Toespraak minister Asscher bij werkgeversbijeenkomst Gelderland op 17 januari 2012 in Arnhem
Op donderdag 17 januari 2013 hield minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een toespraak bij de werkgeversbijeenkomst Gelderland. Het thema van de bijeenkomst: mobiliteit en ontwikkeling op de regionale arbeidsmarkt. Hieronder treft u de tekst van zijn toespraak.
Dames en heren,
Fijn om hier te zijn. En goed dat u hier allemaal bent. Ik ben blij dat u tijd heeft kunnen vrijmaken om hier vandaag aanwezig te zijn. Want het gaat over iets cruciaals.
Het gaat namelijk niet alleen over de toekomstige arbeidsmarkt, maar ook over hoe wij in de toekomst werken in Nederland.
Het gaat er niet alleen om dat mensen aan de slag gaan en blijven, maar dat zij ruimte krijgen om hun talenten te verzilveren.
Het gaat er uiteindelijk om hoe u genoeg, gezonde, geschoolde en gemotiveerde medewerkers op de werkvloer heeft en houdt.
Medewerkers die zich blijven ontplooien.
Die met plezier aan het werk gaan.
Die - met recht - de ziel én ruggengraat van uw bedrijf vormen.
Zo zie ik de toekomstige arbeidsmarkt voor mij.
Zo zie ik uw toekomstige werkvloer voor mij.
En ik vermoed dat u dat ook zo ziet.
En het is mogelijk.
Het vergt een nieuwe manier van denken én handelen.
Het vergt voorbij de huidige crisis kijken.
En vaak vergt in eerste instantie niet veel meer dan een goed gesprek.
Een gesprek met uw werknemers over hun capaciteiten. Hun talenten. Hun wensen. Hun drijfveren.
Zij vormen de spil van uw bedrijf. Uw bedrijf kan zelf niet groeien. Het zijn uw medewerkers die wél kunnen groeien en uw bedrijf groeit mee. En de Nederlandse economie.
Dat klinkt allemaal heel mooi, maar ik begrijp heel goed dat uw hoofd in deze tijd naar andere zaken staat. De crisis dwingt u wellicht tot kortetermijndenken. Maar houd juist nu rekening met de lange termijn. U zag het net al in het filmpje: we staan voor een grote uitdaging. We moeten de groeiende concurrentie op de wereldmarkten het hoofd bieden. En dat in een tijd van vergrijzing en ontgroening. We moeten meer doen met minder mensen. Investeren in uw huidige en toekomstige medewerkers is alleen daarom al geen overbodige luxe.
Dan rijst meteen de vraag: hoe pakken we dat aan? Hoe zorgen we er met elkaar voor dat uw medewerkers gemotiveerd tot aan hun pensioen blijven werken? Hoe geven we vorm aan – zoals dat heet – de duurzame inzetbaarheid van uw medewerkers? Daar is helaas geen pasklaar antwoord op te geven. Ook wel logisch omdat geen bedrijf, sector en medewerker hetzelfde is. Duurzame inzetbaarheid is en blijft maatwerk. En niet alleen gaandeweg de loopbaan, maar vanaf de eerste werkdag. Want een jongere werknemer is - met het oog op een steeds sneller veranderende economie - net zo gebaat bij scholing als een oudere werknemer.
De voordelen spreken eigenlijk voor zich. Als je gezond blijft, houd je je werk langer vol. Als je je blijft scholen, ben je makkelijker in staat mee te veranderen als het werk dat vraagt. En als je mobiel blijft, kun je makkelijker op andere plekken aan de slag. Ook op latere leeftijd. Maar er zijn meer voordelen. Ik geef u een paar voorbeelden.
