Speech van de minister van Infrastructuur en Milieu, Melanie Schultz van Haegen, bij de opening van het Watermanagementcentrum

Toespraak | 07-11-2012

Koninklijke hoogheid,
Meneer Verbeek, Mevrouw Horselenberg, Meneer Glas, beste Jan Hendrik,

Het is prachtig om als eerste actie in deze nieuwe kabinetsperiode bij de opening van dit Watermanagementcentrum te zijn.

Water heeft mijn hart gestolen.
Dat heb ik nooit onder stoelen of banken gestoken.

Een plek die nog maar eens aangeeft hoe belangrijk Water voor Nederland is.
Peter Glas zei het al: dit centrum is een toonbeeld van samenwerking.
In die zin past het dus mooi bij het motto van dit Kabinet: het centrum slaat bruggen tussen alle waterbeheerders.
Met Rijkswaterstaat als uitmuntende gastheer.

Hier in Lelystad gaan we met elkaar werken aan Water.
Dat is waar we in Nederland goed in zijn.
Dat is wat we ook voortdurend moeten blijven doen.

Meneer Glas, u zei het al: water stroomt.
Het is dus altijd in beweging.
En de manier waarop we met water omgaan, is dus ook in beweging.

Daarom is het belangrijk om met elkaar goede afspraken te blijven maken.
Er lagen al goede afspraken, maar we gaan ook verder met nieuwe afspraken.
Ik ga graag snel met u, meneer Glas, en andere bestuurders om tafel om te praten over taken en structuren. Ik zeg altijd: structure follows strategy.

‘Zorg voor waterbeheer en waterkwaliteit zal altijd een essentiële overheidstaak blijven.’
Zo staat het letterlijk in het Regeerakkoord.

Daarom ben ik ook blij met de woorden van Zijne Koninklijke Hoogheid en het advies van de Adviescommissie Water.
Ik zie in de Adviescommissie een echt expertteam.

Jan Hendrik Dronkers zei het zojuist al: net als op het ministerie staat ook hier altijd een zetel voor u klaar.
Want het is goed om als bestuurders scherp gehouden te worden door experts.

Dat is belangrijk omdat er nogal wat op het spel staat.
Water is de rode draad in onze geschiedenis.
Nederland is van een drassig moerasland uitgegroeid tot een dichtbevolkte, rijke delta.

Als je dat bedenkt, lijkt het er soms op dat we het water hebben getemd.
Maar dat, dames en heren, is echter een illusie.

Vorig jaar dreigden in de lente rivierdijken te droog te worden door een tekort aan water.
En dit voorjaar dreigden in het noorden nog overstromingen.

Dat het bij dreiging bleef, zegt iets over wat we tot nu toe hebben bereikt.
We zijn ondanks en dankzij het water een veilige en welvarende delta.
Maar we moeten daaraan dus blijven werken.
Ook als exportproduct.

Want dat is water: ons voornaamste exportproduct geworden.
Als je verder kijkt in de wereld, zie je aan onze rol in de wereld dat we bekend zijn als ‘Waterland’.
Dat biedt natuurlijk gigantische kansen voor onze bedrijven.

Maar het betekent ook dat er juist nu heel veel op het spel staat.
Het komt erop aan die kennis en kunde nog meer te gelde te maken.

Maar dat is natuurlijk niet onze belangrijkste uitdaging.
Het belangrijkste is dat het belang van droge voeten in onze delta alleen maar groter wordt.
En dat we het zo inpassen dat je er een mooier land van krijgt.

We controleren regelmatig of onze waterkeringen nog voldoen aan de eisen.

Op dit moment is het tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma in volle vaart.
En het derde is al in voorbereiding.

We werken ook elke dag aan Ruimte voor de Rivier.
Sinds afgelopen maandag zijn alle 35 projecten in uitvoering.
Ik weet overigens nog goed hoe we dat plan destijds door de Tweede Kamer moesten krijgen.
Dat was geen makkelijke klus.
Dus is dit een extra prachtige mijlpaal.

De eerste begroting van het Deltafonds is ook een mijlpaal.
Vanaf nu zijn de financiën voor het Deltaprogramma dus goed geregeld.
De Deltacommissaris kan dus voortvarend vooruit bij het voorbereiden van de Deltabeslissingen.
Maar ook dat zullen we samen moeten doen.

Dames en heren,

Werken aan water betekent ook voortdurend met nieuwe ogen naar ons land kijken.
Het principe van Meerlaagsveiligheid is daarin heel belangrijk.
Daarbij kijken we niet alleen naar dijken en andere waterkeringen.
Maar we nemen de inrichting van gebieden en rampenbeheersing meteen mee.

Daarbij zullen we met elkaar voortdurend moeten zoeken naar de hoogste vorm van veiligheid en kwaliteit tegen zo laag mogelijke kosten.
En dat alles in een mooi gemaakt land.
Ik vertrouw daarin op de samenwerking met alle betrokken partijen.
Dat moet ons een stap verder brengen.

Dames en heren,

Ons werken aan water eindigt nooit.
En het Watermanagementcentrum speelt bij dat werk een essentiële rol.
Het is de plek waar we voortdurend de vinger aan de pols houden.
En de plek waar alle waterpartners samenkomen en samenwerken aan water.

We hebben daarbij een gezamenlijk doel: een mooi land, waarin we met elkaar droge voeten houden en prettig kunnen leven.
Dat is een grote verantwoordelijkheid, ook voor mij als minister.

Ik kijk ernaar uit om daar de komende vier jaar werk van te maken.
Samen met Rijkswaterstaat, provincies, gemeenten en waterschappen.

En ik ben ervan overtuigd dat dit centrum daar een cruciale rol in zal spelen. 

Dank u wel.