Minister Schippers reikt Koninklijke onderscheiding uit aan professor dr. Frans Rutten
Minister Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, riep de wetenschap op hun deel te doen om de zorg betaalbaar, toegankelijk en van hoge kwaliteit te houden. Dat deed zij in haar toespraak bij het symposium ‘Gepast gebruik’ van het Instituut Beleid & Management Gezondheidszorg, aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Aansluitend speldde zij professor dr. Frans Rutten de Koninklijke versierselen op. Professor Rutten is door hare majesteit de koningin benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau. Hieronder de volledige tekst van de toespraak.
Beste mensen,
Ik val meteen met de deur in huis: Zoals iedereen voor de vrede is, is ook iedereen voor gepast gebruik van zorg. We lezen er veel over, en logisch, niemand is hiervoor: ongebruikte medicijnen, het niet afmaken van een kuur, onnodige operaties of het slikken van dure medicijnen waar goedkope ook voldoen, heroperaties van een slecht gelukte.
En toch komt het niet van de grond. Hoe komt dat? En hoe zorgen we dat het wel gebeurt? Het is de uitdaging om dat de komende jaren voor elkaar te krijgen. En daarin heeft iedereen een rol: artsen, verpleegkundigen, ziekenhuizen, zorgverzekeraars, apothekers, de wetenschap, de politiek. Het gebeurt aan het bed en in de spreekkamer, dat blijft ook zo. Maar dat gedrag is te beïnvloeden. Hoe? Is dan een belangrijke vraag.
Beste mensen,
Onze gezondheidszorg behoort tot de top van de wereld. Verschillende onderzoeken maken dat jaar op jaar helder. Vooral over de toegang en de kwaliteit wordt hoog opgegeven. Veel minder over de kostenontwikkeling. En terecht. De kostenontwikkeling baart zorgen. U heeft het in de campagnes tot vervelens toe gehoord en toch zeg ik het nog maar eens.
Een doorsnee gezin betaalt nu ruim elf duizend euro per jaar aan zorg. Dat is de hele zorg van ziekenhuis tot verpleeghuis. Als we niets doen, betaalt datzelfde gezin straks 23 duizend euro. Dat is bijna de helft van het inkomen. En dat zou grote gevolgen hebben voor de koopkracht van mensen, voor de economie. Of voor de overige posten op de rijksbegroting. Om het een en ander in perspectief te plaatsen. Het geld dat we bijvoorbeeld uitgeven aan basisonderwijs is niet meer dan twee maanden zorg. Wetenschappelijk Onderwijs kost 3,9 miljard. Dat is 21 dagen zorg, 3 weken dus!
Kortom: de betaalbaarheid en toegankelijkheid van onze zorg staan onder hoge druk. En daar komt gepaste zorg in beeld. Gepast gebruik is primair een doel om de kwaliteit van zorg te versterken. Maar en passant verbetert het ook in sterke mate de betaalbaarheid. Onderzoekers koppelen enorme bedragen aan gepast gebruik, oplopend tot wel 8 miljard! [Booz] Maar hoe halen we die kwaliteitswinst en de betaalbaarheidswinst eruit? Dat is de 8 billion dollar question.
Het ontwerpadvies van de SER, de agenda van de gezamenlijke veldpartijen en het rapport van de Taskforce zorguitgaven. Allemaal hebben ze het over gepast gebruik. Kortom, het draagvlak is er. Wat gaan we nu doen?
Velen zeggen: de productieprikkel afschaffen. Deze productieprikkel zou de oorzaak zijn. Laten we dan eens kijken naar bijvoorbeeld de AWBZ waar geen productieprikkel is, of de curatieve zorg een paar jaar geleden. Opvallend is de grote groei in de hele AWBZ, met name gehandicapten zorg door uitbreiding naar lichte zorg. Zelfde ontwikkeling in deze gebudgetteerde sector als in de prestatie gefinancierde curatieve zorg. Opmerkelijk!
Opvallend ook dat toen de prestatiebekostiging werd ingevoerd in de zorg de praktijkvariatie ook enorm was. Die was dus niet afwezig toen er anders werd gefinancierd.
