Verkorting terugkijktermijn VOG jeugdigen
Voor jongeren die een verklaring omtrent het gedrag (VOG) aanvragen en nog geen 23 jaar zijn, wordt de terugkijktermijn verkort van vier naar twee jaar. Zij ondervinden minder lang last van strafbare feiten die zij op minderjarige leeftijd hebben gepleegd. Dat heeft staatssecretaris Teeven bekend gemaakt tijdens de begrotingsbehandeling van Veiligheid en Justitie.
Momenteel kijkt Justis, de screeningsautoriteit van VenJ, vier jaar terug bij de beoordeling van een VOG-aanvraag. Teeven heeft toegezegd deze termijn van vier jaar te verkorten naar twee jaar bij jongeren die ten tijde van de VOG-aanvraag maximaal 22 jaar oud zijn. Deze verkorting geldt niet als een jongere een zeden- of een geweldsdelict heeft begaan. Als het om ernstige strafbare feiten gaat, wordt de terugkijktermijn van vier jaar gehandhaafd.
Met het verkorten van de terugkijktermijn wil Teeven duidelijk maken dat de leeftijd van jongeren die een VOG aanvragen een belangrijke rol speelt bij de beoordeling.
Teeven verwacht de regelgeving in het voorjaar te hebben gewijzigd. Tot die tijd zal Justis VOG-aanvragen van jongeren beoordelen op basis van het huidige beoordelingskader. Ook daarin zit volgens de staatssecretaris voldoende ruimte om rekening te houden met de leeftijd van jeugdige VOG-aanvragers.