Veranderende regelgeving IenM vanaf 1 januari 2013

Vanaf volgend jaar kunnen weggebruikers sneller via hun routeplanners en navigatiesystemen worden geïnformeerd over wegaanpassingen en krijgt heel Europa een rijbewijs op creditcardformaat. Ook worden regels voor afval van zeeschepen per 1 januari 2013 aangescherpt. Dit zijn enkele wijzigingen in regelgeving van het ministerie van Infrastructuur en Milieu per 1 januari 2013. Hieronder een overzicht van de belangrijkste veranderingen.

Wegen en Verkeersveiligheid

Weggebruikers kunnen vanaf 1 januari 2013 beschikken over nog actuelere routeplanners en navigatiesystemen. Vanaf deze datum worden verkeersbesluiten elektronisch bekendgemaakt in de Staatscourant. Belangrijke wegaanpassingen kunnen zo sneller worden doorgevoerd door aanbieders van routeplanners en navigatiesystemen.

Op 19 januari 2013 wordt de Derde Rijbewijsrichtlijn ingevoerd. Met deze richtlijn worden de regels rondom rijbewijzen in Europa grotendeels gelijkgeschakeld en krijgt de hele Europese Unie één rijbewijs op creditcardformaat. Dit rijbewijs vervangt de verschillende modellen voor het rijbewijs die nu in de Europese Unie bestaan en is beter beveiligd tegen fraude. Met de nieuwe regels worden nieuwe rijbewijscategorieën geïntroduceerd voor motor, vrachtwagen en bus en wordt de geldigheidsduur voor de rijbewijscategorieën C (vrachtwagen) en D (bus) teruggebracht van 10 naar 5 jaar. De rijbewijscategorie B voor de personenauto blijft grotendeels hetzelfde als voorheen. Mensen die op 19 januari 2013 al een rijbewijs hebben, behouden hun rechten.

Plattelandswoningen

De Wet plattelandswoningen treedt op 1 januari 2013 in werking. Hiermee wordt het mogelijk dat niet-agrariërs in een voormalige agrarische bedrijfswoning kunnen wonen zonder dat dat gevolgen heeft voor de milieueisen die aan het bijbehorende agrarische bedrijf worden gesteld. Ook wordt voortaan de planologische status van gebouwen bepalend voor de mate van milieubescher­ming. Waarvoor een gebouw feitelijk wordt gebruikt, is dan niet langer van belang. Hiermee wordt de vitaliteit van het platteland bevorderd zonder de bedrijfsvoering van het bijbehorende agrarische bedrijf te belemmeren. Het is het gemeentebestuur om te beslissen of een woning wordt aangewezen als plattelandswoning.

Wijzigingen Activiteitbesluit

Vanaf 1 januari worden 6 bedrijfstakken (de rubber- en kunststofindustrie, voedingsmiddelenindustrie, een deel grafische industrie, betonindustrie, binnenschietbanen, en bedrijven voor onderhoud, reinigen en repareren van spoorvoertuigen) in het Activiteitenbesluit ondergebracht. Het gaat om circa 3.280 bedrijven. Met de wijziging wordt de bestaande vergunningplicht per bedrijf vervangen door algemene regels voor de gehele bedrijfstak of door een lichtere vergunning in combinatie met algemene regels. Dit levert een jaarlijkse lastenverlichting van €22,9 miljoen op.

Ook worden door een wijziging van het Activiteitenbesluit agrarische activiteiten onder de werking van het Activiteitenbesluit gebracht. Het gaat daarbij om de activiteiten die tot nu toe waren geregeld in het Besluit landbouw milieubeheer, het Besluit glastuinbouw, het Besluit mestbassins milieubeheer, het Lozingenbesluit open teelt en veehouderij en het Lozingenbesluit bodembescherming. Met de wijziging wordt voor ongeveer 6000 bedrijven de omgevingsvergunningplicht vanwege milieu of de watervergunningplicht opgeheven en wordt voor nog eens ruim 6000 bedrijven de omgevingsvergunning vanwege milieu omgezet naar een omgevingsvergunning beperkte milieutoets. Dit levert het bedrijfsleven een jaarlijkse lastenverlichting op van circa € 43 miljoen per jaar.

Wijzigingen voor de scheepvaart

Vanaf 1 januari 2013 worden strengere voorschriften van kracht bij het vervoer en de overslag van zware stookolie in de binnenvaart. Hierdoor wordt voorkomen dat de bemanning en het milieu worden blootgesteld aan mogelijk gevaarlijke dampen van de lading. Nederland heeft zich in het internationaal overleg voor de voorschriften in de binnenvaart (het ADN-Comite van de UNECE) sterk gemaakt dat bij het transport en overslag van zware stookolie geen schadelijke dampen vrij kunnen komen van de lading. Het wordt daarom verplicht dat bij het vervoer van zware stookolie schepen worden gebruikt waaruit geen gevaarlijke ladingdampen kunnen ontsnappen. De dampen die vrij komen bij het laden en lossen moeten voortaan door de wal worden opgevangen.

Ook worden regels voor afval van zeeschepen per 1 januari 2013 aangescherpt. De voorwaarden voor lozing van vuilnis en vaste bulkstoffen door zeeschepen zijn per 1 januari 2013 aangescherpt. De belangrijkste aanpassing is het invoeren van een algeheel lozingsverbod, met een enkele uitzondering. Het principe is gewijzigd van ‘alle vuilnis mag overboord behalve’ in ’er mag geen vuilnis meer overboord behalve’.

Bundeling taken IenM

Vanaf 1 januari 2013 is een groot deel van de kennis- en uitvoeringstaken van Agentschap NL op het gebied van milieu en leefomgeving ondergebracht bij Rijkswaterstaat en de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). Met de overdracht worden de milieu- en leefomgevingstaken gebundeld binnen het ministerie van Infrastructuur en Milieu.