Stimulering woningmarkt en verdere stappen naar efficiëntere en compacte overheid
Het kabinet neemt een aantal maatregelen op de koop- en de huurmarkt om de woningmarkt in beweging te krijgen, de bouw te stimuleren en te zorgen dat er voldoende betaalbare woningen zijn voor mensen met lage inkomens en specifieke groepen, zoals ouderen.
Daarnaast bouwt het kabinet verder aan een compacte overheid, waarin rijk, provincies, gemeenten en waterschappen in samenhang functioneren. Op het gebied van het immigratie- en asielbeleid wil het kabinet snellere en duidelijkere procedures mogelijk maken.
Doorstroming op de woningmarkt
Het kabinet wil de doorstroming op de woningmarkt en de investeringen in de bouw stimuleren. Ook de huursector moet beter functioneren. Daarom zet het kabinet in op de volgende maatregelen.
- Op de huurmarkt komt er naast de corporaties meer ruimte voor alternatieve partijen, waardoor de woningzoekenden meer keuze krijgen.
- Vanaf 1 juli 2013 geldt een maximale huurverhoging van 1 procent boven de inflatie voor huishoudens met een inkomen tussen de 33.000 en 43.000 euro.
- Voor huishoudens met een inkomen boven de 43.000 euro per jaar geldt dat de verhuurder een huurverhoging boven de inflatie (van max. 5 %) in rekening kan brengen.
- Tevens zal een verhuurdersbelasting worden ingevoerd.
- Per 1 januari 2013 zal de herziene Woningwet worden ingevoerd, waarmee onder meer het toezicht op de woningcorporaties verbetert.
Het kabinet vindt het noodzakelijk te investeren in de woon- en leefomgeving om de kwaliteit, leefbaarheid en duurzaamheid ervan te versterken. Van de 200 miljoen die per jaar in het Begrotingsakkoord is opgenomen wordt 70 miljoen euro in 2013 (58 miljoen euro structureel) uitgetrokken voor bijdragen (co-financiering) aan energiebesparende maatregelen in zowel grootschalige projecten als (via een fonds) bij particulieren.
Goed werkende compacte overheid
Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden moeten helder over de bestuurslagen worden verdeeld. Van de ingezette hervormingen wordt het programma compacte overheid onverminderd voortgezet, ligt het afschaffen van de deelgemeenten op schema en gaat de vermindering van de regels door. Drie belangrijke decentralisaties, de Wet werken naar vermogen, begeleiding uit de AWBZ en de Jeugdzorg zijn wegens de demissionaire status van het kabinet opgeschort.
Met het Uitvoeringsprogramma Compacte rijksdienst bouwt het Rijk de komende twee jaar verder aan oa een gezamenlijke rijksbrede infrastructuur voor de bedrijfsvoering. Taken kunnen effectiever en efficiënter worden uitgevoerd.
- Financiën en BZK werken aan de oprichting van het Rijksvastgoedbedrijf (fusie van Rijksgebouwendienst en Rijks Vastgoed- en Ontwikkelingsbedrijf), zodat dat op 1 januari 2014 van start kan gaan.
- In 2013 worden de shared service-centra ‘Autoriteit Consument en Markt’ (fusie van OPTA, NMA en Consumentenautoriteit) en ‘Internationale Functie’ gestart, en worden twee rijksdatacentra en 20 inkoop-uitvoeringscentra voltooid.
- Om de regeldruk voor burgers verder te beperken wordt in het project ‘ Prettig contact met de overheid’ de benadering van burgers verbeterd.
- In het project Right to Challenge krijgen burgers bij wijze van proef de mogelijkheid tijdelijk regels buiten werking te stellen als zij een beter alternatief hebben.
- Ook werkt het kabinet verder aan de invoering van een paspoort met een geldigheidsduur van 10 jaar.
- In 2013 geldt net als de twee voorgaande jaren de nullijn voor de lonen van rijksambtenaren.
Stroomlijning asielprocedures en eigen verantwoordelijkheid bij inburgering
- In de eerste helft van 2013 zal wet- en regelgeving worden aangepast om snellere en duidelijkere asielprocedures mogelijk te maken.
- Kansarme migratie wordt tegengegaan. Succesvolle kennis- en arbeidsmigratie wordt vergroot door de invoering van het Modern Migratiebeleid in 2013. Het gaat om geoptimaliseerde digitale gegevensverwerking en –uitwisseling van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).
- Samen met andere landen zal binnen Europa gewerkt worden aan een tweede fase van het gemeenschappelijk Europese asielstelsel. Dat moet ervoor zorgen dat regelgeving op elkaar aansluit en het ‘shoppen’ tussen verschillende landen wordt uitgesloten.
Van mensen die zich in Nederland vestigen verwacht het kabinet dat zij het initiatief voor hun integratie zelf nemen, dat zij mee gaan doen in het onderwijs en op de arbeidsmarkt. Het kabinet vindt het leren van de Nederlandse taal daarvoor de basis. Met de wijziging van de Wet inburgering maakt het kabinet de eigen verantwoordelijkheid van de inburgeraar groter voor het halen van het examen. Er komt een sociaal leenstelsel voor mensen die het lesgeld niet direct zelf kunnen betalen.
Wanneer de integratie hapert wordt binnen de reguliere maatregelen en voorzieningen naar oplossingen gezocht.