Ridder Militaire Willems-Orde Aulnis
BARON D'AULNIS DE BOUROUILL: Mijn vader was heel vroeg overleden. Ik heb hem ook alleen eigenlijk te paard gezien want zo'n enkele keer dat hij zich met mij bemoeide zette hij mij op een paard. Dat vond hij dat nodig was voor een baron en mijn moeder was heel geduldig met mij. Maart '39 werden we gemobiliseerd. Ik herinner me dat ik als eerste in de militaire dienst kennismaakte met de uniform. En de uniform was in die jaren nog ruw en van een soort kledij die ik niet gewend was. Ik heb in '41 besloten om vanuit Nederland naar Engeland te gaan. Mijn bedoeling was om in Engeland de spionnenschool te gaan volgen. Als je eenmaal verzet wou plegen dat je dat op een professionele manier moest doen. In Engeland had men gedacht dat wij de leiding moesten nemen over op te richten groepen. Maar toen ik in Nederland terugkwam bestonden al die groepen en werden geleid door perfect capabele Nederlanders. Dus wat ik werd, was adviseur adviseur en trainer voor 'intelligence'. Ik heb twee jaar lang als agent in Nederland gediend en niet voor niks. Ik herinner me dat ik in november '44 aan mijn toestel zat en een telegram uit Engeland ontving en dat ontcijferde en daar stond in: 'Supreme Allied Command are grateful for your excellent information and desire that you should be congratulated.' Nou, op zo'n moment zo'n telegram, dat is niet niks, hè? Toen ik eenmaal ridder was, ben ik daar niet anders om geworden en ben ik me niet anders gaan gedragen. Maar ik werd wel in de krijgsmacht ineens met nog veel meer respect behandeld dan voorheen. En ik heb het dus te zijner tijd gebracht tot overste tot luitenant-kolonel in die luchtdoelartillerie. Een beetje een te hoge rang want dat vak zou ik misschien niet helemaal goed hebben uitgeoefend.