Aanwijzing Curaçao in essentie overeind gebleven
Vandaag is het Koninklijk Besluit gepubliceerd met de beslissing op het beroep van de raad van ministers van Curaçao tegen het besluit van 13 juli 2012 waarmee een aanwijzing aan het bestuur van Curaçao werd gegeven om de begroting 2012 aan te passen. Het beroep is voor het grootste gedeelte afgewezen. De aanwijzing is daarmee in essentie overeind gebleven.
Minister Plasterk (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) benadrukt de urgentie en noodzaak van herstel van het begrotingsevenwicht op Curaçao en hoopt dat de opvolging van de aanwijzing zal bijdragen tot adequate voorzieningen voor de burgers. In dat kader is het prijzenswaardig dat de interim-regering van Curaçao de omvang en de ernst van de situatie volledig onderkent en serieuze inspanningen doet om het proces tot herstel in te zetten. De Raad van State heeft dit zogenoemde Kroonberoep behandeld en de Raad heeft tevens de beslissing voorbereid. De beslissing houdt in dat de aanwijzing van 13 juli 2012 deels in stand blijft, zij het op onderdelen aangepast en geactualiseerd. Het betreft de volgende onderdelen:
- Curaçao dient 55 miljoen Antilliaanse guldens (ANG) uit 2010 en 2011 te compenseren met overschotten op de begroting van 2012 en zo nodig op de begrotingen van verdere jaren;
- Curaçao dient pas uit te gaan van besparingen als zij daadwerkelijk zijn gerealiseerd;
- Voor de begroting 2012 en de meerjarenbegroting dienen maatregelen genomen te worden om oplopende tekorten adequaat op te vangen;
- De regie door Curaçao op de uitvoering van voorgenomen maatregelen moet versterkt worden;
- Het is niet toegestaan verplichtingen op te nemen tot het aangaan van nieuwe leningen in de begroting 2012 zolang geen meerjarig evenwicht is bereikt. Voor zover het de bouw van een nieuw ziekenhuis betreft, moeten maatregelen worden getroffen die nodig zijn om een verantwoorde exploitatie mogelijk te maken. Die maatregelen moeten ook voldoende realistisch zijn, zodat het zeker is dat die ook daadwerkelijk zullen worden uitgevoerd. Dit dient te worden uitgewerkt in overleg met het College financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Cft);
- Het is in beginsel niet toegestaan nieuwe verplichtingen op te nemen in verband met het aannemen van personeel in de begroting 2012.
De beslissing houdt daarnaast in dat een aantal andere onderdelen uit de aanwijzing van 13 juli 2012 vervallen. Dit omdat zij niet ontleend zijn aan het advies van het Cft en daardoor niet voldoende kenbaar waren bij de behandeling van de aanwijzing in de Rijksministerraad, Ook biedt de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten er op enkele onderdelen geen grondslag voor. Het betreft onderdelen die aanwijzingen gaven met betrekking tot het aanleveren van liquiditeitsoverzichten, voortgangsrapportages, plannen van aanpak in relatie tot overheidsvennootschappen, en het instellen van voorafgaand toezicht door de minister van Financiën van Curaçao bij het aangaan van nieuwe verplichtingen.