Illegaal verblijf van vreemdelingen strafbaar
De ministerraad heeft er op voorstel van staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie mee ingestemd om bij de Tweede Kamer een voorstel in te dienen tot wijziging van de Vreemdelingenwet om illegaal verblijf van vreemdelingen in Nederland strafbaar te stellen.
Vreemdelingen die illegaal in Nederland zijn, begaan een overtreding en de sanctie daarop is een geldboete. Als de boete niet wordt betaald, is vervangende hechtenis mogelijk.
Vreemdelingen die tweemaal (of vaker) worden beboet omdat zij illegaal in Nederland zijn riskeren een zwaar inreisverbod. De duur van het zware inreisverbod is maximaal vijf jaar. Het niet naleven van dit inreisverbod is een misdrijf en kan worden bestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of een geldboete.
Met de strafbaarstelling wordt illegaal verblijf in Nederland onaantrekkelijker. Hier gaat een preventieve werking van uit. Er wordt bovendien een duidelijk signaal afgegeven aan vreemdelingen die illegaal in Nederland verblijven: zij zijn voortaan strafbaar.
De strafbaarstelling geldt uitsluitend voor meerderjarige vreemdelingen. Als de vreemdeling nog een termijn heeft voor vrijwillig vertrek (ten hoogste 28 dagen) dan geldt de strafbaarstelling niet.
Mensen die uit humanitaire redenen illegalen behulpzaam zijn, zijn niet strafbaar. Werkgevers en malafide verhuurders die uit zijn op winstbejag, en illegalen te werk stellen of onderdak bieden, blijven wel strafbaar. Zij zullen hard worden aangepakt.
Voorop staat dat de illegaal verblijvende vreemdelingen moeten vertrekken, bij voorkeur uit eigen beweging, maar zo nodig gedwongen (uitzetting). De strafbaarstelling van illegaal verblijf mag niet leiden tot vertraging of belemmering van dit vertrek. Dat wil zeggen: vertrek gaat voor straf.
Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft op 6 december 2012 (Sagor uitspraak) bepaald dat de lidstaten van de EU bevoegd zijn illegaal verblijf strafbaar te stellen met als sanctie een geldboete. Ook vervangende hechtenis is volgens het Hof toegestaan onder voorwaarde dat is gegarandeerd dat deze straf wordt opgeheven zodra de vreemdeling kan worden uitgezet. Het wetsvoorstel bevat zo’n bepaling en voldoet daarmee aan de voorwaarden die de hoogste Europese rechter heeft gesteld aan de strafbaarstelling van illegaliteit.