Persconferentie na de ministerraad, 30 november 2012

Letterlijke tekst van de persconferentie van minister-president Rutte na afloop van de ministerraad op 30 november 2012.

RUTTE:
Vandaag in de ministerraad gesproken over een aantal verkennende notities waarin we grote onderwerpen uit het Regeerakkoord aan het uitwerken zijn. Dat is een methode die goed werkt, de collega's leveren dan maximaal twee pagina's aan en aan de hand daarvan hebben we een fundamenteel debat over een aantal grote hervormingen die eraan komen. Daardoor krijgen we ook met elkaar goed inzicht in de problematiek. Daardoor kunnen we ook heel goed kijken naar de knelpunten. Naar de dilemma's die zich op die onderwerpen voordoen. En we kunnen op deze manier ook lijnen uitzetten, keuzes maken en de richting bepalen. Bovendien biedt dat weer de mogelijkheid om een en ander om te zetten in hoofdlijnen notities en die hebben we nodig omdat we willen proberen. Zowel in contacten met Sociale partners, andere maatschappelijke organisaties, maar ook met de Tweede Kamer.
Om niet meteen met uitgewerkte wetsvoorstellen te komen, maar veel meer te werken met hoofdlijnennotities voordat uitgewerkte wetsvoorstellen worden ingediend. En dan is het ook mogelijk om uiteindelijk de uitkomsten van die consultaties in die wetsvoorstellen te laten terugkomen. Transparant, zorgvuldig, maar ook met een luisterend oor naar de samenleving. En de samenleving ook, vertegenwoordigd in de Tweede Kamer.
In de pauze van de ministerraad hebben Lodewijk Asscher en ik gesproken met de voorzitters van de Stichting van de Arbeid. Ton Heerts en Bernhard Wientjes, de voorzitters van FNV en VNO. Dat was een goed eerste gesprek. We gaan met elkaar verder praten. We gaan kijken of het mogelijk is in de komende maanden om tot vervolgafspraken te komen. Zowel over het proces, maar ook over de inhoud. Om te bezien of het mogelijk is om samen te komen tot een sociale agenda op een aantal belangrijke aspecten die in het regeerakkoord staan, op het gebied van de sociale zekerheid en de arbeidsmarkt.
Ten slotte hebben we gesproken over de laatste begrotingstand in de najaarsnota. We blijken €1,4 miljard minder te hebben uitgegeven dan we hadden verwacht. Daar staat tegenover dat er ook een tegenvaller is aan de inkomstenkant. De inkomsten uit belastingen en premies vallen 1,2 miljard lager uit dan voorzien, dus die bedragen kunnen we praktisch tegen elkaar weg strepen. Dat betekent dat het begrotingstekort in 2012 zoals eerder verwacht zal uitkomen op 3,8% en de staatsschuld op 70,5%. Dus dat laat nog eens zien, de urgentie om door te gaan met het hele proces van het op orde brengen van de overheidsfinanciën. We kunnen niet jaar op jaar doorgaan met meer uitgeven dan er binnenkomt. Die uitgaven en inkomsten dat moet meer met elkaar in balans. En zoals u weet is het doel om aan het einde van deze kabinetsperiode weer zicht te hebben op begrotingsevenwicht.
BREEDVELD (R1):
Premier Rutte, hoe staat het huishoudboekje van de overheid ervoor?

RUTTE:
Ik schets u dat net, blijkt dat we 2012 dat we dat kunnen afsluiten, of de cijfers zoals die er nu liggen ietsjes gunstiger zijn, maar feitelijk inkomsten en uitgaven zo`n beetje tegenover elkaar kunnen worden weggestreept in de najaarsnota. En dat betekent dat het begrotingstekort 2012 uitkomt 3,8%. Dat is dus veel te hoog.

BREEDVELD:
23 miljard tekort noopt tot actie zei u net zelf al. En nu zijn er de sociale partners die u vandaag gewezen hebben op de gevolgen van de haperende economie. Bezuinigen en de economie stimuleren, kan dat samen gaan?

