Asielverzoeken officieren KhAD/WAD Afghanistan werden individueel getoetst
Bij asielzoekers uit Afghanistan die geen verblijfsvergunning hebben gekregen omdat zij als (onder)officier hebben gediend bij de veiligheidsdiensten KhAD/WAD, heeft wel degelijk een individuele toetsing plaatsgevonden.
Dat schrijft minister Leers (Immigratie, Integratie en Asiel) aan de Tweede Kamer op basis van een recente uitspraak van de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak).
1F'ers en KhAD/WAD
Nederland verstrekt geen asielvergunning aan mensen als het ernstige vermoeden bestaat dat zij in hun eigen land betrokken zijn geweest bij oorlogsmisdaden of andere ernstige misdrijven. Hierbij past Nederland het artikel 1F uit het Vluchtelingenverdrag toe. Zo wordt voorkomen dat mogelijke daders en slachtoffers van (oorlogs)misdrijven allebei asiel krijgen en elkaar hier tegenkomen.
Volgens de uitspraak van de Raad van State voldoet het Nederlandse 1F-beleid aan de eis dat een Afghaanse vreemdeling aan de hand van specifieke feiten van het concrete geval individueel verantwoordelijk moet kunnen worden gesteld voor gepleegde misdrijven door de KhAD/WAD. De vreemdeling krijgt ook altijd uitgebreid de gelegenheid om aannemelijk te maken dat hem die misdrijven niet kunnen worden aangerekend.
Er is dus geen sprake van een collectieve en automatische beoordeling door de Immigratie- en Naturalisatiedienst, maar van een individuele toetsing.