Als we dan gaan betalen naar toegevoegde waarde? Voor kwaliteit een goed idee! Maar hoe doe je dat? Hoe voorkom je, met de ervaring van de DBCs nog vers in het geheugen een nieuw bureaucratisch circus naast de DOTs? Wat is kwaliteit en hoe meten we dat? Ingewikkeld!
De analyse van de Taskforce zorguitgaven laat zien dat de productieprikkels tot meer zorg hebben geleid. Tegelijkertijd weten we nu wel wat de behandelingskosten zijn in de zorg. Dat is goed. Het doorschieten naar lichtere zorg die misschien niet altijd in die mate nodig was niet.
Door technologische vooruitgang nemen bijwerkingen en belasting van behandelingen af. Daarom willen meer mensen die behandeling, ook met lichtere aandoeningsvormen. Is dat erg of vooruitgang? Dat is maar de vraag. We opereren nu een patiënt van 75 nog en geven hem een nieuwe heup. Deze patiënt kan dan misschien nog wel 10 jaar lopen zonder pijn. Is dat overbodige zorg? Tegelijkertijd zie je de medicalisering van onze kinderen. Is dat een goede ontwikkeling? Daar stel ik dan weer mijn vraagtekens bij!
Transparantie is ook belangrijk. Dan kunnen we zien wat er gebeurt. Dat is natuurlijk essentieel om überhaupt inzicht te krijgen in wat er gebeurt. Maar dat alleen is ook onvoldoende. In de Verenigde Staten bestaat de befaamde Dartmouth atlas. Sinds jaar en dag wordt daarin de variatie tussen instellingen gemeten. Tegelijkertijd constateert hoofdonderzoeker John Wennberg met lede ogen dat deze praktijkvariatie ondanks de toenemende aandacht de afgelopen decennia niet is afgenomen.
Iedereen wil gepaste zorg, maar tegelijkertijd zijn de belangen van alle betrokkenen groot. Laten we dat ook onderkennen. Om gepast gebruik massaal toegepast te krijgen moet iedereen z’n eigen rol bezien en soms durven loslaten of aanpassen.
Het is van het grootste belang dat we gezamenlijk de goede kant op gaan.
-Als de wetenschap duidelijk maakt wat ‘gepast’ is en wat niet. Health Technology assessments is zo’n methode die hier is ontwikkeld ten behoeve van de therapeutische meerwaarde en de kosteneffectiviteit en organisatie. Cruciaal voor pakketbeslissingen.
-Als beroepsverenigingen gepaste zorg in operationele richtlijnen vastleggen.
-De verzekeraars dit vervolgens gebruiken bij hun contractering.
-En het publiek weet door wie en van welke kwaliteit zorg wordt geleverd,
-dan zullen instellingen die minder ‘gepaste zorg’ leveren uit de markt worden gedrukt of hun prestaties moeten verbeteren. Er zullen dan ook premie- en kwaliteitsverschillen ontstaan.
-Het helpt enorm als patiënten extra bijbetalen voor ‘ongepaste zorg’ en burgers kiezen voor verzekeraars met een actief contracteringsbeleid rondom ‘gepast gebruik’. Als we dat allemaal in samenhang voor elkaar krijgen, dan zijn we een heel eind.
Wij hebben u hard nodig! U heeft het vast gehoord, in mijn betoog zitten veel onbeantwoorde vragen. Veel als, en veel hoe dan? Niet alleen medische-technische – wat is gepaste/goede zorg? Wat hoort in het collectieve pakket en wat niet? Maar ook systeem-technisch: hoe financier je de zorg? Hoe houd je het werkbaar? Waar liggen de systeemlekken?
Dat klinkt allemaal niet sexy, maar het is cruciaal voor de betaalbaarheid, toegankelijkheid en kwaliteit van de zorg.
Op al die terreinen moeten nog grote stappen worden gezet. We moeten die blijven stimuleren en die stimulansen moeten ook verder worden geïntensiveerd. Daarbij moeten we er in het bijzonder voor waken dat de ene maatregel de andere niet bijt. Want het gebeurt in dit land te vaak dat er een stapeling van maatregelen ontstaat. Eigen bijdragen die vervolgens weer worden gecompenseerd aan de achterdeur; risico’s die vervolgens weer worden gedempt met vangnetten.