RUTTE:
Nou we stimuleren de economie dus voor 23 miljard, dat is namelijk geld wat we uitgeven wat we niet hebben. Dus dat is nogal geen stimulans. Zo werken de automatische stabilisatoren. Je gaat niet meteen bezuinigen als er tekorten zijn. Je kunt niet structureel in een situatie blijven zitten waarin je zoveel meer uitgeeft dan dat je binnenkrijgt, we weten uit het verleden dat gerichte stimuleringspakketten, zeer beperkte effecten hebben. En het is van groot belang voor het vertrouwen van de financiële markten, maar ook voor het vertrouwen van individuele Nederlanders die voor individuele keuzes staan, dat ze erop kunnen rekenen dat er een consequente en consistente koers wordt gevaren door de overheid, ten aanzien van de overheidsfinanciën.

BREEDVELD:
En nu hebben werkgevers en werknemers ons buiten verteld na het gesprek dat zij vrezen voor faillissementen, voor werkloosheid. Wat doet u met die boodschap?

RUTTE:
Daar hebben wij goed naar geluisterd. Wij zijn het met elkaar eens dat de economische situatie natuurlijk ernstig is. Dat we een slecht kwartaal achter de rug hebben met meer dan 1% krimp, dat zijn cijfers die ons geen van allen bevallen. Noch werkgevers, noch werknemers, noch het kabinet. Tegelijkertijd moet je ook vaststellen dat de mogelijkheden die de overheid heeft om anders dan ervoor te zorgen dat Nederland een land is om in te investeren, met weinig regels, met zo laag mogelijke belastingen, met op orde zijnde overheidsfinanciën als belangrijke randvoorwaarden voor economisch herstel. Dat behalve die algemene context creëren waarin ondernemers kunnen ondernemen, dat de mogelijkheden vanuit de overheid om gericht te stimuleren beperkt zijn, omdat we weten uit het verleden dat gerichte stimuleringen die gaan in de oude sok, die gaan naar het buitenland en die komen maar zeer ten delen terecht op de plek waar je wilt waar ze terecht komen. En ze kosten veel geld.

BREEDVELD:
Wat is nou het belang van dit overleg? Waarom zegt u ook ja het is belangrijk om met deze mensen te praten en daarom ontvang ik ze ook vandaag en ook in de toekomst.

RUTTE:
Ja, het overleg ging niet alleen over de stand van de economie. Het overleg ging vooral ook over de vraag hoe we gegeven de ambities in het regeerakkoord op het terrein van de arbeidsmarkt, de sociale zekerheid, andere terreinen, hoe wij kunnen komen, of we kunnen komen, hoe we kunnen komen tot afspraken met organisaties van werkgevers en werknemers, in de vorm van een sociale agenda. Of er ook de belangstelling is en de ambitie bij partijen om die op te gaan stellen. Dit was het eerste gesprek. Heel preliminair, heel voorzichtig, maar het was een positief eerste gesprek. En natuurlijk hebben we dus ook gesproken over de stand van de economie. Maar we hebben vooral gesproken over de vraag hoe kun je komen tot een gezamenlijke sociale agenda tegen de achtergrond van de ambities van het regeerakkoord.

BREEDVELD:
Ja en die sociale agenda, ik weet niet precies wat u daarmee bedoel. Maar in ieder geval daar afspraken over maken, is dat verder te prefereren boven een harde botsing en sociale onrust in het kader van bezuinigingen.

RUTTE:
Dit kabinet streeft naar niet alleen bruggen te slaan niet alleen naar andere partijen in de Tweede Kamer dan de twee coalitiepartijen, maar ook naar maatschappelijke organisaties. Omdat wij menen dat waar wij de komende jaren alle grote hervormingen gaan aanpakken die moeten worden aangepakt. Op het terrein van de woningmarkt, op het terrein van het onderwijs, op het terrein van de gezondheidszorg en de arbeidsmarkt. De pensioenen, tegelijkertijd opgeteld in zeven jaar tijd meer dan 45 miljard euro ombuigen en bezuinigen, dat het een goede zaak is om bij die combinatie van hervormingen en bezuinigingen te streven naar een zo breed mogelijk draagvlak.

BREEDVELD:
Ja u vraagt wat van deze mensen, van werkgevers, van werknemers, vreest u voor sociale onrust en is dat ook de reden dat u zegt van ja ik wil nu dat gesprek goed op gang brengen?

