Feiten en cijfers over de Nederlandse cultuursector
De sector is gedreven om op zoek te gaan naar nieuwe inkomstenbronnen, cultuur is een belangrijke trekpleister voor toerisme en het museumbezoek is in 2011 opnieuw gestegen. Dat blijkt uit de publicatie ‘Cultuur in beeld 2012’.
De publicatie bundelt feiten en cijfers over de Nederlandse cultuursector van brancheverenigingen, de grote steden en het rijk. Dit jaar bevat ‘Cultuur in beeld’ niet alleen cijfers van de instellingen uit de basisinfrastructuur, maar ook cijfers van de fondsen, de vier grote steden en de niet-gesubsidieerde sector.
Subsidie is niet vanzelfsprekend, maar moet gebaseerd zijn op scherpe en beredeneerde keuzes. De internationale top kan top blijven, makers van kunst gaan vóór ondersteunende instellingen en erfgoed en bibliotheken worden zoveel mogelijk ontzien. ‘Cultuur in beeld 2012’ laat de gevolgen zien van dit nieuwe cultuurbeleid dat is gericht op een ondernemende cultuursector die zo veel mogelijk publiek bereikt en kinderen en jongeren kennis laat maken met cultuur.
Spreiding van het aanbod
Instellingen in de culturele basisinfrastructuur en de cultuurfondsen ontvangen van het Rijk subsidie. Een belangrijk kenmerk van instellingen in de basisinfrastructuur is grootschalig en internationaal topaanbod. De fondsen hebben een aanvullende rol en zorgen voor pluriformiteit en vernieuwing. Gemeenten zijn de grootste publieke financier van cultuur. Samen zorgen de door het rijk gefinancierde basisinfrastructuur en fondsen, en de andere overheden voor een goede spreiding van aanbod. De door het Rijk en fondsen gesubsidieerde podiumkunstinstellingen gaven in 2011 zo’n 60% van de voorstellingen in de regio.
Effecten bezuinigingen en recessie
Doordat de structurele instellingssubsidies bij de verschillende overheden voor vier jaar worden vastgelegd, zullen de effecten van de bezuinigingen voor de gesubsidieerde sector vanaf 2013 zichtbaar worden. ‘Cultuur in beeld 2012’ laat zien dat de sector gedreven is om op zoek te gaan naar nieuwe inkomstenbronnen. De meeste instellingen hebben veel aandacht voor ondernemerschap. Het verdienvermogen van de producerende instellingen zoals theater en dans neemt flink toe doordat ze gemiddeld meer publiek weten te trekken, meer sponsorgelden binnen halen en een hogere prijs vragen. Gemiddeld genomen verwachten de instellingen in de basisinfrastructuur in 2013 een stijging van de publieksinkomsten van zeven procent.
Door de recessie kijken mensen kritisch naar hun uitgaven. Dit heeft ook effect op de culturele sector. Vrije theaterproducenten en de podia die zijn aangesloten bij de Vereniging van Schouwburg en Concertgebouwdirecties zien na 2008 een teruggang van het aantal bezoekers. De gesubsidieerde sector ondervindt tot nu toe minder last van de recessie dan. Wel is vanaf 2008 een lichte afname van de groei waar te nemen.
Het museumbezoek in Nederland is in 2011 gestegen. De ruim 400 musea waar de Museumkaart geldig is, ontvingen ruim 18 miljoen bezoekers. Vorig jaar waren dit er 16,9 miljoen.
Economische waarde van cultuur
‘Cultuur in beeld 2012’ bevat ook een analyse van de economische waarde van cultuur. De bijdrage van de culturele sector aan het Bruto Binnenlands Product bedraagt in 2011 met 13 miljard euro 2,4% van het totaal. Dat is vergelijkbaar met landen zoals België en Duitsland.
Cultuur is een belangrijke trekpleister voor toerisme. Van de buitenlandse toeristen typeert 11% het verblijf in Nederland als cultuurvakantie. Cultuur blijkt ook een belangrijk exportproduct: in 2008 stond Nederland op de achtste plaats op de wereldranglijst van exporteurs van creatieve goederen.