Tien jaar Internationaal Strafhof: veel bereikt maar nog veel te doen

‘Het Internationaal Strafhof is onmisbaar voor de preventie van misdrijven, de bescherming van mensen, en het veroordelen van daders. Er is veel bereikt, maar er is ook nog veel te doen.' Dat zei minister Timmermans (Buitenlandse Zaken) in de Ridderzaal in Den Haag bij de viering van het 10-jarig bestaan van het Internationaal Strafhof. Bij de plechtigheid waren Hare Majesteit de Koningin en de president van Senegal aanwezig.

Speciaal fonds
‘Als er ergens onrecht is wordt het recht overal bedreigd', citeerde minister Timmermans Martin Luther King. 'Daarom is het belangrijk dat het Strafhof universeel erkend wordt.' De minister vroeg ook aandacht voor mensen die een leven proberen op te bouwen na slachtoffer te zijn geweest van afschuwelijke misdrijven. Nederland draagt een half miljoen euro bij aan een speciaal fonds voor slachtoffers van misdrijven tegen de menselijkheid.

Kindsoldaat
Op uitnodiging van minister Timmermans, de voorzitter van de Vergadering van Statenpartijen en de president van het Strafhof woonde een groot aantal hoogwaardigheidsbekleders en juridische en diplomatieke vertegenwoordigers van staten en van internationale, regionale en maatschappelijke organisaties de plechtigheid bij. Naast deze drie hield voormalig kindsoldaat Kon Kelei een toespraak en sprak VN-secretaris-generaal Ban Ki-moon de aanwezigen toe in een videoboodschap.

Permanent Hof
Het Internationaal Strafhof, dat zetelt in Den Haag, werd in 2002 ingesteld als permanent hof voor het vervolgen van personen die verdacht worden van genocide, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden. Al 121 landen zijn aangesloten uit alle delen van de wereld. De Vergadering van Statenpartijen is van 14 tot en met 22 november bijeen in Den Haag.