RUTTE:
Nee het is omgekeerd, ik zie de meerwaarde van het bereiken van zoveel mogelijk gemeenschappelijke inzichten met sociale partners, maar ook met andere partijen als het om andere onderwerpen gaat. Kijk naar het grote onderwerp waar Edith Schippers en Martin van Rijn mee bezig zijn op het gebied van de gezondheidszorg, ook daar, ook zij werken aan het zoeken naar draagvlak bij ziekenhuizen en zorginstellingen, koepels, verzekeraars etcetera. Omdat het helpt als je met die grote hervormingen bezig bent en ook die grote ombuigingen, om daarbij een zo groot mogelijk draagvlak te hebben.

BREEDVELD:
Zijn we dan weer terug bij het zogenoemde polderen?

RUTTE:
Ja daar ben ik nooit van weggeweest, de vraag is alleen, ik ben daar nooit van weggeweest. Ik geloof absoluut in het polderen, zolang je maar wel met elkaar blijft erkennen dat de uiteindelijke besluiten worden genomen in de Tweede Kamer, in de gekozen volksvertegenwoordiging in dialoog met het kabinet. Maar ik denk dat heel veel partijen in de Tweede Kamer, de meesten, de meerwaarde zien dat besluiten die er uiteindelijk genomen gaan worden, kunnen rekenen op een breed maatschappelijk draagvlak. De grens ideologisch ligt natuurlijk, wanneer je van polderen over gaat in het corporatisme, dat je daadwerkelijk beslissingsbevoegdheid van de Tweede Kamer overdraagt naar andere maatschappelijke gremia, dat is hier niet aan de orde. Wat we hier doen is binnen het bestel van het vertegenwoordigende evenredige parlementaire democratie, streven naar een zo groot mogelijk draagvlak. Dat is buitengewoon nuttig.

VAN DER HEYDE (NOS):
Nog even iets concreter meneer Rutte, want Bernhard Wientjes heeft het over de bouw zit in het slop. Daar moet echt iets gebeuren. Tegelijkertijd is het kabinet van plan bijvoorbeeld om bij de corporaties 2 miljard weg te halen, af te romen. Waardoor die corporaties zeggen nou dan gaan we niet meer investeren in nieuwe bouwprojecten. Wat kunt u nou doen als kabinet om dan toch die bouw weer aan de gang te krijgen?

RUTTE:
Ook daar zijn de mogelijkheden in de zin van concrete stimuleringen natuurlijk beperkt. Maar er ligt bijvoorbeeld een constructief voorstel van pensioenfondsen en banken werkgevers op het punt van hoe zou je nou op een slimme manier banken en pensioenfondsen met elkaar kunnen combineren waar het gaat om de hele verstrekking van hypotheken in Nederland. Nou dat is een voorstel, daar moeten we heel goed naar kijken. Daar zitten heel veel haken en ogen aan. En een van de afspraak die we hebben gemaakt is dat we het gesprek daarover verder voortzetten. Dat betekent niet dat je het zomaar kunt omarmen. Nogmaals omdat er veel haken en ogen aanzitten. Maar het is wel een constructieve eerste gedachten om te bezien of je daarmee kunt kijken of het mogelijk is om meer krediet vrij te spelen. De banken wat meer lucht te geven om meer krediet beschikbaar te hebben voor investeringen in het bedrijfsleven. En de pensioenfondsen meer te laten beleggen in Nederland. Dus het is een interessante gedachte, nogmaals wel met veel haken ogen. Daar gaan we het gesprek verder over aan. Dat soort dingen kun je doen. Waar ik heel voorzichtig mee ben is het creëren van stimuleringspakketten omdat die altijd ja beperkte effecten hebben.

VAN DER HEYDE:
Die komen er niet, stimuleringspakketten, zoals die plannen met die corporaties bijvoorbeeld, dat gaat ook niet gebeuren?

