Vergunning voor vissen op mosselzaad
Staatssecretaris Bleker van EL&I heeft vergunning verleend om 26 miljoen kilo aan mosselzaad op te vissen uit de Waddenzee. De mosselen die opgevist worden, liggen op plekken die instabiel zijn. Dat betekent dat het mosselzaad op plekken ligt die bij eerste de beste najaarsstorm en heftige stromingen kunnen verdwijnen. De stabiele plaatsen worden met rust gelaten waardoor natuurlijke mosselbanken kunnen ontstaan.
Het grootste deel van het gevangen mosselzaad wordt weer uitgezaaid op de kweekpercelen in de Waddenzee. Een klein deel van het zaad gaat naar de Oosterschelde. De laatste keer dat er in het najaar op mosselzaad werd gevist was in 2009.
Mosselzaad-invanginstallaties
Sinds 2010 worden mosselzaad-invanginstallaties (MZI’s) op grote schaal gebruikt. Dit zijn drijvende constructies van netten en touwen. Daar hechten zich mossellarven aan die vervolgens uitgroeien tot mosseltjes van één tot twee centimeter (mosselzaad). In de regel komen één of twee keer per seizoen de mosselkwekers het mosselzaad oogsten en zaaien het uit op de mosselkweekpercelen. Het doel is om bij de vangst van mosselzaad op termijn voor het grootste deel gebruik te maken van mosselzaad-invanginstallaties. Dat is beter voor de natuur. De kweekpercelen bevinden zich in de Waddenzee en de Oosterschelde.
Afspraken duurzame mosselteelt
De vergunningverlening van de najaarsvisserij past in het in 2008 gesloten Convenant Transitie Mosselsector en Natuurherstel Waddenzee. Dit convenant bevat verduurzamingafspraken tussen het ministerie, de Producenten Organisatie Mosselcultuur, de Waddenvereniging, de Vogelbescherming, de Vereniging Natuurmonumenten en de Stichting WAD. Het overleg tussen deze partijen maakt een onderdeel uit van het Programma 'Naar een Rijke Waddenzee', het algemene verduurzamingsprogramma voor de Waddenzee dat gefinancierd wordt door het Rijk en de noordelijke regio.