Teeven stuurt wetsvoorstel adolescentenstrafrecht naar de Tweede Kamer
Het wetsvoorstel adolescentenstrafrecht van Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Teeven is bij de Tweede Kamer ingediend. Met het wetsvoorstel neemt Teeven maatregelen om slimmer en effectiever in te kunnen grijpen in de ontwikkeling van adolescenten. Met dit wetsvoorstel wordt uitvoering gegeven aan het regeerakkoord.
Het adolescentenstrafrecht bevat een breed pakket aan maatregelen om criminaliteit van risicojongeren effectiever aan te pakken en biedt een samenhangend sanctiepakket voor een specifieke doelgroep: 15 tot 23 jarigen. Een stevige en vooral consequente aanpak van risicojongeren staat centraal. Met het wetsvoorstel wordt meer flexibiliteit bereikt bij het opleggen van straffen en maatregelen rond de leeftijdsgrens van 18 jaar, waardoor maatwerk mogelijk wordt gemaakt.
Het adolescentenstrafrecht geeft meer mogelijkheden om rekening te houden met de ontwikkeling van jeugdigen en jongvolwassenen. Wanneer de ontwikkeling van een jongvolwassene hiervoor aanleiding vormt, kan een sanctie uit het jeugdstrafrecht worden opgelegd. Conform het nieuwe regeerakkoord, is de maximale duur van de jeugddetentie gesteld op twee jaar. In een eerder voorstel werd deze termijn vastgesteld op vier jaar. Bij ernstige misdrijven blijft het echter mogelijk om jongeren vanaf 16 jaar een straf of maatregel uit het volwassenenstrafrecht op te leggen. Parallel aan het wetsvoorstel wordt bij de reclassering een nieuwe begeleidingsmethodiek voor adolescenten ontwikkeld. Ook worden criteria opgesteld om te bepalen in welke gevallen het jeugdstrafrecht en in welke gevallen het volwassenenstrafrecht het beste kan worden toegepast.
De mogelijkheden om een taakstraf aan jeugdigen op te leggen, worden in het wetsvoorstel beperkt. Zo kan een zwaar zeden- of geweldsmisdrijf kan niet meer met alleen een taakstraf worden bestraft. Ook in de maatregelen voor jeugdigen en jongvolwassenen stelt het kabinet wijzigingen voor om de samenleving beter tegen gevaarlijke veroordeelden te beschermen. Zo krijgt de rechter de mogelijkheid om de pij-maatregel om te zetten in TBS wanneer vermoed wordt dat de veroordeelde nog gevaarlijk is wanneer de pij-maatregel eindigt. Ook wordt het reclasseringstoezicht op jongeren aangescherpt en zal meer elektronisch toezicht worden toegepast. Daarnaast wordt de toepassing bevorderd van intensieve, op het gezin gerichte interventies.
Het wetsvoorstel loopt tevens vooruit op de in het regeerakkoord aangekondigde invoering van de maatregel van terbeschikkingstelling aan het onderwijs (TBO-maatregel). Anticiperend op de invoering van deze maatregel, die in een afzonderlijk wetsvoorstel zal worden opgenomen, kan de verplichting tot het volgen van onderwijs als bijzondere voorwaarde bij een jeugdsanctie worden opgelegd.