Deltaprogramma 2013 aan Kamer aangeboden
Het op orde krijgen en houden van de waterveiligheid en zoetwatervoorziening is een miljardenopgave. Dit wordt bevestigd in het Deltaprogramma 2013 dat vandaag door staatssecretaris Atsma (Infrastructuur en Milieu) naar de Tweede Kamer is gestuurd. Ondanks goede voortgang ligt er nog veel werk om de dijken aan de huidige normen te laten voldoen. Op bepaalde plekken zoals in het rivierengebied, delen van Rijnmond-Drechtsteden en bij Almere is het risico op slachtoffers en economische overwegingen aanleiding om voor deze gebieden een hoger beschermingsniveau te onderzoeken. Hierbij wordt niet alleen gekeken naar extra preventieve maatregelen zoals dijkversterkingen, maar ook naar ruimtelijke oplossingen en een verdere verbetering van de rampenbeheersing of een combinatie van die drie. Dat gebeurt de komende twee jaar.
Afhankelijk van de ontwikkeling van het klimaat en de economie kan de schade door watertekorten flink toenemen. Daarom is voor de zoetwatervoorziening in Nederland op termijn een nieuwe strategie nodig, zo is te lezen in het Deltaprogramma 2013. De peilstijging van het IJsselmeer met anderhalve meter is definitief van de baan. De zoetwatervoorraad in het IJsselmeer is voldoende te vergroten met minder peilstijging, in combinatie met flexibeler peilbeheer in de zomer.
Waterveiligheid
De omvang van de waterveiligheidsopgave is sinds de vorige rapportage van het Deltaprogramma (DP2012) duidelijker geworden. De dijken hebben opnieuw een ‘APK’ ondergaan; de resultaten van deze derde toetsing van primaire waterkeringen zijn beschikbaar en Rijk en waterschappen hebben hun afspraken over de financiering vastgelegd in het Bestuursakkoord Water. De totale lengte van de getoetste waterkeringen is 3.767 km. Daarvan voldoet op dit moment 2.542 km aan de wettelijke norm. Bij ongeveer de helft van het afgekeurde traject is sprake van een nieuwe opgave. Voor de rest waren de tekortkomingen al bekend en zijn versterkingsmaatregelen in voorbereiding of uitvoering. De wettelijke beschermingsnorm zelf vraagt in delen van ons land ook aandacht. De waterveiligheidsnormen dateren grotendeels uit het midden van de vorige eeuw; sindsdien is het aantal mensen achter de dijken flink toegenomen, de economie gegroeid en het geïnvesteerd vermogen fors gestegen. Eerste studies naar kosten en baten van waterveiligheid en naar risico’s voor slachtoffers laten zien dat het niet nodig is de normen overal te verhogen.
IJsselmeerpeil
In het IJsselmeergebied is de belangrijkste vraag hoe lang het vrij laten wegstromen van water naar de Waddenzee nog efficiënt en effectief is. Inmiddels is duidelijk geworden dat pompen op termijn de beste oplossing is om het overtollige water af te voeren, vanwege de grote negatieve effecten voor de omgeving van het IJsselmeer en hoge kosten van het meestijgen van het peil met de zee. Het project Afsluitdijk houdt daar rekening mee. In alle gevallen is een betere beheersing van het IJsselmeerpeil nodig, onder meer voor de veiligheid van de IJssel-Vechtdelta. De vergaande peilstijging van anderhalve meter in het IJsselmeer is definitief van de baan. De zoetwatervoorraad is voldoende te vergroten met minder peilstijging, in combinatie met flexibel peilbeheer in de zomerperiode. Op korte termijn is het mogelijk om een voldoende grote zoetwaterbuffer te creëren met relatief beperkte ingrepen en een flexibeler peilbeheer. Dat laatste gaat gepaard met de nodige investeringen.
Zoetwatervoorziening
De landbouw loopt gemiddeld € 0,4 miljard per jaar aan opbrengsten mis door droogte. Ook in andere sectoren en aan de natuur kan schade ontstaan door gebrek aan zoetwater, of laag water op de rivieren (binnenvaart). Een te lage grondwaterstand veroorzaakt schade aan funderingen in bebouwd gebied. In de vorige rapportage (Deltaprogramma 2012) is al geconstateerd dat het huidige beleid tegen de grenzen aanloopt. Dit pleit voor het aanpassen van de huidige strategie. Het Deltaprogramma 2013 bevat voorstellen voor mogelijke strategieën voor de toekomstige zoetwatervoorziening, samen met mogelijke maatregelen om het watersysteem robuuster te maken. Dat kunnen bijvoorbeeld ingrepen zijn om de watervoorraad van het IJsselmeer beter te benutten, de waterverdeling in het hoofdwatersysteem te optimaliseren of de zoutindringing in het westen verder te beperken en alternatieve wateraanvoeren te realiseren. Ook voor de ‘hoge gronden’ waar wateraanvoer ingewikkeld of onmogelijk is, zijn mogelijke maatregelen in beeld gebracht.
Miljardenopgave en Deltafonds
In de jaren 2021-2028 is circa 1,1 miljard euro per jaar beschikbaar voor waterveiligheidsopgaven, maatregelen voor de zoetwatervoorziening en het reguliere beheer en onderhoud. Het is een miljardenopgave om ons land tot 2050 veilig te houden, de inwoners te beschermen en de economie te ondersteunen. Tot en met 2023 zijn alle in het Deltafonds beschikbare middelen belegd voor de grote lopende projecten (Hoogwaterbeschermingsprogramma 2, start nieuwe hoogwaterbeschermingsmaatregelen naar aanleiding van de derde toetsing, Ruimte voor de Rivier, Maaswerken, versterking Afsluitdijk en het reguliere beheer en onderhoud).
Het Deltafonds gaat 1 januari 2013 van start als zelfstandig begrotingsfonds. Tegelijk met deze eerste officiële begroting van het Deltafonds gaat het derde Deltaprogramma naar de Tweede Kamer. Het Deltafonds bevat de middelen voor het bekostigen van de maatregelen en voorzieningen van nationaal belang die nodig zijn voor een veilige delta en een adequate zoetwatervoorziening. Het derde Deltaprogramma bevat daarom voor de eerste keer ook een overzicht van al deze maatregelen.
Deltabeslissingen
Het Deltaprogramma levert in 2014 voorstellen van de deltacommissaris voor deltabeslissingen op. Daarover besluiten kabinet en Tweede Kamer. Deze deltabeslissingen geven richting aan de uitvoering van maatregelen die na 2015 worden gestart, na afronding van de lopende uitvoeringsprogramma’s. Daarmee werkt Nederland met een ‘nieuwe generatie Deltawerken’ op een effectieve en efficiënte manier toe naar een robuuste delta.
Het derde Deltaprogramma is als onderdeel van de begrotingsstukken van het ministerie van Infrastructuur en Milieu aan de Tweede Kamer aangeboden. Deze rapportage, het Deltaprogramma 2013, is in opdracht van het kabinet opgesteld door deltacommissaris Wim Kuijken.