Heropening gerestaureerde kerk van Wier
Op donderdag 6 september heropende staatssecretaris Halbe Zijlstra het gerestaureerde kerkje van Wier: tot voor kort 'de laatste ruïne van Friesland', maar nu weer helemaal in oude luister hersteld.
• ‘De oanhalder wint’. Als die uitdrukking ergens van toepassing is, dan is het wel hier in Wier. Want het heeft lang moeten duren, maar vandaag is het zover: het kerkje is gerestaureerd en staat er weer prachtig bij. En het is mij een grote eer om dit monument nu officieel te mogen heropenen.
• Er is hier heel veel werk verzet, en dat was hard nodig. In 2008 betitelde de RACM (voorloper van RCE) deze kerk qua onderhoudsstaat tot ‘de slechtste van Friesland’. Als Bonifatius dit had gehoord, zou hij zich in zijn graf hebben omgedraaid. En Gerard Bakker van de Stichting Alde Fryske Tsjerken sprak over ‘het laatste zorgenkindje van de stichting’.
• In 2007 is geprobeerd om via het TV programma ‘Restauratie’ het benodigde geld in de wacht te slepen. Tevergeefs. Toch liet men de moed niet zakken. De plaatselijke commissie bleef samen met de bevolking aandacht vragen voor de kerk.
• Er kwamen duizenden bezoekers af op allerlei evenementen, die de commissie hier organiseerde. En kunstschilder Douwe Elias mocht in 2008 de kerk ‘for the time being’ als atelier gebruiken. Zo bleef er toch leven in; en dat is heel verstandig. Want als een gebouw eenmaal is dichtgetimmerd, dan gaat het snel, dan komt het verval in een stroomversnelling. De kunstenaar kon hier prima werken, maar ook hij pleitte voor een snelle en respectvolle restauratie. Deze tijdelijke huurder wilde daar graag het veld – beter gezegd, de kerk – voor ruimen.
• Toen de nood het hoogst was, was de redding nabij. In het kader van crisisbestrijding kon het vorige kabinet extra gelden beschikbaar stellen voor monumentenzorg. En eind 2009 noemde gedeputeerde Jannewietske de Vries de kerk van Wier als een project dat met deze middelen zou kunnen worden aangepakt. Dat was goed nieuws voor iedereen die deze kerk een warm hart toedroeg. En dat waren er velen, ook dankzij het niet aflatende enthousiasme van de vrijwilligers van de plaatselijke commissie. Dat burgerbetrokkenheid vruchten afwerpt, is hier weer eens bewezen.
• Het restauratieplan lag al tientallen jaren klaar. Maar op de eerste dag van de lente - heel symbolisch - kon op 21 maart 2011 de restauratie eindelijk beginnen. Dankzij de steun van Rijk en Provincie, die respectievelijk 50 en 25% van de kosten voor hun rekening namen, en de gemeente Menaldumadeel (Menameradiel) die hier nog eens 10% bovenop deed. Met een begroting van 850.000 kon u naar de Cultuurfondsen gaan, en naar particulieren en ondernemers om het laatste gat te dichten. Dat is gelukt. De fondswerving leverde genoeg op om te kunnen beginnen.
• De Provincie en het Rijk werkten hier voor het eerst samen in het kader van de IPO-gelden. Mijn Rijksdienst Cultureel Erfgoed adviseerde, en de Provincie begeleidde het werk zelf. Die samenwerking ging goed, maar de restauratie kreeg ook met tegenslag te maken. Zo kwam het werk stil te liggen door een faillissement van de aannemer. Maar gelukkig werd dat bedrijf al snel overgenomen en kon het werk worden voortgezet.
• Er waren ook meevallers. Zo werden er onder de preekstoel 150 munten uit de 17e eeuw gevonden, op de plek waar vroeger de leden van de kerkvoogdij zaten. Dichtbij de dominee, een bevoorrechte positie. Degene die dit geld hier heeft verborgen, zal nooit hebben vermoed dat het eeuwen later zou worden gevonden, in een tijd dat iedere cent kon worden gebruikt voor de restauratie van het kerkje. Nu zijn de florijnen, daalders en stuivers in deze tijden van de euro geen geldig betaalmiddel meer, maar als bezienswaardigheid blijft deze schat zijn waarde behouden!
• Overigens zaten er bij de schat ook knopen, die kennelijk voor munten moesten doorgaan. Waarschijnlijk van kerkgangers, die in plaats van een duit een knóóp in het zakje deden. De schurken! Het is toch bijzonder om nu met terugwerkende kracht 17e eeuwse kerkgangers te kunnen betrappen op financiële malversaties.
• Wat ook zo bijzonder is aan deze kerk: het astronomisch uurwerk op de kerktoren. Vooral de totstandkoming hiervan is een verhaal dat tot de verbeelding spreekt. Het is gemaakt door de destijds 20-jarige Fred Bruijn uit Den Haag, die in 1943 moest onderduiken en in Wier terechtkwam. Hier begon hij aan zijn klus. Hij werd verraden en in kamp Amersfoort gevangengezet. Zijn moeder kreeg hem vrij, hij ging opnieuw naar Friesland, nu naar Sint Annaparochie. Daar werkte hij verder aan het uurwerk. Na de bevrijding ging hij terug naar Amsterdam om zijn studie af te maken. Tot ieders aangename verrassing keerde hij in de zomer van 1946 terug om zijn uurwerk te voltooien. Als dank voor de schuilplaats die Wier hem in de oorlog had geboden, schonk hij dit object in augustus 1946 aan het kerkbestuur.
• Een schitterend verhaal, dat de geschiedenis tastbaar maakt. De mensen uit deze gemeente kennen het natuurlijk allemaal, maar het kan niet vaak genoeg worden verteld. Ik weet zeker dat elke bezoeker het geweldig vindt.
• Met het terugplaatsen van het gerestaureerde uurwerk werd een van de laatste hoofdstukken van het herstel geschreven. Deze prachtige, vernuftige klok is weer helemaal in oude luister hersteld. Daar mag je trots op zijn. En dat gevoel klinkt ook door in de woorden van Simy Sevenster van de plaatselijke commissie. Zij zei over dit uurwerk: “De binne der mar twa fan yn Nederlân. Dy oare hinget yn Arnemuiden, mar is lang sa moai net as dizze hjir yn Wier.”
• U mag samen trots zijn op álles wat hier is gerealiseerd. U hebt weer een prachtige kerk, als het stralende middelpunt van de gemeenschap. En deze kerk staat hier niet alleen maar mooi te wezen, u hebt er ook al verschillende bestemmingen voor: culturele doeleinden zoals concerten, maar ook rouw- en trouwdiensten. Activiteiten die heel dicht bij de oorspronkelijke bestemming liggen. Het is dus niet zozeer herbestemming; eerder voortbestemming. Maar hoe je het noemt, dat is niet belangrijk: het gaat er in de eerste plaats om dat er leven in de kerk blijft, en dat de kerk daardoor blijft leven. En met zo’n actieve gemeenschap als hier in Wier hoef je je daarover geen zorgen te maken.
• Ik wens u allemaal heel veel geluk en plezier met dit herboren kerkje!