Gemiddeld 22,8 leerlingen in basisschoolklas – grote verschillen tussen scholen
Op de Nederlandse basisscholen zitten gemiddeld 22,8 leerlingen in een groep. Wel bestaan er grote verschillen tussen en binnen scholen. Dit blijkt uit informatie waarover het ministerie van Onderwijs beschikt. Dit heeft staatssecretaris Dekker vandaag aan de Tweede Kamer geschreven.
De grootte van groepen in het basisonderwijs is een belangrijk onderwerp voor veel ouders en leraren. Het ministerie van Onderwijs gaat daarom regelmatig kijken hoe groot de groepen zijn. Het ministerie stuurt echter niet rechtstreeks op groepsgrootte, maar op de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. De gedachte hierachter is dat scholen zelf beter in staat zijn om maatwerk te bieden.
Het ministerie heeft de gemiddelde groepsgrootte in 2006 voor het laatst in kaart gebracht. Er blijkt sprake van een beperkte toename: in 2006 was de gemiddelde groepsgrootte 22,4 leerlingen. Staatssecretaris Dekker heeft aangekondigd dat de gemiddelde groepsgrootte vanaf nu weer jaarlijks zal worden gemeten.