Paspoort wordt 10 jaar geldig

Het Nederlandse paspoort krijgt, als de aanvrager tenminste 18 jaar is, een geldigheidsduur van 10 jaar. Bij de aanvraag voor de identiteitskaart worden geen vingerafdrukken meer opgenomen. Dit zijn de belangrijkste wijzigingen in de Paspoortwet, waarmee de Rijksministerraad op voorstel van minister Spies van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft ingestemd.

Paspoort

De verlenging van de geldigheidsduur van het paspoort van 5 naar 10 jaar leidt tot een vermindering van administratieve lasten voor de burger. De leeftijdsgrens van 18 jaar is gekozen vanwege de afnemende gelijkenis van de houder van het document met diens gezichtsopname, vooral bij kinderen.

Identiteitskaart

Ook de geldigheidsduur van de identiteitskaart wordt verlengd naar 10 jaar. De identiteitskaart wordt in de Paspoortwet niet langer als reisdocument aangemerkt. Daardoor hoeft niet meer te worden voldaan aan de Europese verordening die bepaalt dat in een reisdocument vingerafdrukken moeten worden opgenomen. Overigens blijft het mogelijk om met de identiteitskaart, als document voor grensoverschrijding, naar dezelfde landen te reizen als nu het geval is.

Wanneer iemand zijn paspoort of identiteitskaart kwijtraakt, worden bij de aanvraag van een nieuw document geen extra kosten meer in rekening gebracht.

De ministerraad heeft ermee ingestemd het voorstel tot wijziging van de Paspoortwet en het advies van de Raad van State in te dienen bij de Tweede Kamer.