Hoe zorgen we dat de oplossingen elkaar niet tegenwerken? Daar ligt mijn uitnodiging aan u, de wetenschap, om uw deel te doen. Met onderbouwingen, met nieuwe suggesties, met out of de box-denken. Met onderzoeksresultaten en oplossingen die bruikbaar zijn aan het bed, in de spreekkamer en de ‘systeemkamers’. Laten we samen zorgen dat de zorg betaalbaar blijft en van hoge kwaliteit.
Prof dr Rutten is daar al lang geleden mee begonnen en daarom nodig ik hem nu uit naar voren te komen.
[Koninklijke onderscheiding professor dr. Rutten]
Professor Rutten, U neemt vandaag afscheid en houdt straks nog een rede. Maar ik mag u vandaag dit eerste exemplaar van het het ESB-dossier ‘Gepaste zorg’ uitreiken. Een prachtig werk dat de stand van het onderzoek op dit gebied laat zien. Alstublieft!
Maar voordat u wegloopt, nog iets anders.
Professor, vandaag uiteindelijk toch in een zwarte toga. Dat is bijzonder heb ik me laten vertellen. Voor wie het niet weet, vanaf 1988 is Frans Rutten hoogleraar aan de Erasmus universiteit. Maar hij was gerechtigd om zijn eerste toga te dragen, die van de Universiteit Maastricht. En dat deed professor Rutten ook. Het was een rode. Ondanks dat iedereen bij de Erasmus een zwarte droeg. Op de vraag waarom hij geen zwarte nam, gaf hij te kennen dat hij er de kosteneffectiviteit niet van inzag.
Professor dr. Frans Rutten, u bent zo’n man over wie geen onvertogen woord valt. Wie je het ook vraagt, alleen maar positieve geluiden. Nationaal en internationaal. En dat is eigenlijk niet verwonderlijk want u heeft een indrukwekkende staat van dienst en internationaal naam gemaakt. En bent daarbij ook nog eens een aimabele man. Iemand die stuurt zonder dat men het idee heeft gestuurd te worden. Iemand die ruimte biedt aan anderen. En bescheiden.
Vandaag houdt u uw afscheidscollege hier in Rotterdam aan de Erasmus Universiteit, vanwaar u in 1972 de wereld inging als afgestudeerd econometrist. U maakte onder andere een uitstap naar de Universiteit van Maastricht en promoveerde in 1979 op een macromodel voor de zorgsector. [The use of health care facilitties in the Netherlands, an econometric analysis]. En daarmee werd u één van de grondleggers van de gezondheidseconomie in ons land maar ook in het buitenland. Een leven lang werkte u aan het verbeteren van de gezondheidszorg met doelmatigheid en gelijke toegang voor iedereen als criteria. U paart wetenschappelijke kwaliteit aan maatschappelijke relevantie.
Meer dan 200 publicaties staan op uw naam. U wordt veelvuldig geciteerd omdat u aan de basis heeft gestaan van belangrijke en invloedrijke innovaties in de gezondheidseconomie. Bijvoorbeeld de frictiekostenbenadering om productiviteitsverliezen als gevolg van zieke te berekenen, het ontwikkelen van methoden voor het meetbaar maken van een rechtvaardige verdeling van zorg en zorgkosten, en ook de introductie van farmaco-economisch onderzoek in Nederland.
Daarmee heeft u eraan bij gedragen dat gezondheidseconomie systematisch gebruikt wordt in beleid en dat Nederland op dit gebied internationaal een leidende positie heeft vergaard.
En zo kan ik nog wel even doorgaan, want in 1988 kwam u terug naar de Erasmus Universiteit en onder uw leiding is het iBMG uitgegroeid tot een instituut van wereld faam. Mijn ministerie deed veelvuldige een beroep op u, en ook ZonMw en NWO.
Al deze bijzondere verdiensten en al het andere dat ik nu niet kan noemen, hebben voor onze samenleving bijzondere waarde. En daarom professor dr. Frans Rutten, vind ik het een eer u te mogen vertellen dat het hare majesteit de koningin heeft behaagd u te benoemen tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau. Ik zal u daarom nu de versierselen opspelden.