Openingstoespraak ASEM Rectoren Conferentie

Op 25 september 2012 opende staatssecretaris Halbe Zijlstra de ASEM Rectoren Conferentie, die dit jaar plaatsvindt bij de Rijksuniversiteit Groningen.

Dames en heren,

•    Welkom in Nederland. Het is mij een grote eer om u hier te mogen toespreken bij deze derde ASEM rectorenconferentie. En mijn dank aan onze gastheer voor deze bijeenkomst, de Rijksuniversiteit Groningen.

•    Het is goed om hier met zo’n internationaal gezelschap over internationalisering te praten, want dat onderwerp wordt steeds belangrijker in het hoger onderwijs. Volgens recente gegevens van Unesco is het aantal studenten dat in het buitenland studeert de afgelopen 20 jaar wereldwijd ruim verdubbeld. In 1994 waren het er 1,7 miljoen, in 1999 2,1 miljoen en volgens de laatste telling in 2009 3,7 miljoen.

•    Een van de belangrijkste redenen voor deze explosieve groei is de opkomst van de kenniseconomie, die een grote vraag naar hoogopgeleide medewerkers creëerde. En de kwaliteit van die kenniswerkers wordt grotendeels bepaald door de kwaliteit van het hoger onderwijs dat ze hebben gevolgd. Dat brengt me meteen bij de eerste opdracht voor elk land met een kenniseconomie: het verhogen van de kwaliteit van het hoger onderwijs. Om je kenniseconomie concurrerend te houden, moet je de kwaliteit van het hoger onderwijs versterken. Want daar komt de grondstof voor welvaart en welzijn vandaan.

•    Door de huidige economische crisis is het niet altijd eenvoudig om te blijven investeren in onderwijs. Budgetten staan bijna overal onder druk. Maar geld is niet het enige middel: vooral de inrichting van je stelsel is bepalend voor de kwaliteit van het hoger onderwijs.

•    Betere onderwijsprestaties kun je ook binnen hetzelfde budget realiseren, als je bereid bent om keuzes te maken. Keuzes met betrekking tot (1) profileren, (2) selecteren en (3) samenwerken en internationaliseren. Het is mijn stellige overtuiging, dat het maken van keuzes voor de komende jaren onze opdracht is. Daarom wil ik de genoemde keuzepunten graag kort toelichten.

•    Allereerst profileren. Een universiteit moet niet alles willen bieden. Zo’n generalisme is zinloos. De Nederlandse wetenschapper en onderzoeker Robbert Dijkgraaf, die sinds 1 juli 2012 directeur is van het Institute for Advanced Study in Princeton, zie hierover: “Als iedereen pretendeert alles te kunnen, zal niemand ooit iets echt realiseren.” Einde citaat.

•    Bij een te breed aanbod vervlakt de kwaliteit; we hebben echter pieken nodig. Daarom moeten universiteiten voor zichzelf vaststellen met welke vakgebieden ze de top kunnen halen. En ze zouden ook  het lef moeten hebben om sommige dingen niet meer te doen. Kies een eigen profiel, en laat hoogwaardig toponderwijs verzorgen door de beste docenten. Dit betekent dat je als student niet meer elk vak bij elke universiteit kunt studeren: maar waar je studeert, krijg je wel de beste studie aangeboden.

•    Daarmee kom ik bij punt twee: selecteren. Een strengere selectie helpt om elke student op de juiste plaats te krijgen. Studenten mogen veel van hun opleiding eisen, maar andersom geldt dat ook. Het gaat niet om de kwantiteit, maar om de kwaliteit. Het beste uit elke student halen, dat is de opdracht.

•    Het derde punt luidt: samenwerken. En dan bedoel ik samenwerking tussen instellingen onderling – nationaal en internationaal – en tussen instellingen en bedrijven. Als universiteiten bijvoorbeeld onderzoekscapaciteit bundelen, dan ontstaat er meer onderzoeksmassa, waardoor je aantrekkelijker wordt voor het bedrijfsleven. En dat leidt weer tot extra onderzoek, waardoor een sneeuwbaleffect ontstaat; en dat leidt weer tot extra massa en kwaliteit.

•    Samenwerken heeft natuurlijk ook positieve effecten op de onderwijskwaliteit. Het gericht uitwisselen van kennis en ervaring, van docenten en onderzoekers geeft nieuwe energie en houdt iedereen scherp, zodat het resultaat groter is dan de som der delen.

•    In het verlengde van samenwerken wil ik hier internationaliseren noemen. Elk land dat internationalisering een plek geeft in het hoger onderwijs, ziet de kwaliteit van het eigen onderwijs verbeteren. De landen met uitgaande studenten, omdat zij na terugkomst extra kennis inbrengen. En de landen met binnenkomende studenten, omdat zij toptalenten uit de hele wereld in huis krijgen. En dat heeft over en weer een stimulerende uitwerking.