RUTTE:
Kijk de plannen met de corporaties daar staan grote opbrengsten tegenover en de financiële kaders van het regeerakkoord zijn leidend. Maar je kunt wel met elkaar in gesprek gaan hoe je zorgen bij woningbouwcorporaties en leden ten aanzien van hun vermogen ook om in de toekomst te investeren en de vrees die daar bestaat over de effecten van de maatregelen om die zo veel mogelijk weg te nemen. Of te mitigeren. Maar het is wel zo dat de financiële kaders staan van het regeerakkoord. Omdat je anders natuurlijk gaten zou slaan in de financiële opbrengst. Maar dat is typisch zo`n gesprek dat aan de gang is. Het is niet ongebruikelijk als je grote veranderingen aankondigt op dit gebeid van de huurmarkt en de positie van de woningbouwcorporaties dat dan in de sector gezegd zou worden: hé pas op dat heeft allerlei effecten als je het zo doet. Het is ook helemaal niet verkeerd dat ze je daarvoor waarschuwen. Daarbij is het natuurlijk wel zo dat men ook een belang heeft. Dat moet je ook gewoon in alle eerlijkheid meewegen en dan is de vraag hoe kun je in een goed gesprek die zorgen wegnemen en wellicht die plannen verbeteren. Ik zeg er wel bij: wat ook Blok deze week in de Kamer zei: die financiële opbrengst die staat.

VAN DER HEYDE:
Dan een ander onderdeel waar de werknemers natuurlijk erg van geschrokken zijn, dat is de WW, die teruggebracht wordt feitelijk naar 1 jaar. Ziet u daar nog mogelijkheden dat dat veranderd wordt dat plan.

RUTTE:
Kijk daar hebben we nu niet over gesproken. We hebben gesproken over het opstellen van een sociale agenda waarin je kijkt naar allerlei voornemens van het kabinet. Waarbij voor ons natuurlijk staat ook daar weer de financiële opbrengsten op al dit soort maatregelen. Plus een aantal gewenste maatschappelijke effecten. En vervolgens ga je met elkaar in gesprek om te bezien, maar nogmaals daar moeten de gesprekken nog over plaatsvinden. Dus daar kan ik verder geen, daar heb ik verder geen idee wat de inzet zal zijn van de verschillende partners. Maar aan de andere kant, daar is nog helemaal niet over gesproken, ook daar geldt wel, dat hebben we ook duidelijk gezegd en ook Lodewijk Asscher zag ik net nog toen hij Algemene Zaken verliet, dat natuurlijk de financiële kaders leidend zijn.

VAN DER HEYDE:
Maar er is bij die 250 miljoen die er structureel bijkomt zou die kunnen worden ingezet om die WW toch wat langer door te laten lopen voor mensen?

RUTTE:
Ja u refereert nu aan gesprekken die nog moeten plaatsvinden, daar kan niks over zeggen. We moeten echt die gesprekken gaan voeren.

WESTER (RTL Nieuws):
Meneer Rutte u heeft in een interview in de Süddeutsche Zeitung was het geloof ik, gezegd dat een land de eurozone moet kunnen verlaten als het dat wenst. Wat was de achtergrond van die opmerking?

RUTTE:
De afspraak in het regeerakkoord dat wij streven in Europa naar het mogelijk maken dat je niet alleen toetreedt tot maatschappelijke arrangementen binnen het Europa van de vele snelheden. We hebben Schengen, we hebben inderdaad ook de Eurozone, maar dat het ook mogelijk moet zijn naast toetreden en arrangementen hebben dat je zo`n systeem weer kunt verlaten.

WESTER:
Zijn er op korte termijn voorstellen van uw kant voor het..?

RUTTE:
Nee.

WESTER:
Hoe dan verder?

RUTTE:
Dit is een voornemen in het regeerakkoord dat wij als er discussies zullen plaatsvinden in Europa over verdragsveranderingen want dit vraagt natuurlijk om gedragsveranderingen, wat wij zullen inbrengen. Op dit moment is er geen discussie in Europa over verdragsveranderingen. Maar als die op een gegeven moment spelen, dus stel dat andere landen komen met voorstellen die noodzaken tot gedragsveranderingen, dan moet je zo`n kans aangrijpen om een aantal wensen die Nederland heeft ten aanzien van het meer flexibel maken van die systemen om die ook in te brengen.

WESTER:
Maar u zou toch ook zelf het initiatief kunnen nemen?