Zo bespaart u in de kosten van ziekteverzuim als u investeert in de gezondheid van uw werknemers. En dat scheelt een hoop. Een daling van het ziekteverzuim van 1 procentpunt scheelt werkgevers jaarlijks 2,6 miljard euro aan kosten. Daarnaast levert een 1 procentstijging van de arbeidsproductiviteit – bijvoorbeeld door scholing – een economische groei op van 6 miljard euro. Ik weet: het zijn allemaal macrocijfers. Maar u ziet: er is veel te winnen. Vooral als we er gezamenlijk de schouders onder zetten. Misschien heeft u er al werk van gemaakt. Misschien bent u allang in gesprek met uw medewerkers. Misschien investeert u al in scholing en mobiliteit. Dan bent u al op de hoogte van de voordelen.
En die voordelen leiden al snel tot succesverhalen. Vorig jaar zijn we vanuit het ministerie in gesprek gegaan met 100 werkgevers die aantoonbaar werk maken van duurzame inzetbaarheid. Hun praktijkverhalen zijn indrukwekkend en inspirerend. Hun businesscases laten duidelijk zien dat investeren in duurzame inzetbaarheid zich altijd terugverdient. Niet alleen in geld, maar juist ook in welzijn en werkplezier. U zag net in het filmpje het voorbeeld van koekjesbakkerij Veldt. Medewerkers van Veldt hebben dankzij het project ‘Regie in eigen hand’ meer verantwoordelijkheden gekregen. Daardoor zijn ze meer betrokken geraakt bij de organisatie, zijn ze minder ziek en presteren ze beter.
Een Gelders voorbeeld: aardappelverwerker Aviko. In 2012 was de helft van de medewerkers 50 jaar of ouder. Langdurig ziekteverzuim was bij deze groep het hoogst. Aviko kende 4 à 5 procent ziekteverzuim. 1 procent kostte het bedrijf bijna een half miljoen euro per jaar. Aviko was dus per jaar tussen de 2 en 2,5 miljoen euro kwijt aan ziekteverzuim. De oplossing: investeren in meer bewegen en een gezonde leefstijl. Aviko geeft aan dat het ziekteverzuim terugloopt. Werknemers zijn fitter en productiever. En dat bespaart het bedrijf een hoop geld.
Ook de welbekende Gelderse hotelonderneming Bilderberg maakt werk van duurzame inzetbaarheid. De directeur P&O – Els van Batum – zoekt samen met medewerkers naar manieren om langer gezond, betrokken en gemotiveerd aan het werk te blijven. De oplossing: kamermeisjes maken nu samen een hotelkamer op orde, in plaats van alleen. Zij hebben daardoor meer plezier in hun werk en hebben minder lichamelijke klachten.
Bij de Brandweer Zuid-holland Zuid pakken ze het anders aan. Daar krijgen medewerkers een tijdelijk contract van 20 jaar. Zij beseffen vanaf hun eerste werkdag dat zij zelf actief moeten investeren in hun eigen toekomst. Scholing is hierbij het sleutelwoord. Scholing zorgt ervoor dat je je blijft ontwikkelen. Ook op terreinen die niets met je huidige werk te maken hebben. De toekomstige arbeidsmarkt zal genoeg werk in petto hebben, maar steeds vaker verspreid over verschillende werkgevers. Je bekwamen op verschillende gebieden zorgt ervoor dat je je arbeidsmobiliteit verhoogt. Door scholing boor je talenten aan die je in de toekomst voor werk kunt gebruiken.
U begrijpt, duurzame inzetbaarheid betekent niet alleen meer scholing gericht op het huidige werk. Het vergt een nieuwe kijk op uw lange termijn personeelsbeleid. De blik moet ook verlegd worden voorbij de eigen werkvloer. Mobiliteit betekent – bijvoorbeeld - ook meer samenwerken met bedrijven in de eigen regio of sector om medewerkers van werk naar werk te begeleiden als dat nodig is. Hier worden al goede stappen in gezet.
