Coördinerende rol Inspectie Veiligheid en Justitie bij overlijden in detentie
Staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) gaat de Inspectie Veiligheid en Justitie (IVenJ) vragen een coördinerende rol op zich te nemen bij sterfgevallen in detentie. Teeven reageert hiermee op de constatering van de Nationale Ombudsman dat de onderzoeken die nu plaatsvinden na een overlijden in detentie onvoldoende samenhang hebben.
Momenteel melden de justitiële inrichtingen elk overlijden bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). De IGZ kijkt daarbij echter alleen naar de door de medische dienst verleende zorg. De IVenJ heeft vanuit zijn rol als toezichthouder echter een totaalbeeld van de effectiviteit en kwaliteit van de sanctietoepassing in de inrichtingen. Als de melding vanuit de inrichting daartoe aanleiding geeft, kan de IVenJ dan alsnog de IGZ vragen het sterfgeval te onderzoeken. De nieuwe werkwijze wordt medio 2013 ingevoerd. Dat schrijft Teeven vandaag aan de Tweede Kamer. Naast melding bij de IVenJ blijven de inrichtingen alle sterfgevallen ook melden bij het Openbaar Ministerie.
Bij ieder sterfgeval vindt naast melding aan externe instanties ook altijd een onafhankelijk intern calamiteitenonderzoek plaats. Uit onderzoek van de Radboud Universiteit blijkt echter dat de kwaliteit van deze onderzoeken verschilt. Alle onderzoeken worden daarom vanaf nu met dezelfde onderzoeksmethode uitgevoerd als de IGZ momenteel hanteert bij calamiteiten. Ook wordt de informatieverstrekking aan nabestaanden verbeterd. De directeur van de inrichting zal de nabestaanden van de uitkomst van het onderzoek op de hoogte stellen.
In 2011 waren er veertig sterfgevallen in de inrichtingen, waarvan vijftien suïcides. In 2012 deden zich vierentwintig sterfgevallen voor, waarvan negen suïcides. Zes van deze sterfgevallen deden zich voor in de penitentiaire inrichting in Vught (vier suïcides). Al eerder werd bekend dat vanwege dit relatief hoge aantal sterfgevallen in Vught de IVenJ en IGZ gezamenlijk onderzoek doen naar deze sterfgevallen.