RUTTE:
Ja, dat willen we op heel veel terreinen. Maar dit is iets dat ook echt vraagt om gedragsverandering. Ik sluit niet uit dat gegeven alle ideeën die leven in Europa over het versterken van de Europese Monetaire economische unie, de economische en monetaire unie, de EMU, dat uiteindelijk daar ook voorstellen op tafel zullen komen en ook mogelijk ook steun krijgen van regeringsleiders dat die in zichzelf al een gedragsveranderingen noodzakelijk maken. Dan zijn dat momenten waarop je als Nederland ook kunt zeggen: daar hebben wij ook specifieke wensen. Het regeerakkoord heeft het op dit punt over de mogelijkheid van het verlaten van zo`n systeem.  Het regeerakkoord spreekt bijvoorbeeld over het subsidiariteitsysteem, dus te kijken wat hoort er nou op het niveau van de unie te gebeuren en wat op het niveau van de lidstaat. Daar heb ik ook in de interviews over gesproken. En dat zijn ook zaken die vaak binnen de verdragen kunnen. Niet altijd. Dus je moet als land met dit soort wensen altijd kijken: wanneer heb ik een kans om dat te doen. Maar een verdragsverandering is vrij fundamenteel en een verdragsverandering alleen hiervoor lijkt me niet zo kansrijk. Dus dan moet je meeliften in een discussie over een bredere verdragswijziging.

WESTER:
Heeft u een beetje een beeld van welk land daarvan dan gebruik zou willen maken als dat kan?

RUTTE:
Nee, het is niet bedoeld om daar een specifiek land gebruik van te laten maken, het is bedoeld om het systeem van Schengen, van de eurozone, stel dat we in de toekomst op andere terreinen gaan werken met de mogelijkheden van versterkte samenwerking, dus dat minimaal 9 lidstaten iets gaan doen met elkaar, dat je niet alleen afspreekt hoe je zoiets start, maar dat je ook met elkaar afspreekt hoe je, als je dat wilt als land, daar weer uit kunt treden.

WESTER:
Dat klinkt van dan maken we het lekker makkelijk voor de Grieken om eruit te stappen

RUTTE:
Nee, daar is het niet voor bedoeld.

WESTER:
U heeft geen enkel land in gedachten op dit moment?

RUTTE:
Nee, wij willen gewoon die arrangementen versoepelen en wat je ziet bij de Grieken in andere discussies is dat je op dit moment de zone niet kunt verlaten, maar dit is niet iets wat het Griekse probleem oplost, want dat zijn we aan het oplossen op een andere manier. Hoogstens kun je zeggen dat door het Griekse probleem nog eens zichtbaar is geworden dat nu dat soort mogelijkheden er niet zijn, maar dit helpt niet meer om dat soort problemen op te lossen. Maar het zorgt er wel voor dat je naar de toekomst toe een flexibeler unie hebt waarin duidelijk is wat de Unie doet. En wij zijn ervoor taken verder over te dragen aan de Unie, waar het betreft het toezicht op het handhaven van het Stabiliteits- en Groeipact, het versterken van de Europese Commissaris. Wij zijn er tegelijkertijd voorstander van om taken die beter op het niveau van een lidstaat plaatsvinden naar het niveau van een lidstaat terug te brengen en we zijn er voorstander van dat als je met een aantal landen iets opzet, dat het ook mogelijk is om daar weer uit te treden.

BLOEMENDAAL (GPD):
Ja, wat is eigenlijk het verschil tussen dit voorstel en de interventie van vorig jaar september waarin in feite ook al stond dat het kabinet vond dat een lidstaat zou moeten uittreden?

RUTTE:
Zeker, dat is de brief van vorig jaar september die we ook met steun van de PvdA aan een parlementaire meerderheid hebben geholpen en een aantal elementen daarvan zie je weer terug in het regeerakkoord, het gesprek met de internationaal correspondenten was natuurlijk ook naar aanleiding van het aantreden van het nieuwe kabinet, dus men stelde ook vragen over de mogelijkheid om dus taken te repatriëren naar de lidstaten. Vragen over, zinnen in het regeerakkoord over de mogelijkheid om ook uit zo'n  arrangement te stappen. Maar inderdaad dat komt voort, die zinnen in het regeerakkoord komen voort voor een deel uit de brief van september voort, die ook steun van de PvdA kreeg. Dus daar zit van zichzelf u verwijt mij, of u ziet daar terecht een duidelijke lijn.

