Wet Houdbare overheidsfinanciën: Rijk en decentrale overheden samen verantwoordelijk voor begrotingsevenwicht
Het Rijk en de decentrale overheden (gemeenten, provincies en waterschappen) moeten een gelijkwaardige inspanning leveren om het begrotingstekort (EMU-tekort) de komende jaren verder weg te werken. Dat is het centrale punt van de Wet Houdbare overheidsfinanciën (wet Hof), die minister De Jager van Financiën vandaag heeft ingediend bij de Tweede Kamer. Ook de belangrijkste uitgangspunten en randvoorwaarden van het Nederlandse begrotingsbeleid zijn onderdeel van het wetsvoorstel.
Het Nederlandse EMU-tekort, voor het jaar 2013 geraamd op € 16,7 miljard (2,7% bbp), is een optelsom van het tekort van het Rijk (€ 13,5 miljard) en de tekorten bij de decentrale overheden (in totaal € 3,2 miljard). Het op orde brengen van de overheidsfinanciën is daarom een gezamenlijke verantwoordelijkheid van het Rijk, gemeenten, provincies en waterschappen. De wet Hof bepaalt dat het Rijk en de decentrale overheden een gelijkwaardige inspanning leveren ten aanzien van de Europese begrotingseisen uit het aangescherpte Stabiliteits- en Groeipact. Daarin is vastgelegd dat lidstaten hun begroting in structurele termen (na correctie voor de conjunctuur) in evenwicht moeten brengen.
De afgelopen maanden hebben minister De Jager, minister Spies (Binnenlandse Zaken) en staatssecretaris Atsma (Infrastructuur & Milieu) meerdere malen overlegd met Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Unie van Waterschappen (UvW). Op basis van die gesprekken is het wetvoorstel op een aantal punten verbeterd. Meest in het oog springend is het loslaten van specifieke eisen ten aanzien van de maximale EMU-tekorten van afzonderlijke gemeentes, provincies en waterschappen. In plaats daarvan wordt er een maximum gesteld aan het EMU-tekort van alle decentrale overheden samen. De wet geeft op die manier ruimte aan lokale investeringen. Welke bijdrage de decentrale overheden exact leveren aan het op orde brengen van de overheidsfinanciën wordt steeds – na overleg met de koepelorganisaties – aan het begin van iedere kabinetsperiode vastgesteld. In 2012 en 2013 is het aandeel van de decentrale overheden in het totale EMU-tekort op basis van bestuurlijke afspraken gemaximeerd op 0,5% bbp. De komende jaren moeten het Rijk en de decentrale overheden samen optrekken bij het streven naar begrotingsevenwicht. Dat betekent dat de wederzijdse EMU-tekorten, mede op basis van de wet Hof, geleidelijk afgebouwd moeten worden.
Het wetsvoorstel voorziet in een correctiemechanisme voor het geval Nederland uit koers zou raken bij het pad naar begrotingsevenwicht. In een dergelijke situatie is het kabinet in de toekomst op basis van de wet Hof verplicht om aanbevelingen vanuit de Europese Commissie onverkort over te nemen. De bijbehorende budgettaire maatregelen worden in de vorm van een herstelplan aan de Tweede Kamer voorgelegd. De Raad van State geeft advies over het herstelplan en waakt tevens over de uitvoering en planning.
Naast de Europese eisen worden ook de uitgangspunten van het Nederlands trendmatig begrotingsbeleid in de wet Hof vastgelegd. Hiermee geeft het kabinet invulling aan het verzoek van de Tweede Kamer om de begrotingsregels wettelijk te verankeren. Het gaat daarbij onder andere om het hanteren van vaste uitgavenplafonds, het principe van automatische stabilisatie aan de inkomstenkant van de begroting, en het baseren van het begrotingsbeleid op de meerjarencijfers en de macro-economische ramingen van het Centraal Planbureau.