•    Een recent onderzoek van het Nederlands Centraal Plan Bureau onderstreept, dat internationalisering in het hoger onderwijs overwegend positieve economische effecten met zich meebrengt. Die kunnen per land verschillen, afhankelijk van de grootte en samenstelling van de groepen in- en uitstromende studenten. Een relatief grote instroom leidt in eerste instantie tot een toename van de studiekosten, maar kan later tot meer belastinginkomsten leiden wanneer deze hoogopgeleiden na afronding van hun studie in het land blijven werken.

•    Daar komt bij dat de motivatie van studenten om in het buitenland te gaan studeren wereldwijd toeneemt, ook als ze voor een goede studie niet per se de grens over zouden moeten. Want studenten die tijdens hun studie buitenlandervaring opdeden, halen een hoger gemiddeld afstudeercijfer dan degenen die in eigen land blijven. Bovendien blijken studenten met buitenlandervaring na afstuderen een hoger inkomen te krijgen.

Dames en heren,

•    In de hele wereld is men op zoek naar manieren om de kwaliteit van hoger onderwijs te versterken. Ook in Azië kiest u voor selecteren, profileren en samenwerken. Met selecteren bent u al veel verder, in dat opzicht kunnen wij nog veel van u leren. En ik ben blij dat u zo’n sterke nadruk legt op internationale samenwerking. Steeds meer hoger onderwijsinstellingen uit Azië sluiten een overeenkomst met een buitenlandse instelling af om kwaliteitsimpulsen te realiseren. En dat werpt vruchten af. In de internationale rankings zien we een groeiend aantal instellingen uit Azië binnenkomen, onder meer uit China en Zuid-Korea.

•    Een ander interessant aspect is de taal. Onderzoek is al veel langer gewend om over de grenzen te kijken, en daarbij Engels als gezamenlijke taal aan te houden. Onderwijs volgt dat voorbeeld, zoals blijkt uit de toename van het Engelstalig onderwijs in veel Aziatische landen. En dat maakt uitwisseling en samenwerking alleen maar makkelijker.  

Dames en heren,

•    Ook in Nederland hebben we verschillende ontwikkelingen in gang gezet om de kwaliteit van ons hoger onderwijs te verhogen. Ik heb de universiteiten en hogescholen gevraagd om hun ambities en plannen voor de komende jaren te formuleren. En daar maken we bindende afspraken over, want het zijn geen vrijblijvende exercities: een deel van de bekostiging wordt afhankelijk gemaakt van de prestaties. En daar word je ook echt op afgerekend.

•    Daarnaast bieden we meer ruimte voor de zogenoemde selectie aan de poort. De focus moet niet langer liggen op zoveel mogelijk studenten binnenhalen, maar op het binnenhalen van de meest geschikte studenten. Dat leidt tot een verschuiving van kwantiteit naar kwaliteit.

•    In dat kader blijven we natuurlijk ook veel aandacht besteden aan internationalisering. Niet zonder resultaat: afgelopen collegejaar volgden ongeveer 87.100 buitenlandse studenten een studie in Nederland. Het aandeel buitenlandse studenten nam daarmee toe van 7,7% naar 11,2%. Aanvankelijk ging het vooral om mobiliteit van staf en studenten, maar nu is internationalisering veel breder en dieper geworteld. De meertaligheid, de toelatingscriteria, de begeleiding, de faciliteiten, de internationale competenties: ieder aspect krijgt een internationale component.

Dames en heren,

•    De Rijksuniversiteit Groningen bewijst met het organiseren van deze conferentie een stevige internationale oriëntatie. Die blijkt ook uit de aandacht voor de praktische details van internationale mobiliteit. De Internationale Studenten Barometer - een wereldwijd onderzoek naar tevredenheid onder internationale studenten – roemt Rijksuniversiteit Groningen (RUG) als de meest aanbevelenswaardige universiteit van Nederland, als het gaat om aspecten als onderwijskwaliteit, huisvesting, ondersteuning en faciliteiten. Dat is een prestatie om trots op te zijn, zeker als je –zoals ik – ook nog eens alumnus van deze universiteit bent. Daarom een welverdiend compliment voor onze gastheer.

•    Met die woorden wil ik deze toespraak besluiten. En met een oproep om ons samen in te zetten voor een hogere kwaliteit van het hoger onderwijs, door profileren, selecteren, samenwerken en internationaliseren. Ik wens u een leerzame, vruchtbare conferentie. Ik dank u wel.