Nederlandse investeringen in het buitenland blijven beschermd
Tot er een volwaardig Europees alternatief is, blijven buitenlandse investeringen van Nederlandse bedrijven beschermd door de investeringsverdragen die Nederland heeft met andere landen. Dat is het gevolg van een vandaag gepubliceerde Europese verordening waar Nederland zich sterk voor heeft gemaakt.
De Nederlandse investeringsbeschermingsovereenkomsten (IBO's) met niet-EU landen dreigden op basis van het Verdrag van Lissabon te vervallen. Daarin zijn buitenlandse directe investeringen onder de gemeenschappelijke handelspolitiek komen te vallen en daarmee een exclusieve bevoegdheid van de EU geworden. Met deze nieuwe verordening komt er een overgangsregeling die de rechtszekerheid van investeerders garandeert.
Minister Ploumen voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking is opgelucht dat het gelukt is om tot een overgangsregeling te komen. ‘Investeerders dreigden hun rechtszekerheid te verliezen. Dat hebben we niet laten gebeuren. We geven onze eigen verdragen pas op als de investeringen van Nederlandse bedrijven beschermd worden door Europese afspraken’, aldus Ploumen.
De sterke Nederlandse IBO’s hebben de afgelopen decennia een belangrijke rol gespeeld bij het stimuleren van investeringen door Nederlandse bedrijven in het buitenland, wat weer goed is voor de Nederlandse economie en werkgelegenheid. IBO’s garanderen bepaalde rechten zoals non-discriminatie, vrije kapitaaltransfer en compensatie bij onteigening. Ook bieden IBO’s de mogelijkheid om geschillen tussen investeerders en de staat door middel van internationale arbitrage te beslechten.