Ridder Militaire Willems-Orde d'Aulnis overleden
Pierre Louis baron d'Aulnis de Bourouill is eergisteren op 93-jarige leeftijd in Den Haag overleden. De oud-artillerieofficier was de een na oudste Ridder Militaire Willems-Orde en ontving de onderscheiding voor verzetsdaden tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Toen Duitsland op 10 mei 1940 Nederland binnenviel was D'Aulnis als commandant van een batterij luchtdoelartillerie aan de Buurtweg in Wassenaar gestationeerd. Zijn batterij haalde die dag 2 vliegtuigen uit de lucht.
Na de capitulatie ging D'Aulnis terug naar Leiden, waar hij rechten studeerde en lid was van studentencorps Minerva. Met andere corpsleden werd hij lid van het ondergrondse Legioen van Oud-Frontstrijders (LOF). Na vele omzwervingen, onder meer via Gibraltar, kwam hij in januari 1942 in Londen aan.
Gedropt
D'Aulnis nam contact op met ‘Soldaat van Oranje’ Erik Hazelhoff Roelfzema en Chris Krediet, die hij als clubgenoten en medeverzetsleden uit Leiden kende. In maart werd hij beëdigd als tweede luitenant bij de Prinses Irene Brigade. Hij leerde onder meer parachutespringen en volgde een marconistencursus om als verbindingsofficier het contact van het verzet met Engeland te coördineren. In de nacht van 10 op 11 juni werd hij gedropt bij de Wijk, ten oosten van Meppel.
BARON D'AULNIS DE BOUROUILL: Mijn vader was heel vroeg overleden. Ik heb hem ook alleen eigenlijk te paard gezien want zo'n enkele keer dat hij zich met mij bemoeide zette hij mij op een paard. Dat vond hij dat nodig was voor een baron en mijn moeder was heel geduldig met mij. Maart '39 werden we gemobiliseerd. Ik herinner me dat ik als eerste in de militaire dienst kennismaakte met de uniform. En de uniform was in die jaren nog ruw en van een soort kledij die ik niet gewend was. Ik heb in '41 besloten om vanuit Nederland naar Engeland te gaan. Mijn bedoeling was om in Engeland de spionnenschool te gaan volgen. Als je eenmaal verzet wou plegen dat je dat op een professionele manier moest doen. In Engeland had men gedacht dat wij de leiding moesten nemen over op te richten groepen. Maar toen ik in Nederland terugkwam bestonden al die groepen en werden geleid door perfect capabele Nederlanders. Dus wat ik werd, was adviseur adviseur en trainer voor 'intelligence'. Ik heb twee jaar lang als agent in Nederland gediend en niet voor niks. Ik herinner me dat ik in november '44 aan mijn toestel zat en een telegram uit Engeland ontving en dat ontcijferde en daar stond in: 'Supreme Allied Command are grateful for your excellent information and desire that you should be congratulated.' Nou, op zo'n moment zo'n telegram, dat is niet niks, hè? Toen ik eenmaal ridder was, ben ik daar niet anders om geworden en ben ik me niet anders gaan gedragen. Maar ik werd wel in de krijgsmacht ineens met nog veel meer respect behandeld dan voorheen. En ik heb het dus te zijner tijd gebracht tot overste tot luitenant-kolonel in die luchtdoelartillerie. Een beetje een te hoge rang want dat vak zou ik misschien niet helemaal goed hebben uitgeoefend.
Persoonsbewijzen
In Nederland regelde D'Aulnis een dropping van 5 zenders waaronder 3 weerstations voor een groep die voor de geallieerden werkte. Als marconist van Groep Kees vroeg hij in 1943 de Nederlandse regering en de Royal Air Force om Huize Kleykamp te bombarderen. Daar zat het Centrale Bevolkingsregister met duplicaten van alle uitgegeven persoonsbewijzen. Op 11 mei 1944 gingen 6 Mosquito-gevechtsvliegtuigen op pad voor de missie. Hoewel slechts een kwart van de documenten werd vernietigd, was de missie geslaagd; in veel gemeentes konden ambtenaren weer valse persoonsbewijzen afgeven. Na een mislukte poging om naar Londen terug te keren, verzorgde d'Aulnis tot het einde van de oorlog in Leiden de radioverbinding van Jan Kielstra, die een groep leidde van koeriers tussen Leiden en Zwitserland.
Tijdens de oorlog was d’Aulnis getrouwd met Blanche Noyon. Het echtpaar kreeg 4 kinderen. Na de oorlog werkte hij bij Koopman & Co, een handelsonderneming in Amsterdam, en Brocades. In 1960 richtte hij samen met onder anderen Johan Verdoner de Academie voor Kleinkunst in Amsterdam op.
Onderscheidingen
Behalve de Militaire Willems-Orde(MWO) ontving hij voor zijn activiteiten tijdens de Tweede Wereldoorlog de Distinguished Service Order van de Britse inlichtingendienst, het Kruis van Verdienste, het Oorlogsherinneringskruis, het Verzetsherdenkingskruis, het Officierskruis en de Inhuldigingsmedaille 1948. Van 1982-1984 was d'Aulnis voorzitter van de Interallied Confederation of Reserve Officers, waarvoor hij een conferentie in Rome organiseerde en werd onderscheiden met de Orde van Verdienste van de Republiek Italië. D'Aulnis was ook ere-lid van de Leidse studentenweerbaarheid Pro Patria, een gezelschap binnen Minerva.
Levende Ridders
Er zijn nu nog 6 levende Ridders MWO. De Engelsman Ken Mayhew (1917) is de oudste. Verder zijn het Edward Fulmer (USA, 1919) en de Nederlanders Albert Hoeben (1920), Cornelis van den Hoek (1921), Giovanni Hakkenberg (1923) en de enige actief dienende militair kapitein Marco Kroon (1970).