JANSEN: (Telegraaf)
Meneer Rutte, u was vorige week elders toen de ministerraad was, maar u weet ongetwijfeld dat er vorige week een uitspraak is geweest van het Europese Hof in de zaak van de Telegraaf versus de Staat in de kwestie van het afluisteren, volgen en gijzelen van twee Telegraaf-journalisten, vicepremier Asscher heeft destijds gezegd dat er wordt gestudeerd op de eis van de hoofdredactie van mijn krant om excuses. Bent u al uitgestudeerd?

RUTTE:
Nee, nee, dit zijn uitspraken die je zorgvuldig moet bekijken. Het is wel zo dat intussen, maar dat staat eigenlijk los daarvan, dat was al in voorbereiding, Ivo Opstelten bezig is met dat wetsvoorstel over bronbescherming, ook relevant denk ik voor journalisten. De vraag die je ook krijgt is bronbescherming, hoe breed moet dat zijn? Maar goed, in ieder geval, de wet omschrijft dat dadelijk, dus er wordt aan gewerkt, maar dat is eigenlijk niet direct gerelateerd aan die voor de Telegraaf positieve uitspraak die gedaan is vorige week, dus op die specifieke uitspraak moeten we nog met een reactie komen.

JANSEN:
Gaat de Staat eigenlijk nog in hoger beroep, want die mogelijkheid is er nog?

RUTTE:
Nogmaals, dat zal afhangen van de uitkomsten van ons beraad over de analyse van die uitspraak.

JANSEN:
Houdt het kabinet zich überhaupt wel bezig met deze zaak?

RUTTE:
Het zal wel moeten, want u vraagt er iedere week naar, los daarvan, er ligt een uitspraak

JANSEN:
(onverstaanbaar, red) U bent nog niet van mij af

RUTTE:
Dat dacht ik al

JANSEN:
Ik vraag dat met name omdat vandaag twee betrokken ministers, de minister van Justitie Opstelten en de minister van Binnenlandse Zaken, Plasterk, naar elkaar wijzen als zijnde de juiste persoon om eventueel excuses te maken als het kabinet dat al zou willen, dat stelt nog niet echt gerust dat erover gesproken is en dat de bewindspersonen weten wie er eigenlijk voor verantwoordelijk is. Hoe zit het?

RUTTE:
Ik wou net zeggen, er is deze week niet over gesproken, want we hebben vorige week, zonder mijn aanwezigheid, onder leiding van Lodewijk Asscher, is er wel over gesproken en toen is besloten dat het bestudeerd wordt en zodra dat proces is afgerond komt dat terug in het kabinet. Dus daar is niet over gesproken. En los daarvan, het is vorige week weekend ook nog bekend gemaakt, ik dacht vrijdag of zaterdag door Ivo Opstelten, Fred Teeven, wordt gewerkt aan dat wetsvoorstel bronbescherming.

JANSEN:
Maar wie is er nu voor verantwoordelijk, wie moet er uiteindelijk, als het kabinet zou willen die excuses maken, Opstelten of Plasterk namens het kabinet, of misschien u?

RUTTE:
Nou, de evaluatie, het bespreken van de uitspraak en het komen tot een oordeel als kabinet over die uitspraak dat ligt bij beide, dat heeft natuurlijk te maken met de minister van Binnenlandse zaken, vanuit zijn bijzondere verantwoordelijkheid en omdat het ook gaat om een juridische uitspraak is daar ook nauwe betrokkenheid van de minister van Veiligheid en Justitie.

JANSEN:
En wie is leidend dan?

RUTTE:
Ja, dat zouden we dan moeten bekijken, ik neem aan dat de minister van BZK wel leidend is, maar dat hangt er ook van af wat de reactie precies is. Als de reactie vooral een inhoudelijke is, kan het de minister van BZK zijn, als de reactie veel meer juridisch is dan kan het ook de minister van Veiligheid en Justitie zijn, dat zal ervan afhangen.

JANSEN:
Wat u betreft, tot slot, komen ze nog?

RUTTE:
Komen ze nog?

JANSEN:
Die excuses

RUTTE:
Ja, u bent al helemaal naar het einde van het proces, wij gaan nu eerst de uitspraak bestuderen en komen dan met een gewogen oordeel.

JANSEN:
Wij zijn niet betrokken bij het proces, dus ik kan niet anders doen dan op het einde wachten

RUTTE:
Nee, dat moet nog even, dat moeten we zorgvuldig bekijken. En ik zou zeggen rejoice, u heeft als Telegraaf een mooie overwinning geboekt, waarmee gefeliciteerd. En nu is het zaak dat wij die uitspraak goed wegen op zijn consequenties.