Op initiatief van het vorige kabinet is een aantal experimenten naar ‘van-werk-naar-werk’ nauwkeurig onderzocht op succesfactoren. Ook de grafische industrie deed mee in het experiment. Door goede onderlinge afspraken zijn werknemers succesvol van het ene naar het andere bedrijf begeleid.Resultaat: tevreden werknemers en tevreden werkgevers. En - tegen alle trends in - een verlaging van de sectorpremie voor de WW van bijna 1 procent. En dat allemaal vanuit de eigen sector georganiseerd. Ik ben hier erg over te spreken.
Uit de experimenten blijkt dat het creëren van voldoende draagvlak bij zowel werkgevers en werknemers als bij de samenwerkende partijen de eerste voorwaarde voor succes is. Maar ook door gebruik te maken van bestaande netwerken. Bedrijven kennen elkaar onderling. Ze voelen zich verbonden door de affiniteit met de sector. Ook een aantoonbaar goede samenwerking tussen sociale partners, sectorfondsen, scholingsinstituten en kenniscentra is een belangrijke succesfactor gebleken. Actieve betrokkenheid van de vakbond, onder andere via afspraken in de cao of het sociaal plan, biedt werknemers ook vertrouwen om mee te werken aan bemiddeling van-werk-naar-werk.
Een aantal van de projecten heeft minder goede resultaten laten zien. Daar zijn het experimenten voor. Maar juist de experimenten die zijn geworteld in sectorale structuren mét actieve betrokkenheid van de vakbonden, waren succesvol. Het eindrapport over deze experimenten is vandaag verschenen. Hieruit blijkt dat 60 procent van de deelnemers – waaronder ook lager opgeleide ouderen - aan een nieuwe baan zijn geholpen dankzij een van-werk-naar-werktransitie.
Een mooi resultaat.
Een resultaat dat hoop biedt voor de toekomstige arbeidsmarkt.
Een resultaat dat optimisme uitstraalt.
Een resultaat dat laat zien dat de toekomstige arbeidsmarkt goed kan blijven functioneren, ondanks de vergrijzing en ontgroening.
Kortom; een resultaat dat laat zien dat er genoeg mogelijkheden zijn voor werk mits we blijven investeren in mensen, investeren in elkaar, investeren in duurzame inzetbaarheid. Investeren om gezond, gemotiveerd en goed geschoold aan het werk te zijn en blijven. En mocht er sprake zijn van dreigend ontslag, dat er succesvol bemiddeld kan worden naar ander werk. Daarmee voorkom je dat mensen langdurig thuis komen te zitten met een uitkering. De stap vanuit deze situatie terug naar de arbeidsmarkt is erg lastig. Zeker voor ouderen.
Ik wil hierover in de gesprekken met de sociale partners over de Sociale Agenda de komende maanden nadere afspraken maken. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat meer sectoren hun met ontslag bedreigde medewerkers met succes naar ander werk bemiddelen, binnen de eigen sector, of in de regio? Of beter nog: hoe zorgen we ervoor dat werknemers, jong en oud, zich blijven ontwikkelen en zo aantrekkelijk blijven op de arbeidsmarkt dat ze snel weer elders aan de slag komen. Als sectoren met goede plannen komen ben ik bereid die mede te financieren, daar is al 300 miljoen euro voor gereserveerd.
Dames en heren, ik rond af. Het doet mij deugd dat u hier met zovelen bent vandaag. Het onderwerp gaat u aan het hart. En dat geldt ook voor mij. De Nederlandse arbeidsmarkt is een sterke arbeidsmarkt waar ruimte is voor talent en ontplooiing. Een arbeidsmarkt waarbij het niet alleen draait om geld verdienen, maar ook om sociale contacten, erkenning en plezier. Nederland heeft alles in zich om deze sterke arbeidsmarkt te behouden en sterker te maken. Maar dan moeten we vandaag al aan de slag. Duurzame inzetbaarheid laten wij vanuit het ministerie niet meer los. Het is hét thema voor de toekomstige arbeidsmarkt. Een arbeidsmarkt waar mensen maximaal tot hun recht komen. Kortom: een arbeidsmarkt waar Nederland patent op heeft.
Dank u wel.