Atsma: autoband moet voortaan kleur bekennen
'Wie nieuwe banden onder z’n auto laat zetten, doet een aankoop die voor vele duizenden kilometers het brandstofverbruik, de veiligheid en het geluid van de auto beïnvloedt. Met dit nieuwe bandenlabel kan de consument bewust voor een zuinige en stille band kiezen. Dat is winst voor het milieu en de portemonnee'. Dat zei staatssecretaris Atsma (Infrastructuur en Milieu) vanmiddag bij de presentatie van het Europese bandenlabel dat vanaf november verplicht is bij de verkoop van nieuwe autobanden.
Het label laat zien hoe een band presteert op drie criteria: rolweerstand (direct van invloed op het brandstofverbruik), afrolgeluid en grip op nat wegdek. Alle banden die op de markt zijn toegelaten voldoen aan zekere veiligheidscriteria, maar binnen die veilige marges kan de remweg per band nog aanmerkelijk variëren. Minstens zo groot zijn de prestatieverschillen op het gebied van brandstofverbruik en geluid.
Atsma: 'Ik denk dat veel autobezitters, met mij, tot nu toe maar moeilijk konden kiezen als ze nieuwe banden nodig hadden. Je vroeg wat aan de verkoper over prijzen, merkreputatie, het profiel en misschien de voorspelde levensduur - daar hield het mee op. Verder was het net als bij de eerste T-Ford: ze zijn allemaal zwart. Nu moeten banden kleur bekennen: er hangt een label aan dat op drie zeer relevante criteria de objectief gemeten prestaties weergeeft. Banden dragen voor een belangrijk deel bij aan de geluidsbelasting van een voorbijrijdende auto. En op het gebied van brandstofverbruik kan een band gedurende z’n levensduur een verschil van vele liters brandstof uitmaken. Dat merkt de consument in z’n portemonnee, en dat telt door in onze gezamenlijke uitstoot van CO2'.