KOOPER: (GPD)
Meneer Rutte, heeft u in de ministerraad ook nog gesproken over het eventuele stopzetten en de mogelijkheden voor het stopzetten van de uitkeringen aan Marokko?

RUTTE:
Ja zeker, dat voorstel van Lodewijk Asscher is besproken ja en dat is aangenomen

KOOPER:
Want vorig jaar meen ik mij te herinneren, of in ieder geval bij het vorige kabinet, had u toch de lijn als iets voortijdig voor de ministerraad naar buiten komt dan leggen we het, dan parkeert u het even en dan praten we er later een keertje weer over

RUTTE:
Ja, zeker

KOOPER:
Is dit het nieuwe beleid?

RUTTE:
Nee, geen nieuw beleid, dat is de algemene regel, bij die algemene regel kijken we altijd, bij lekkages, en Asscher en ik hebben ook gisteren even contact gehad, kijken we altijd bij specifieke lekkages of er reden is om het stuk toch te behandelen. En we hebben besloten gisteravond gezamenlijk het stuk toch te behandelen.

KOOPER:
Wat is die reden geweest?

RUTTE:
Die is nou even over 50 jaar bekend als de notulen naar buiten komen.

KOOPER:
Heeft u getwijfeld of u het wel moest behandelen?

RUTTE:
Dat is allemaal in de notulen, maar in ieder geval, het stuk is behandeld. En de hoofdregel staat, bij lekkages niet behandelen, maar altijd per keer is er wel, altijd, kunnen er redenen zijn om ze toch te behandelen. En zowel Lodewijk Asscher als ik zagen redenen om het toch te behandelen. Overigens, het stuk behelst niet zozeer het stopzetten van uitkeringen, want het stuk behelst is het opzeggen van een sociaal een zekerheidsverdrag met Marokko, maar eerst moet behandeld worden, in de Eerste Kamer, het wetsvoorstel wat heeft te maken met de stopzetting van die uitkering. Marokko tot nu toe werkt er onvoldoende aan mee, als Marokko wel eraan meewerkt dan kunnen we het weer intrekken, dus het is een wetsvoorstel wat nodig is als Marokko niet meewerkt aan het stopzetten van die export van dat type uikeringen.

MEERHOF : (Volkskrant)
Meneer Rutte, de leider van de grootste oppositiepartij maakt zich vandaag grote zorgen over het aanzien van de politiek. In 's lands grootste ochtendblad zegt hij dat u het vertrouwen in de politiek heeft geschaad omdat u verkiezingsbeloften breekt en hij noemt u ook de koning van de wisselende contacten, politieke contacten. Wat vindt u daarvan, deelt u zijn zorgen?

RUTTE:
Nee, ik deel zijn zorgen niet en ik zou ook willen wijzen, je voert in Nederland campagne dan als partij mag vertellen wat jouw partij wil en zolang jouw partij niet de absolute meerderheid heeft moet je in Nederland compromissen sluiten. Ik meen dat betrokkene als geen ander weet wat dat betekent.

VISCHJAGER:
Meneer Rutte, u heeft de vorige keer duidelijk gezegd ons asielbeleid wordt met de grootste zorgvuldigheid vorm gegeven. Dat is een heel belangrijk antwoord. En nu wil ik weten, bent u wel eens hier bij het centraal station geweest, die mensen daar zien liggen, daar die, daar net zo als in Osdorp in Amsterdam in de grootste moeilijkheden zijn. En wat vindt u daarvan en wat wilt u, hoort dat bij het asielbeleid of hoort dat bij een ander soort beleid?

RUTTE:
Dakloos zijn en asielbeleid hebben indirect soms met elkaar te maken, dakloosheid is niet altijd een direct gevolg van het asielbeleid, er zijn ook situaties waarin mensen…er zijn ook andere, excuses, er zijn ook andere situaties denkbaar waardoor dakloosheid ontstaat en ook bij een zorgvuldig asielbeleid is dakloosheid niet altijd te voorkomen. Daar zitten ook  individuele keuzes van mensen achter. Oké, goed weekend, tot volgende week.