeente het creatiefst was in zijn werk voor de Milleniumdoelen.
We horen welke gemeente er dit jaar met de wisselbeker van door gaat.
Dames en heren,
Benjamin Barber weet dat buitenlands beleid niet meer zonder lokale bestuurders kan.
Dat ben ik met hem eens.
Wel stel ik graag een goede taakverdeling voor.
U opereert internationaal op lokaal niveau.
En collega Timmermans en ikzelf bezetten zetels in internationale organisaties.
Samen werken we dan voor hulp en handel.
Samen werken we voor betrokken burgerschap.
Ik dank u wel.