Periode bijzondere aandacht verbetering brandveiligheid justitiële inrichtingen afgerond
Staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) beschouwt de periode van bijzondere en gerichte aandacht voor de verbetering van de brandveiligheid bij de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) na de Schipholbrand in 2005 als afgerond. Dat schrijft hij vandaag in reactie op het onderzoeksrapport van de vier samenwerkende rijksinspecties over de brandveiligheid bij dertien particuliere justitiële inrichtingen. Teeven ziet in het inspectierapport het beeld bevestigd dat de aanpak heeft geleid tot een verantwoord brandveiligheidsniveau in de particuliere sector. De gezamenlijke rijksinspecties kwamen in 2010 al tot de conclusie dat de rijksinrichtingen en de semi-particuliere inrichtingen als brandveilig konden worden gekarakteriseerd, maar dat de bouwkundige en organisatorische brandveiligheid in de particuliere inrichtingen nog onvoldoende op orde was.
Teeven schrijft verder in de brief dat vier aanbevelingen van de inspecties in de komende periode worden opgepakt. Zo is een groter bewustzijn nodig over de risico’s van teveel persoonlijke spullen binnen de beperkte verblijfsruimte van de justitiabele en moeten er duidelijke en eenduidige afspraken met de brandweer worden gemaakt met de brandweer over opkomsttijden. Ook is een betere analyse nodig van de risico’s van het gebruik van het gebouw en de afstemming van de BHV-organisatie daarop en is permanente aandacht voor de borging van het gehele brandveiligheidsconcept noodzakelijk om de brandveiligheid ook voor de toekomst te verzekeren. De DJI zal erop toezien dat alle particuliere inrichtingen op korte termijn met deze aanbevelingen aan de slag gaan. Om de brandveiligheid op de lange termijn te waarborgen zal DJI het brandveiligheidsbeleid van de particuliere inrichtingen periodiek blijven evalueren.