Minister Schippers opent Hersentumor Centrum
'Het is geen vrijblijvend gezelschapsspel. Proof of the pudding is in the eating. Op papier staan de inhoudelijke doelen, daarin zit ook logica. Als artsen routine hebben met hun teams – van mensen die op elkaar zijn ingespeeld doordat ze moeilijk ingrepen vaker doen, dan verhoogt de kwaliteit.’ Dat zei minister Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, bij de opening van het Hersentumor Centrum op 10 januari 2013 in Rotterdam.
Beste mensen,
Op 1 januari vorig jaar is het hoofdlijnenakkoord ingegaan dat de ziekenhuizen, zorgverzekeraars en de overheid sloten. In dat akkoord staan belangwekkende afspraken over kosten- en volumebeheersing zonder dat er wachtlijsten ontstaan. Daardoor wordt minder snel medisch niet- noodzakelijke zorg geleverd. De praktijkvariatie wordt deze manier teruggedrongen. Dat is in ieder geval de gedachte. Afspraken over deconcentratie van medisch specialistische zorg die zich daarvoor leent, zorg die beter in de eerste of de anderhalve lijn kan worden geleverd in de buurt. Dichtbij huis dus. Er zijn ook afspraken gemaakt over concentratie van complexe zorg.
Dit hoofdlijnenakkoord kan een grote betekenis krijgen. Afspraken die erin staan zijn naar mijn mening méér dan noodzakelijk. De vorm, dat je met elkaar overlegt en afspraken maakt over wenselijke ontwikkelingen, spreekt mij aan. Decreten vanuit Den Haag zijn altijd minder effectief en scheppen de illusie dat de wereld er anders uitziet na publicatie in het staatsblad -waarin wetten worden gepubliceerd als ze van kracht worden. De gedachte achter het hoofdlijnenakkoord is dat iedereen zich committeert aan gezamenlijke doelen, de afspraken, en overeenkomstig handelt.
Het is geen vrijblijvend gezelschapsspel. Proof of the pudding is in the eating. Op papier staan de inhoudelijke doelen, daarin zit ook logica. Als artsen routine hebben met hun teams – van mensen die op elkaar zijn ingespeeld doordat ze moeilijk ingrepen vaker doen, dan verhoogt de kwaliteit. Dat verhoogt de overlevingskansen voor de patiënt en het verlaagt de kans op fouten, hersteloperaties en complicaties. Als je vaker ziet en doet, word je er beter in. Als je vaker in hetzelfde team werkt, ken je elkaar, ben je op elkaar ingespeeld. Als je meer patiënten hebt, worden dure apparaten intensiever gebruikt en is de euro die verzekerden aan zorg betalen beter besteed. Dat is dus goed voor de patiënt en de premiebetaler. Dat zijn ook de opleidingen die we willen.
Die afspraken hebben we gemaakt, op papier en die hebben we getekend. Makkelijk gezegd, maar moeilijk gedaan. Het afstaan van complexe zorg is voor het ziekenhuis dat die zorg afstaat, en de daar werkende artsen en verpleegkundigen, ingrijpend. Het vak wordt anders, afdelingen veranderen, misschien moeten mensen wel ergens anders gaan werken. Het aantrekken van zorg is voor het ontvangende ziekenhuis ook een opgave: logistiek qua capaciteitsuitbreiding en aan de andere kant door de complexiteit. Er zullen ziekenhuizen zijn die eenvoudige medisch specialistische zorg kwijtraken. Of beter gezegd: er zullen zieken huizen zijn die de groei van deze veelal chronische zorg niet krijgen en tegelijkertijd complexe zorg kwijtraken. Die ziekenhuizen kunnen in de problemen komen. Al deze gevolgen zullen veel discussie opleveren.
We gaan het tweede jaar in van het akkoord. Ik verwacht dit jaar veel meer reuring. De gevolgen zullen zichtbaar zijn en hoe wenselijk ook, het gaat nooit zonder pijn. En toch ligt daar de uitdaging als we de zorg betaalbaar en toegankelijk willen houden en van goede kwaliteit. Want dan hebben we een ontwikkeling die goed is voor kwaliteit en betaalbaarheid. Voor complexe zorg zullen mensen wat verder moeten rijden maar voor de chronische zorg, die je vaker nodig hebt, kun je weer dichterbij huis terecht.
Beste mensen,
Ik vind het bijzonder om vandaag het Hersentumor Centrum te openen. Met het Hersentumor Centrum wordt een hele belangrijke kwaliteitsslag gemaakt waar de patiënt veel baat bij zal hebben. Nu wordt de behandeling van een hersentumor nog op 18 plaatsen in Nederland gedaan. Met 2500 patiënten betekent dat er ziekenhuizen zijn met artsen en teams die 10 tot 20 patiënten per jaar opereren. Dan ontstaat de discussie die ik eigenlijk zojuist in het algemeen beschreef. Waarbij ook argumenten worden gebruikt dat er misschien weinig van déze operaties worden gedaan, maar wel andere hersenoperaties waardoor de kunde toch heel goed is. De algehele notie is dan dat complexe zorg moet worden geconcentreerd, maar niet deze zorg of in het eigen ziekenhuis. Er verdwijnen nog geen plekken waar deze operaties worden uitgevoerd - er zijn er nog steeds 18 – maar met dit centrum wordt wel een belangrijke stap gezet.
Cruciaal in deze discussie is dat er met het van start gaan van het hersentumorcentrum een constante kwaliteitsmonitoring van start gaan, waarmee het resultaat van de behandeling en de kwaliteit van de behandeling uitvoerig in kaart worden gebracht. Daarmee worden verschillen inzichtelijk en zal de patiënt, de verwijzende arts en de verzekeraar die contracteert, zelf kunnen zien, oordelen en bepalen waar de zorg wordt afgenomen.
Internationale samenwerking binnen een Europees netwerk met gerenommeerde centra in de wereld is natuurlijk cruciaal om het beter te blijven doen, met uitwisseling van kennis, ervaring en onderzoek. Het is ongelofelijk belangrijk voor de patiënt van straks, om te blijven leren en groeien. De ambitie van het Hersentumor Centrum ligt hoog- namelijk bij de top 5 van Europa te gaan horen! Dat kan alleen als de basis staat. En die staat er vanaf vandaag. Dat is niet zomaar gegaan, daar is keihard aan gewerkt. Dank daarvoor namens de patiënten in Nederland nu en in de toekomst die dankzij uw inzet betere vooruitzichten krijgen!