Meer studenten natuur- en scheikunde
Het aantal studenten dat begint aan een studie natuurkunde of scheikunde neemt gestaag toe evenals het aantal studenten dat deze studies afrondt. Ook is de kwaliteit van het onderzoek hoog en zijn onderzoekers succesvol in het binnenhalen van individuele onderzoekssubsidies. Dit blijkt uit de eerste tussenrapportage van de Commissie Breimer van het sectorplan natuur- en scheikunde.
De overheid investeert sinds 2011 jaarlijks via het sectorplan natuur- en scheikunde €20 miljoen in het stimuleren van meer natuur- en scheikundigen en het versterken van het onderwijs en onderzoek daarin. Volgens de commissie Breimer besteden de faculteiten de extra middelen effectief en liggen ze op koers om de afgesproken doelstellingen te halen.
De instroom van studenten in de natuur- en scheikunde stijgt. De traditionele scheikunde-opleidingen blijven wat achter, maar bij opleidingen waarin scheikunde een belangrijk onderdeel is, zoals life sciences, biomedische technologie en moleculaire wetenschap, is een behoorlijke groei te zien.
Hoogleraren en universitaire docenten
De universiteiten pakken de onderwijsvernieuwingen op en investeren o.a. in het vergroten van de didactische vaardigheden van de docenten. Met de extra middelen van het sectorplan zijn nieuwe hoogleraren, universitaire (hoofd)docenten en technici geworven. Het aandeel vrouwen in deze nieuwe posities is relatief hoog: van de 62 ingevulde posities worden er 22 door een vrouw bezet.
Internationale impact
Uit de onderzoeksvisitaties is gebleken dat het sectorplan leidt tot heldere landelijke afstemming van de zwaartepunten van de universiteiten. De zwaartepunten bevatten één of meer onderzoeksgroepen die in de visitaties zeer goed scoren. De kwaliteit van het onderzoek door deze groepen heeft een grote internationale impact. Ook halen individuele wetenschappers in deze onderzoeksgroepen veel veni-, vidi- en vici- en Europese beurzen binnen.
“Als overheid doen we ons best om via deze investering van 20 miljoen euro per jaar te zorgen voor meer natuur- en scheikundigen en een grote impact van het onderzoek. Het is aan het bedrijfsleven om ervoor te zorgen dat studenten die eenmaal kiezen voor exact ook in die sector aan de slag gaan en blijven,” reageert staatssecretaris Zijlstra.